Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 2 (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 2
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.83 MB)

Scans (47.07 MB)

ebook (3.73 MB)

XML (2.08 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 2

(1975)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 688]
[p. 688]

XIII

En dagen, en weken, en maanden verliepen; en 't Ezelken blééf bij juffrouw Toria inwonen, en met haar broer was alle relatie verbroken.

Langzamerhand was zij eraan gewend geraakt, en eindelijk erin geslaagd zich over haar zware droefheid heen te zetten. De tijd sleet en heelde, dag na dag, een smart die in 't begin niet te bedaren was.

De eerste tijden was het Ezelken stug binnenshuis gebleven. Voor niets ter wereld had ze zich, al was het ook maar even, op straat vertoond. Zij voelde hoe er over het ontzettend nieuws gepraat moest worden. Soms keek ze schuchter door de gordijntjes van haar bovenraampje in de straat, doch als er zich twee mensen ergens pratend ophielden twijfelde zij geen ogenblik of er werd over háár geval gebabbeld en met een gloed van schaamte op 't gezicht trok ze zich dadelijk diep in haar kamer terug.

Vroeger ging ze iedere ochtend naar de eerste mis. 't Was in haar kleurloos oude-vrijstersleven als een uur van zalige extase, een vast geluk dat elke dag terugkwam, in steeds vernieuwde, heerlijke bekoring. Hem daar te zien, als goddelijke zendeling in schitterend kerkgewaad; zijn stem te horen die de vrome, heilige gebeden prevelde of de schone, indrukwekkende litanieën zong; de zalving van zijn zegenende gebaren als een milde lafenis haar ziel te voelen strelen, en te weten, te vóélen, dat het alles háár werk en de vrucht van haar jarenlange opofferingen was,... o, 't bleef een geluk dat alles toch zo rijk vergoedde en betaalde, een geluk, een gratie, die zij onophoudelijk waardeerde en waarvoor zij ieder uur de lieve Heer nog dankbaar was.

Nu ging ze in de week naar de mis niet meer. Hem nu nog te zien en te horen, ware de wreedste der folteringen ge-

[pagina 689]
[p. 689]

weest. Nu bleef ze thuis, met vochtige ogen de mis lezend in haar dik gebedenboek; en 's zondags, als zij toch wel, wilde zij een goede christin blijven, ergens de mis horen móést, liep zij, diep onder haar zwarte kapmantel verborgen, ruim een halfuur ver, naar het naburig dorp ter kerke.

Wat er, sinds haar vertrek, met hem en in de pastorij gebeurde, wilde zij eerst niet weten; maar door juffer Toria, die zich hartstochtelijk op de hoogte trachtte te houden, hoorde zij toch, haars ondanks, 't een en 't ander.

Juffer Toria, namelijk, was op de inval gekomen, Marcellien, haar tuinman, die oud en sukkelig werd, een hulp te geven, en daarvoor had zij 't Puipken uitgekozen.

Driemaal in de week: maandags, woensdags en vrijdags, kwam 't Puipken nu bij de oude kwezel werken, en op die dagen was juffer Toria meer in haar tuin dan binnenshuis. Eerst begon zij met voorzichtig en van ver confidenties uit te lokken, maar naarmate zij merkte dat het schuwe Puipken op die wijze niets losliet, werd zij gaandeweg krasser en brutaler in haar uitvorsingen en stelde rechtstreekse vragen, die de werkman in de grootste verlegenheid brachten. Toch deed hij geen bepaalde, onthullingen. Hij verschool zich achter zijn onwetendheid; nooit had hij iets verdachts gezien of gehoord; het leven in de pastorij ging gewoon zijn gang als vroeger; meneer de pastoor had het druk als altijd, Céline werkte vlijtig en deed niets buitensporigs meer; neen, 't Puipken durfde er een eed op doen, nooit meer had hij haar zo gek en overstuur gezien als die ene avond, en wat er verder kon omgaan was hem onbekend; zijn eigen bezigheid lag immers in de tuin en hij kwam enkel in huis wanneer hij er bepaald geroepen werd. En 't Puipken, veel slimmer dan de oude kwezel dacht, schudde doorgaans 't lastig ondervragen van zich af door te besluiten:

- Meschien weet er de koster mier van as ik, iefer Toria; hij zie menier de páster heule doagen; informeer bij hem ne kier.

Dat scheepte juffer Toria netjes af, en wrevelig-teleurgesteld kwam zij bij juffer Constance en verzon er maar wat op van eigen vinding, om het ongelukkig Ezelken in spanning en in angst te houden. Het waren, als altijd, vage onheilsvoorspel-

[pagina 690]
[p. 690]

lingen, waarnaar het Ezelken rampzalig en gedwee moest luisteren, zich inspannend om er iets op te antwoorden waarmee de oude kwezel kon instemmen, zonder dat de reputatie van haar broer erdoor beklad werd.

- 'k Vrieze da ze nou wel heule doagen sneukelt; 'k vrieze da z' hem reineweren zal! angstigde 't Ezelken, alsof dit nog steeds het ergste was dat ze zich kon voorstellen.

Maar juffer Toria sloeg de handen ten hemel; haar grote, zwarte ogen puilden uit en haar grove stem voorspelde tragisch:

- O, gie onneuzel schoap, die ge zijt! Dat moar dát 'n woare! In de zonde zal z' hem slepen! Noar d'helle zal z' hem slepen! Ghóóó! Ghóóó! Ne priester noar d'helle!

Daar kon het Ezelken niet tegenop. Telkens ging ze weer aan 't schreien; en 't was of juffer Toria daar een soort genot in vond: eerst als ze 't Ezelken aan 't huilen had gekregen staakte zij haar rampvoorspellingen, om haar vriendin te beklagen en over haar droevig levenslot mee te jammeren.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken