Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 2 (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 2
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.83 MB)

Scans (47.07 MB)

ebook (3.73 MB)

XML (2.08 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 2

(1975)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 1108]
[p. 1108]

III

Voor Reinilde ging dat vanzelf. Zij had nooit anders gewenst, zij had er jaren lang in stilte voor gewerkt, evenals Meerken er destijds haar ganse leven naar gesmacht had en van de eerste dag was ze eraan gewend, alsof ze nooit anders geleefd had. Net als Meerken ging ze tweemaal daags ter kerke; net als Meerken zag ze vol eerbied en waardering op naar de rijke juffer Pluimsteert, naar de drie juffers Dufour, naar de twee juffers Pector en nog anderen; net als Meerken bewonderde zij de deftige voornaamheid van de dorpsnotaris met zijn vrouw. Ze was ook dadelijk lid geworden van de Congregatie van het Heilig Hert; en dat bleek aldra een bron van onuitputtelijk genot te zijn: de leden, allen ongehuwde, meestal rijpe maagden van streng-onberispelijk gedrag, hadden geregelde bijeenkomsten in het klooster en de kerk; zij gingen samen in processies en naar bedevaarten en kwamen ook wel, in intieme omgang, bij elkaar aan huis, zodat Reinildes dagen vol waren, vol van onverdeeld, compleet geluk. Met Florimond ging het, in den beginne, ook boven verwachting goed. Hij genoot, op zijn manier, van 't nieuwe en ongewone in zijn leven. Het waren grijze, koude winterdagen; het sneeuwde veel, en regende, en modderde; het werd laat dag en heel vroeg avond en hij waardeerde 't wel dat hij rustig en warm in zijn bed mocht blijven liggen, in plaats van onder kou en duisternis op de grote boerderij te moeten rondploeteren. Hij ging natuurlijk ook tweemaal per dag ter kerke en op processiedagen droeg hij een flambouw achter het Heilig Sacrament - dat hoorde immers bij zijn renteniersbestaan - maar verder had hij helemaal geen plichten te vervullen en hij kon zijn dag indelen zoals het hem beliefde, zonder dat hij zichzelf of wie ook enige nalatigheid hoefde te verwijten.

[pagina 1109]
[p. 1109]

Een van zijn grootste genoegens was het lezen van zijn centenkrantje, elke ochtend na 't ontbijt. Dat was een echte weelde en dát alleen zou hem, althans voorlopig, met het nietsdoend renteniersleven verzoend hebben. Hij las het van 't begin tot 't eind, met onverzwakte en soms spannende belangstelling. Hij werd er wereldwijs uit, hij leerde dingen kennen waarvan de meeste boeren op het platteland zelfs in de verste verte geen benul hadden. In hem ontwaakte een weetgierigheid naar allerlei en hij kon reeds heel aardig meepraten, met de dokter, met de notaris, met de oude schoolmeester, met de stoker en de brouwer, waar zij elkander in de herbergen ontmoetten.

Ook de dorpsherbergen waren, als vanzelf spreekt, Florimonds dagelijkse uitkomst en gewone toevluchtsoord. Hij ging er 's ochtends en 's avonds, zoals hij naar de kerk ging. Dat kon niet anders; het behoorde bij zijn leven van dorps-rentenier. Een drinker was hij nooit geweest, maar wel kreeg hij heel spoedig de gewoonte van drinken: een gewoonte die van lieverlede een behoefte werd.

Het deed hem goed. Hij voelde zich sterker, flinker, helderder, als hij een paar borreltjes gedronken had. Het leven werd hem lichter, vrolijker, zonder zwaarmoedige tobberijen. Wanneer hij soms nog aan Lena dacht en aan 't verleden, dan nam hij een borreltje en het verdriet verwazigde, smolt als 't ware uit hem weg. 't Verdriet, maar niet het beeld van de mooie deerne. Integendeel. Zij kwam dan levender en sterker vóór zijn geest; en hij was met haar in dromerijen en gedachten; zij zat als 't ware naast hem, hij sprak met haar, zij was de zijne, geheel en gans alleen de zijne!

Dan kreeg zijn aangezicht een vreemde uitdrukking. Hij glimlachte in zichzelf en staarde vóór zich uit, met verdwaalde blik. En de dorpelingen, die ook wel iets van de geschiedenis met Lena afwisten, keken hem soms spottend aan en zeiden:

- Hè, Florimond, zit g' er al weer op te peizen!

Dan schrikte hij, eensklaps uit zijn betoverende droom ontwaakt. Hij schrikte en kreeg een kleur en zijn wenkbrauwen fronsten zich, boos. Lena... ja, hij dacht nog steeds aan Lena! Maar hoe wisten zij het en wat ging het hun aan?

[pagina 1110]
[p. 1110]

Hij voelde een vaag wantrouwen en een stille nijd verwrong zijn lippen. En hij stond op en vertrok, geprikkeld en gekweld door iets dat diep in zijn hart gistte en woelde, als een zaad van stormen die eens zouden losbarsten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken