Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 2 (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 2
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.83 MB)

Scans (47.07 MB)

ebook (3.73 MB)

XML (2.08 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 2

(1975)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 1079]
[p. 1079]

VIII

Meerken stierf in de eerste schone dagen van de lente. Oude mensen sterven veel wanneer alles gaat herleven. 't Zijn als versleten bomen, die eindelijk niet meer kunnen bloeien. De opstijgende levenssappen schijnen hen te verstikken. En de laatste kracht die met hen wegsterft, kan slechts in de schoot der aarde weer herleven.

Het ruime kerkhof om de kerk, sinds eeuwen opgehoogd door al de lichamen van de duizenden en duizenden die daar voor altijd kwamen rusten, opende eindelijk ook zijn bruine schoot voor Meerken en de schone eiken kist met zilveren kruis zonk erin neer, gezegend met wijwater en gebeden, door de drie pastoors in staatsiekleren, terwijl de klokken op de toren plechtig luidden.

Het was een mooie, frisse dag vol licht en zon, met hoog en ijl in helderblauwe hemel wegzeilende wolkjes; er hing reeds als een groenachtige vacht over de kruinen van de oude linden, waarin ergens een lijster onvermoeid te zingen zat; en het was ook een schone, indrukwekkende begrafenis, zoals Meerken zeker wel gewenst zou hebben dat zij wezen zou. Er brandden talrijke en dikke waskaarsen rondom de lijkbaar in de kerk en al de voornaamste ingezetenen van de gemeente woonden de plechtigheid bij. De rijke juffer Pluimsteert was er, getooid in haar mooiste, deftigste kleren, de drie juffers Dufour waren er en ook de beide juffers Pector; de oude schoolmeester kwam steunend op zijn stokje met zijn stramme benen aangekuierd; de notaris begeleidde zijn vrouw aan de arm als een bruidegom naar de kerk en de zwarte nonnetjes uit 't klooster schoven met zedig neergeslagen ogen langs de witte kerkmuur heen en doopten bij de ingang hun witte vingers in 't wijwatervat en maakten vroom een kruisteken op borst en voorhoofd, terwijl de wierook op

[pagina 1080]
[p. 1080]

het altaar geurde en het orgel plechtig onder de schemerige gewelven dreunde.

Boerke schreide. Hij was geknakt van diepe droefheid. Hij stond nu zo alleen in 't leven: alleen met zijn kinderen die hij toch maar zelden zien zou en met de meid Poldientje, die, hoe familiaar en hoe vertrouwd ook, toch maar een vreemde voor hem was. Meerken had hem dikwijls veel geplaagd en hij had heel wat van haar lastig en grillig humeur moeten verdragen, maar nu zij voor altijd was heengegaan, vergaf hij alles en herdacht alleen nog maar het goede in haar gedurende zovele jaren, en voelde haar verlaten plaats als een afgrijselijke leegte in zijn huis.

Reinilde bleef bij hem, de eerste dagen. Dat was toch nog een afleiding, iets eigens, iets uit het verleden. En ook zijn twee gehuwde zonen kwamen met hun vrouwen en hun kinderen, maar ook die waren half-vreemden geworden voor Boerke, hij had zo weinig punten van aanraking en gemeenschappelijke belangen meer met hen, dat hij soms zelf niet meer wist of hun bezoeken hem welkom, dan wel storend en hinderend waren. Florimond was na de begrafenis in het geheel niet meer teruggekeerd en dat verontrustte Boerke: hij dacht voortdurend aan het raar geval dat hij half onderschept had met die jonge meid; en toen Reinilde weldra van oordeel was, dat het haar tijd werd om nu verder weer de zorg van de boerderij op zich te nemen, poogde hij niet langer haar bij zich te houden, wakkerde haar integendeel aan om maar zo spoedig mogelijk te gaan, daar het werk zijn meester wilde zien, zei hij, en een boerderij waarvan geen flinke vrouw het huiselijk beheer op zich nam, in minder dan geen tijd met al de vreemde knechts en meiden tot een ruïneuze, ordeloze boel vervallen moest.

Het meisje vertrok op zondagavond, vier dagen na Meerkens begrafenis en Boerke bleef met Poldientje in het krenterig renteniershuisje alleen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken