Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 2 (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 2
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.83 MB)

Scans (47.07 MB)

ebook (3.73 MB)

XML (2.08 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 2

(1975)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 266]
[p. 266]

XLI

Zij voelde zich niet bepaald hopeloos ongelukkig. Zoals hij was, zo had zij het van hem verwacht. Dat was zijn aard. Toch schrikte zij haast van zijn ruwe onverschilligheid, toen zij hem op een ochtend mededeelde, dat zij weer zou moeder worden. Hij trok zijn schouders op, alsof het hem niet schelen kon. - Heu! doar 'n es nie aan te doene, antwoordde hij kortaf en ging zonder meer, als elke dag, naar zijn gewone bezigheid. Maar diezelfde middag greep een heftige scène plaats en, voor het eerst sinds hun huwelijk voelde zij opnieuw haar vroegere angst voor hem. Dat was ter wille van Vaprijsken. Hij had het al lang op 't aardige knechtje gemunt, daar stak nog steeds een oude wrok achter; en nu had Vaprijsken 't een of ander durven antwoorden op een aanmerking die Smul hem maakte. Op staande voet had deze Vaprijsken de dienst opgezegd en daarop hadden zij hevig gekeven en elkaar de ergste scheldwoorden naar 't hoofd gegooid. Rozeke was in 't midden gekomen, had gepoogd de beide mannen te bedaren, had Vaprijsken excuses doen maken en ook Smul tot verzoening aangemaand; maar de woesteling was eensklaps als razend op haar afgevlogen en had haar vloekend met slagen bedreigd, waarop Rozeke sidderend van angst in huis was weggevlucht. Tussen Smul en Vaprijsken was het toen tot een bepaald gevecht gekomen; het knechtje ging reeds met pak en zak dezelfde avond weg; en Smul, niet wetend meer op wie zijn razernij te koelen, was woedend en scheldend weer op haar afgekomen en had, met de beide vuisten voor 't gezicht, gedreigd haar plat te slaan, indien ze zich nog ooit met zijn zaken durfde bemoeien.

 

Die slagen, de ruwe mishandeling, die zij wist en voelde

[pagina 267]
[p. 267]

toch te zullen en te moeten komen, vielen dan ook eindelijk, op een zondagmiddag, toen hij, als naar gewoonte halfdronken, van het dorp terugkwam. Het ging kort, ruw en vlug, als een weerlicht.

Het eten was een ietsje aangebrand; hij had een paar happen geproefd en daarbij een vies gezicht getrokken, en plotseling gaf hij, met een krakende vloek, een dreunende vuistslag op de tafel en keilde zijn bord met eten tot scherven op de vloer.

- Gie leulijke sloeber! riep zij instinctmatig, verschrikt opspringend, in onbedwingbaar losbarstende verontwaardiging. Maar zij stond nog niet geheel overeind of een baldadige vuistslag in 't gezicht smakte haar met een noodkreet op de grond.

De kinderen gilden schril, het dienstmeisje schreeuwde om hulp. Kamiel, de pas nieuw gehuurde knecht, een flinke, blonde jongen, sterk als een reus, greep Smul midden in de lendenen vast en hield hem tegen, uit al zijn kracht.

Rozeke had zich opgericht. Zij hield de linkerhand op haar mond gedrukt, die bloedde. Zij huilde niet, maar de ogen flikkerden vreemd in haar doodsbleek gelaat.

- Kom, zei zij met inspanning, tot haar luid schreeuwende kinderen. Zij nam het kleintje, dat pas lopen kon, bij de hand en door 't oudste gevolgd klom zij rennend de drie stenen treden van de voutekamer op en sloot de deur achter zich met de grendel.

Razend, vloekend, scheldend, met purper gezicht en fonkelende ogen, poogde Smul zich intussen vruchteloos uit de omstrengeling van de knecht los te worstelen.

- Loat mij los, Kamiel! Loat mij nondedzju los, of 'k schup ou euk van 't hof, lijk Vaprijs! riep hij knarsetandend.

- Loat mij los, zeg ik ou, da 'k heur de kop in sloa!

Maar Kamiel, reuzensterk, hield hem hoe langer hoe steviger gekneld en hijgde, bedarend-kalm:

- Nie nie, boas, ge'n meug niet, 't zoe ou spijten! 't Zoe ou spijten! Ge moet wachten,... wachten... tot da ou keleire veurbij es!

Eerst toen Smul wat tot bedaren was gekomen en ophield met schelden en vloeken liet hij hem los. Meleken, bevend

[pagina 268]
[p. 268]

en nog snikkend, kwam hem vragen of hij iets anders wilde eten.

Nien ik, nondedzju! Eet zelf uldere smeirige kost op! brulde hij haar in 't gezicht. - En plotseling was hij weg, woest stappend uit het huis en naar het hek, de landweg op, naar de herbergjes van het gehucht, om nog meer te drinken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken