Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 2 (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 2
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.83 MB)

Scans (47.07 MB)

ebook (3.73 MB)

XML (2.08 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 2

(1975)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 558]
[p. 558]

XIX

Nu volgden stille, doodse dagen op het Landjuweel, alsof 't er onbewoond was...

Meneer zat somber en onzichtbaar op zijn kamer, waar hij heel alleen zijn maaltijden gebruikte; mevrouw bleef bij Odon, die nog te bed lag; Nathalie, Stefanie en Médard hoorde men nauwelijks verroeren in de keuken; en Sidonie was weg, in de stad, bij een tante, waar zij haar verlossing zou afwachten.

Daags na de akelige scène had mevrouw Sieske Beele op het kasteel ontboden en met hem een lang gesprek gehad. Met geld beladen, als 't ware duizelig van plotse weelde, was het ventje heengegaan en nog diezelfde avond was ook Sidonie vertrokken.

Nu heerste alleen de stilte, de doodse stilte op het buiten... Nu leefden zij in afwachting, in dof-gedrukte spanning, van wat komen zou...

Odon was lastig, zeurig en zanikerig, doch zonder hatelijke woorden noch geweld. Over de heftige tuchtiging geen woord. Hij deed alsof hij gewoon zwak en ziek was, alsof iets kwijnends aan hem knaagde, dat nog heel, héél lang zou kunnen duren. Zonder directe klachten stelde hij zich aan als heel diep ongelukkig en verongelijkt, en af en toe loosde hij zuchten, diepe, zware zuchten, als van filosofische berusting.

- Hoe gaat het, kind? fleemde bevend zijn moeder, ontelbare malen per dag.

- Och! antwoordde hij enkel, weemoedig de schouders ophalend, als voor een hopeloos geval.

- Kom, kom, suste zij, - 't zal nu wel spoedig beteren. Je slaapt weer goed en ook de eetlust neemt toe. Hou er nu vooral de moed in.

Maar juist dat getroost maakte hem telkens chagrijnig en

[pagina 559]
[p. 559]

kregel. Hij woù niet beter worden, en hij wilde vooral dat ze 't allen onophoudend voelden hoe ziek en zwak hij was.

- Gil toch niet zo in mijn oren, mama, het boort mij letterlijk door de hersens! klaagde hij nijdig bij de minste, opbeurende stemverheffing van zijn moeder. En zijn gezicht verkromp als onder een hevige pijnsteek, terwijl hij haar gesard de rug toekeerde.

Dat duurde zo verscheidene dagen. Toen stond hij eindelijk op, met overgrote inspanning trekbenend en gebogen lopend, als een afgeleefd oud-mannetje. Toch wilde hij niemands hulp, hij strompelde alleen, zich aan de leuning vasthoudend, de trappen af en verdween langzaam, zijn moeder streng verbiedend hem te volgen, in het lente-weelderig, bloeiend park. Daar zat hij uren roerloos in het zonnetje op een bank vóór zich uit te staren. Wanneer zijn moeder dan toch eindelijk naar hem toekwam, verliet hij dadelijk zijn plaats en struikelde weer verder, aldus misnoegd te kennen gevend dat hij halsstarrig wenste alleen te zijn.

Nog heel wat dagen hield hij het zo vol. Doch de macht zelf van 't gewone leven overwon ten slotte zijn hardnekkigstugge tegenstand, en, op een avond, verscheen hij weer aan de gemeenschappelijke tafel, waar ook zijn vader reeds terug was aangezeten.

In drie weken hadden zij elkander gegroet noch gezien. Hij keek zijn vader nauwelijks aan, en zei enkel, met doffe stem, terwijl hij plaats nam:

- P'pa.

- Odon, antwoordde even droog en kort meneer Dudemaine, en met gefronst gelaat ontplooide hij zijn servet.

Mevrouw zat stijf, en bleek, en roerloos, als een marmerbeeld.

Médard stond stram en strak achter haar, als een schildwacht, in de schaduw van de muur.

- Je mag opdienen, zei mevrouw met toonloze stem, het hoofd half omwendend.

Médard plonsde de grote zilveren lepel in de soep, en diende op.

Zo werd het uit elkaar gerukt familieleven weer ingeschakeld.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken