Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 3 (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 3
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.45 MB)

ebook (4.02 MB)

XML (2.33 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 3

(1975)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 956]
[p. 956]

XVIII

Het afscheid was mat, triestig. Moeder zat daar zo gewoon op haar stoel; 't was of ze zich in 't geheel geen rekenschap gaf, dat Ivan misschien wel voor jaren, ja, wie weet, wellicht voor altijd wegging. Zij gaf hem een slappe hand en keek hem aan alsof zij niet begreep, waarom hij nu weer moest vertrekken. Zij knikte hem zwijgend na en zei dat hij goed zorg moest dragen voor zijn geld en zijn kleren. Lisatje Baere was daar ook en die had tranen in de ogen. Maar wat kon zij zeggen? Zij was toch maar een vreemde voor Ivan. Alleen Peetsen scheen alles te beseffen en te voelen en was diep ontroerd. Zijn dikke ogen puilden uit van droefheid en zijn grote lippen bibberden. Hij ging mee tot aan het station en onderweg vroeg hij nog en nog of Ivan toch terug zou komen, als het hem mogelijk was. Ivan beloofde het en om Peetsen te troosten zei hij, dat zijn madame nu reeds gesproken had van 't volgend jaar weer een autoreis te ondernemen door Europa en dan ook een veel langere. Peetsen knikte met het hoofd, half gelovend, half twijfelend. Maar toen de trein met zijn broeder wegreed, kreeg hij een stuip van smart en Ivan zag hem over het perron weghinken, de beide handen aan zijn ogen, als een gemartelde kabouter. Toen voelde Ivan zelf al het zware leed van de scheiding en hoeveel gelukkiger het wezen zou voor hem en allen die hij kende en liefhad, als hij maar voor altijd bij hen blijven kon. De vaderlandse grond trok hem weer zo innig tot zich, nu hij nog eens op het punt stond die voor wie weet hoe lang te verlaten. De velden, de huizen, de molens, de mensen op de akker, de beesten in de wei, alles scheen hem in stille droefheid zijn ontrouw te verwijten.

Toen hij te Parijs in het hotel aankwam berichtte de portier hem, dat mevrouw hem onmiddellijk op haar kamer wenste

[pagina 957]
[p. 957]

te zien. Ivan schrok hevig. Hoezeer hij ook naar zijn meesteres verlangde, toch voelde hij een soort angst om weer bij haar te komen. Als hij de vrije keus had gehad, zou hij misschien niet gegaan zijn. Aarzelend klom hij de trap op en tikte bevend aan haar deur.

- Come in! klonk haar stem bijna gebiedend.

Hij opende de deur en zag haar staan, half aangekleed, midden in een berg bagage: koffers, dozen, pakken, om van te duizelen.

- Hoe hebt ge 't gehad? vroeg ze, vlug-vriendelijk. Maar, zonder zelfs op zijn antwoord te wachten, met gefronste wenkbrauwen:

- Ivan, help mij die koffers dichtmaken; ik kan niet meer! Behulpzaam snelde hij toe. Hij perste de rommel ineen en duwde tot de sloten knapten.

- Er komt nog meer, zei ze, - en 't maakt mij zenuwachtig, want er blijft zo weinig tijd over. Overmorgen avond moeten wij in Cherbourg zijn.

- Dat zal wel gaan, mevrouw! meende hij, geruststellend.

- Komen wij in één dag van Parijs naar Cherbourg?

- O, zeker, Mevrouw... als we tenminste niet te laat van hier vertrekken.

- Zo vroeg als ge wilt! glimlachte zij opgelucht.

Zijn handen beefden en zijn keel hikte droog. Zijn ogen keken haar angstig-weifelend aan. Er was iets zo vreemds en onnatuurlijks in hun weerzien. Waarom vloog hij haar niet om de hals? Waarom zoende hij haar niet op de mond? Iets zei hem, dat hij 't nu niet doen mocht. Van háár moest het uitgaan. Zij had het immers bepaald gezegd. En nu dacht zij er blijkbaar niet aan. Zij dacht alleen aan haar koffers en dozen, aan haar luxeklerenrommel. Even stond hij daar, roerloos, de handen neergestrekt, de ogen strak op haar gevestigd, wachtend op verdere bevelen.

Zij glimlachte en haar ogen glinsterden.

- Vanavond! fluisterde zij. En duwde hem zacht de deur uit.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken