Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 3 (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 3
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.45 MB)

ebook (4.02 MB)

XML (2.33 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 3

(1975)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 507]
[p. 507]

XIV

Hij trouwde, in de loop van de zomer, ginds, ergens in de ‘Woale-pays’, en daarna ging hij maanden lang met zijn vrouw op ‘speelreis’, in verre, vreemde landen en tegen half oktober kwam hij met haar op het kasteel terug, om er nu voorgoed te blijven wonen.

Plechtig zou het echtpaar worden ingehaald. Meneer Santiel zou nu weldra burgemeester van de gemeente worden en het gehucht De Floncke, waar zijn kasteel stond en waar veel van zijn mooiste boerderijen lagen, wilde hem alvast huldigen. Hij zou stoetsgewijze met paarden en rijtuigen worden afgehaald aan het verafgelegen station en aldus, in een ere-optocht, onder triomfbogen en bloemen, op zijn kasteel worden gebracht.

Al de boerderijen en huizen van het gehucht waren versierd of vlagden en vóór De Floncke, waar het echtpaar ‘gestropt’ en de erewijn geschonken zou worden, prijkte de grote triomfboog vol bloemen en vlaggetjes tussen het groen onder een reusachtig ‘Welkom’ in rode letters, dat 's avonds verlicht zou worden. 't Was als een zondag op 't gehucht. Niemand werkte en iedereen was op zijn best gekleed.

- Ge zil nou toch mee goan kijken! had moeder bevelend, op bijna boze toon tot Uleken gezeid. En Uleken, die eerst weifelde, had ten slotte toch aan de verzoeking niet kunnen weerstaan. Zij was met moeder meegegaan en stond voor De Floncke in het gejoel van de menigte, op de komst van de stoet te wachten.

Daar kwam hij in de verte aan. Hij naderde in een lichte stofwolk, onder het goud van de herfstkruinen. Paarden sprongen soms schichtig opzij; armen klapten driftig met karwatsen. De broeken van de ruiters waren wit geweest en de gordels om hun middel rood; maar het opgejaagde stof had alles

[pagina 508]
[p. 508]

met gore vlekken bezoedeld en enkele sjerpen hingen reeds in rafels uit elkaar. Dit nam niets van de bewondering en de opgewekte geestdrift weg. Luid juichte de menigte, met gezwaai van zakdoeken en hoeden; en toen de open landauer, waarin het echtpaar was gezeten, vóór De Floncke kwam, traden twee in 't wit geklede meisjes met een bloementouw naar voren en spanden ermee de hele breedte van de weg vóór 't rijtuig af. De jubilarissen waren ‘gestropt’ en een derde meisje kwam met een bloemenruiker naar de landauer toe en las, van een velletje papier, in 't Frans, een complimentje af.

Nu had men goed de gelegenheid naar het echtpaar te kijken en honderden ogen waren er ook op gepriemd.

- Hawèl? vinde gij da nou 'n schuene? vroeg moeder fluisterend aan Uleken.

- Nie bezonder! antwoordde Uleken heel stil.

Maar wat moeder ook al zei kon haar zo weinig schelen; zij was zo helemaal bij haar eigen gewaarwordingen en gedachten. Die man, daar, die nu naast dat onbeduidend vrouwtje in het luxerijtuig zat, was dezelfde man, die haar gezoend en van liefde gesproken had, lang vóór hij deze, die nu zijn vrouw geworden was, kende. Zou hij deze werkelijk liefhebben, zó lief als hij beweerde háár te hebben liefgehad; of was het slechts een huwelijk uit berekening, zonder echte liefde? 't Was in elk geval ‘soorte bij soorte’, dát was het, misschien wel mét liefde, misschien ook zonder liefde; maar ‘soorte bij soorte’; en nu eerst voelde Uleken zo duidelijk de afstand en hoe wijs ze was geweest met aan zijn lokstem geen gehoor te geven. Zij keek hem even aan, met strakke, aandachtige ogen, als om op zijn aangezicht de weerschijn van zijn waarachtige gevoelens te ontdekken. Hij zag haar en herkende haar zonder twijfel en ook zijn oog rustte even op haar; heel even maar, en zonder uitdrukking als 't ware. Zijn blik was niet onvriendelijk, maar koel en vreemd en ver; een blik zonder herinnering. En nóg sterker voelde Uleken de afstand, de onoverkomelijke afstand, als iets, dat tot in 't diepste van haar ziel verkromp.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken