Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 3 (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 3
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.45 MB)

ebook (4.02 MB)

XML (2.33 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 3

(1975)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 725]
[p. 725]

XIV

Soms hadden zij ontmoetingen langs de baan. Soms gewenste ontmoetingen; soms andere, die zij wel zo graag zouden vermeden hebben.

Wie zij meer dan eens zagen, zo doorgaans op enige afstand, dat was Guustje Verschelde, Zulmatjes eigen vader. Zij wist het nu heel goed, dat hij haar vader was en wat dat al betekende en zij had een gevoel van afkeer en tevens van onoverwinnelijke nieuwsgierigheid voor hem. Zij dacht aan die verhouding met haar moeder en hoe dat wellicht ontstaan was en zich ontwikkeld had. En zij vond haar moeder wel schuldig en begreep wel enigszins, dat vader Tieste in zijn woede haar die slag in het gezicht gegeven had, die haar voortanden gebroken had. Zij verontschuldigde daarom Guustje niet, die een valsaard en verrader was; maar zo waren nu eenmaal de mannen, dat wist ze reeds door confidenties van haar vriendinnetjes. Zij hield zich nog altijd of ze Guustje niet kende, maar 't deed haar toch wel zonderling ontroerend aan, daar die man te zien lopen, die ook deed alsof hij haar niet kende, en die toch feitelijk haar eigen vader was.

Wat mocht hij daar toch uitvoeren, zo heel alleen, doorgaans langs stille, eenzame wegen? Zij zagen hem als 't ware sluipen, achter de afgelegen boerderijen en dan opeens, als een dief, door een geheime deur naar binnen glippen. Zou het toch waar zijn wat gefluisterd werd: dat hij dag en nacht ging smokkelen, zowel voor de vijand als voor zijn eigen landgenoten en daar schatten mee verdiende? Hoe dan ook, hij zag er vrolijk en welvarend uit; op hem scheen de vijandelijke invasie en de verdrukking van het volk geen ongunstige invloed uit te oefenen.

- Zue lank as 't duurt; totdat hij ne kier opgepikt wordt! nijdigde Tieste, die weer een grondige haat en afkeer voor hem voelde.

[pagina 726]
[p. 726]

De weg was te lang om hem aan één stuk zonder rusten af te leggen; voornamelijk de honden moesten eens kunnen uithijgen en daarom pleisterden zij telkens ook een poosje, zowat halverwege, op een afgezonderd klein gehucht vóór een eenzame herberg, die De Warande heette. Drie landwegen liepen daar samen en vóór de ouderwetse herberg stonden drie linden, die frisse schaduw gaven in de zomer. Tieste was al van verre blij, als hij de geelgekalkte muren en de groene luiken zag en de honden liepen er vanzelf naartoe en lieten zich met hun kar tongflappend in het zand onder de weldadige schaduw van de kruinen neervallen. De waard kwam hen glimlachend op zijn drempel tegemoet en onder het drinken van een glas bier wisselden zij een praatje, dat dan ook altijd liep over de toestand in het land en de gebeurtenissen van de dag. Hoelang... hoelang zou die ellendige oorlog nog duren! Straks werd het weer winter en waarvan moesten de mensen dan leven en waarmee zouden ze zich warmen! Nu reeds was er haast geen meel noch brandstof meer te krijgen!

- O! meende de waard luchtig, - d'r es nog geld genoeg in de weireld en wie geld hee kan altijd alles krijgen wat hij wil.

- Joa, ge zeg gij datte! weerlegde Tieste bedenkelijk. - Moar geld es al even moeielijk te krijgen of meel en kolen.

- Sommige meinschen 'n willen gien geld verdienen! antwoordde de waard raadselachtig.

Verwonderd keek Tieste hem aan. Hij had spotachtige ogen, die flikkerend peilden en een zonderlinge glimlach om de mond. Het was of hij nog wel meer had willen zeggen, maar enigszins wantrouwen voelde. Even keek hij aarzelend naar Zulmatje.

- Joa, joa, zei Tieste, - 'k verstoa wel wat da ge wilt zeggen! Smokkelen, ne woar? Moar da 'n goa 'k nie reschieren, zulle! 'k 'n Hè gien goeste van in 't kot te goan zitten of mee nen blenddoek veur mijn uegen aan de schandpoal vastegebonden te worden!

- Hoho! Ge goat 'n beetse ziere! lachte de waard.

- Veurzichtigheid es de moeder van de porseleinewinkel! schertste Tieste tegen.

De honden waren uitgehijgd. Tieste betaalde zijn consumptie en reed verder.

[pagina 727]
[p. 727]

- Ala! Tot in 't werekieren! riep hij nog.

- C'est ça; en peist er ne kier op! gekscheerde de waard hem na.

Tieste ‘peisde’ erop, terwijl hij naar de grens reed, vagelijk, zonder eigenlijk te weten, waarop hij peinsde. Die gekke waard ook! Hij zei de dingen altijd maar half. Maar 't was een slimme vos, dat voelde Tieste wel.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken