Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 2 (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 2
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.83 MB)

Scans (47.07 MB)

ebook (3.73 MB)

XML (2.08 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 2

(1975)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 537]
[p. 537]

XIII

Hij zei het niet aan Sidonie, maar die nacht, die eerst wildwoelige nacht van jaloezie en foltering, gevolgd door de zacht-lavende herleving bij het vast bewijs van haar trouw en zijn vergissing, die nacht was als de voortaan onverbreekbare schakel waardoor hij, voorgoed, aan haar verbonden bleef.

Nu voelde hij haar eerst geheel de zijne, zijn eigendom, als een gedeelte van zijn eigen leven, dat geen mens hem nog ontnemen kon. Er kwam iets veel beslister in zijn optreden met haar, hij zat niet langer schuchter in het hoekje van de haard te wachten en te smachten, tot Sieske Beele of zijn vrouw hem met hun dochter alleen lieten: hij wilde voortaan dadelijk met haar alleen zijn en blikte, zowel de ouders als de andere bezoekers nijdig weg, die hun intimiteit durfden storen. Eerst toen hij, op zijn manier, van haar verzadigd was, mochten zij terugkomen, en dan was hij ook wel vriendelijk gestemd en liet gaarne zijn tevredenheid blijken. Het was hem overigens niet heel moeilijk om 't Sieske en zijn ega naar de zin te maken. Daarvoor hoefde hij maar flink te trakteren! Sieske dronk met welgevallen zijn eigen zure biertjes en zijn griezelig vervalste borreltjes; en de vrouw, evenals Sidonie zelf, lekkerbekte gulzig aan wee-zoeterige, kleverige, rood- of geelgekleurde drankjes. Zo zaten zij dan soms een hele poos, als een raar-disparaat familiegroepje om de schoorsteen bij elkaar geschaard, en als vanzelf, voor de gezelligheid, proefde Odon ook mee. Hij had sigaren mee voor Sieske, die hij wel eens uit de kistjes van zijn vader haalde, omdat hij zo weinig gelegenheid had ze ter stad te gaan inslaan; Sieske werd aangeschoten, met glinsterende oogjes en blozende koontjes, en ook het doorgaans zuur gezicht van de vrouw ontspande zich van lieverlede in vriende-

[pagina 538]
[p. 538]

lijker plooien, terwijl de zoete drank bij Sidonie een strelende vertedering scheen op te wekken, iets zinlijk-lachends om haar mond en smeltends in haar ogen, dat tot in 't diepste van zijn wezen de herinnering aan 't sensueel genot weer opwoelde. Dan had hij de beide oudjes zo graag voor een poosje weer weggekregen om met haar nog eens alleen te zijn, maar eenmaal als ze zaten ging het niet gemakkelijk meer; de tongen waren losgeraakt, de moeder pochte op haar dochter, beweerde in haar bijzijn dat 't een schat was van een meisje, die wel uit twintig welgestelde trouwers kiezen kon, had ze 't gewild; en Sieske, op zijn beurt, schudde vertederd het hoofd en juichte:

- Oo! As ik ne rijke jongen was, ze 'n zoe uit mijn handen nie goan, al moest ik er heul mijn fortuun aan hangen!

Af en toe, terwijl ze daar zo zaten, kwam de een of andere kalant binnen, die allen nu Odon wel goed kenden, en wisten hoe de toestand in elkaar zat. En telkens weer was dit nu voor Odon, in zijn goede uren, een gelegenheid tot mild trakteren om daardoor zijn prestige bij het meisje en haar ouders te verhogen. Het maakte hem populair, hij stond aldra in 't dorp bekend als een jeugdige volksvriend, een jongen die zich niet te trots voelde om vriendschappelijk met mindere mensen om te gaan, een jongen die meer hield van een meisje uit de werkersstand dan van de rijke nuffen uit de hoge wereld, een jongeheer die de centen mild liet rollen en aan wie men later, in het dorp, heel wat meer hebben zou dan aan zijn stugge, saaie ouders, die als mensenschuwe kluizenaars het ganse jaar onzichtbaar binnen hun kasteelmuren zaten.

Odon was gevleid door die verering en 't gaf hem meteen een soort van veiligheids- en beschermingsgevoel tegenover zijn ouders. 't Wekte daarenboven in hem een rechtsbesef en een excuus voor het bedrieglijke van zijn handelwijze tegenover hen. Het woelde eindelijk in hem de schrijnende herinnering aan de tragedie van 't verleden op: de zelfmoord van zijn zuster, die stierf om haar gedwarsboomde liefde!

Hij wist het wel: dát was het zwakke punt, het steeds knagend leed van zelfverwijt in het hart van zijn ouders! Hun ganse verder leven - en niet alleen hún leven, maar door

[pagina 539]
[p. 539]

reactie ook het zijne, hij wist en voelde 't wel! - ging eronder gedrukt; en in die vage, stille, algemene levensdroefheid die hen bestendig als een onzichtbare, maar alom aanwezige rouwsluier omzweefde, voelde hij een tekortkoming van hunnentwege tegenover hem, iets dat zijn jeugd ontfleurde en hem 't recht gaf zelf zijn levensvreugd te zoeken, waar en hoe hij die ook vinden kon. Sidonie zat hem in merg en ziel, Sidonie was 't enige wat hem met vuur en hartstocht aan het leven hechtte, en háár zou hij hebben en behouden met al de krachten van zijn ganse wezen, wat er ook gebeuren mocht. Het wás zijn recht.

Daarom ook, toen door het veel en herhaalde trakteren in de Warande en door het af en toe nieuwe cadeautjes geven aan het meisje, de wekelijkse vijffrank die hij van zijn ouders kreeg, al spoedig ontoereikend bleken, begon hij dadelijk middelen te beramen om aan meer te komen.

Voorzichtigheidshalve vroeg hij 't nu toch liever niet aan zijn moeder; nog minder aan zijn vader: hij vreesde hun argwaan op te wekken. Maar hij kende een zeker kistje in een zeker laatje, waar zijn vader, nogal onachtzaam en dikwijls verstrooid, wat los geld in bewaarde. Het stond in een kast van zijn studeerkamer, die meestal niet op slot was.

Daar ging Odon nu af en toe in putten!...


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken