Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 3 (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 3
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.45 MB)

ebook (4.02 MB)

XML (2.33 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 3

(1975)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 311]
[p. 311]

XXXI

Daarmee was Pierken nu bezig. Sinds weken vergaderden de werklui tweemaal daags, op schafttijd, 's ochtends en 's namiddags onder het eten van hun boterham, en spraken van niets anders meer.

Allen stelden het diepste belang in de zaak, maar zij waren het lang niet over alles eens. De condities van de socialistische leider, door Pierken aan zijn makkers medegedeeld, waren niet te verwezenlijken, daar bleven zij allen ten volle van overtuigd. Zoiets mocht misschien lukken in de grote industriële steden met hun machtige arbeidersverenigingen; hier, op het dorp, waar nooit iets van die aard tot de geest van de mensen doorgedrongen was, bleef het een volstrekte onmogelijkheid. Doch wellicht kon men iets bereiken; en nu was het maar de kwestie wat dat iets zou zijn.

Na heel wat heen en weer gepraat, kwam Pierken eindelijk met een concreet voorstel voor de dag. De kwesties van ouderdomspensioen, verzekering tegen ongevallen en aandeel in de winsten moest men voorlopig maar laten rusten, meende. Pierken. Tijden en toestanden waren daarvoor op het platteland niet rijp. Doch men kon spreken over mindere werkuren en hoger loon; en Pierken stelde voor dat een deputatie van drie arbeiders: twee mannen en één vrouw, naar meneer De Beule toe zou gaan om van hem te verkrijgen dat de dagelijkse werktijd op niet meer dan tien uur zou bepaald worden in plaats van twaalf en dat ook een dagelijkse loonsverhoging zou worden toegekend van vijftig centimen aan de mannen en van vijfentwintig centimen aan de vrouwen. Lukte dat niet, dan de algemene werkstaking. Wat dachten de makkers daarvan!

- Da we 't nie 'n zille krijgen! meende Free met een pessimistisch glimlachje.

[pagina 312]
[p. 312]

- We 'n zillen 't natuurlijk nie krijgen! beaamde Ollewaert. En ook Leo en Poeteken waren al even zwartgallig gestemd. Pee, de molenaar, Bruun de machinist en de beide ‘steenbokken’ zeiden niets. Ook de vrouwen zwegen, behalve Fietriene, die heftig uitviel dat het een schande zou zijn als het werd geweigerd. Feelken, die de laatste tijd heel afgetrokken en diepzinnig was geworden, schudde zijn hoofd en zuchtte. Iets looms en weemoedigs scheen aller illusie neer te drukken.

- Al wa konten! Kluetvis! Niemendalle! viel Berzeel eensklaps heel onverwacht en ruw-nijdig in.

- Zue!... Zij-je gij meschien kontent mee de toestanden lijk of ze zijn! riep Pierken verontwaardigd.

- Kontent of nie kontent, we moen 't pakken lijk of 't es! meende Berzeel loszinnig. - 't Ienigste da 'k vroage es wa beteren dzjenuiver en wa grueter gloazen. Aan de reste voag ik mijn broek!

- Dronkoard! riep Pierken, sidderend van woede. Maar de hartskreet van Berzeel had ook een paar anderen wakkergeschud; er kwam leven in de loom-gedrukte groep en de ogen blonken.

- Haaa...! os dá meugelijk es! zei Free; en hij lekkerbekte glimlachend.

- Verdome joa! riep Ollewaert. - Loat ons dá vroagen! We zillen 't krijgen! Miel, gij kalf uek! Wa zegt-e gij doarvan? - Ha... 'k 'n zeg ik niets, antwoordde Miel onnozel.

Allen moesten even lachen, behalve Pierken, die verbolgen opstond. Hij stelde zich schrap, onbewust de houding nabootsend van de socialistische leider in de stad; en, in korte, afgebeten woorden, zoals de chef dat deed, terwijl hij met een soort minachting om zich heen blikte:

- Goed. As dat het ienigste es da ge verlangt 'n hèt-e mij nie mier nuedig. Adzju! Arrangeert da zelve moar mee den boas! Ik trek er vanonder!

Hij wilde weg en zij schrikten allen dat hij hen zo plotseling in de steek liet. Weer kwam een droevige gedruktheid over de gezichten. - Wacht 'n beetse, Pier, zue hoastig niet! zei Leo. En hij vroeg nog eens aan Pierken wat hij precies wilde. - Lijk of ik gezeid hè! herhaalde Pierken kort en krachtig,

[pagina 313]
[p. 313]

zoals hij de chef had horen doen: - In deputoassie noar den boas toe; minder wirk en hueger luen; en os hij riffezeert algemiene wirkstoakijnge!

De werklui werden ernstig.

- Hij zal ons aan de deure smijten. We zillen allemoal ‘de koeken’ krijgen! vreesde Leo.

- Goed. Dan algemiene wirkstoakijnge!

- Spreekt vanzelf, as hij ons aan de deure zet. Hij zal ander wirkvolk pakken, meende Leo.

- Hij 'n zal! De socialisten uit de stad zillen d'r ulder mee bemoeien, weerlegde Pierken.

De mannen aarzelden.

- Wie goat er mee mij mee! vroeg Pierken vastberaden.

- Ikke! antwoordde plotseling Fikandoes.

Verbaasd keken zij allen op. Wat was er toch met Fikandoes? Hij leek dezelfde mens niet meer! Er lag iets dweperigs in zijn ogen en zijn lippen stonden op elkaar gekneld, met een stugge uitdrukking van ongewone ernst en wil.

- Joa! Ikke! Ikke! herhaalde hij nog eens met nijdasserige nadruk, omdat de anderen zo verwonderd deden.

- En ikke veur de vreiwen! echode op opgewonden toon Fietriene.

Ollewaert had een heftige beweging om zijn dochter 't zwijgen op te leggen, maar hij hield zich in, zwichtend voor de vastberaden blik van Pierken.

Pierken was tevreden. Wel had hij liever een andere hulp gehad dan die van Feelken, doch hij maakte geen aanmerking. Hij was tevreden.

Het was nu donderdag. Er werd besloten dat zij op zaterdag, om vier uur, met hun drieën naar meneer De Beule toe zouden gaan.

De werklui stonden op om hun werk te hervatten. Daar verscheen Stien de Leugenoare op de binnenplaats, gevolgd door zijn knecht Komijl, die een stuk ijzer droeg. Stien was dronken; hij bleef in strakke houding vóór de mannen staan en begon somber te brommen:

- Oooooooooooo...

Maar geen enkel reageerde en allen keerden hem de rug toe. Zij waren nu met wat ernstiger dingen bezig.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken