Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 3 (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 3
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.45 MB)

ebook (4.02 MB)

XML (2.33 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 3

(1975)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 1139]
[p. 1139]

VI

Enige weken later, op een zachte lentenamiddag, ging Florimond als elke dag naar zijn kantoor, toen hij, dicht bij de gebouwen gekomen, twee van zijn medebedienden ontmoette, die, zodra zij hem zagen, met vrolijke gezichten en zwaaiende armen, teken schenen te doen, dat hij niet verder hoefde door te stappen.

Verwonderd hield Florimond even stil, maar voordat hij ook de tijd had om te vragen, wat er gaande was, kwamen de twee naar hem toegelopen, juichend:

- Pas de bureau eet après-midi! 't Wijf van de patron hee ne zeune gekocht, en hij es 'r zu kontent van, qu'il a donné congé à tout le personnel. Goade mee 'n pinte pakke?

- Joa moar, serieus? Es 't gien blague? vroeg Florimond wantrouwend.

- Parier? Pour deux bouteill de champagne? stelde een van de commiezen voor, de hand uitdagend weddend naar Florimond toegestoken.

- Allons, tant mieux, zei Florimond niet langer twijfelend. - Ce n'est pas moi qui ai envie d'aller me mettre sur mon bureau, par ce beau temps! En hij wendde zich om en liep met hen mee.

Zij gingen binnen in een koffiehuis en vroegen er elk een pintje ‘triple.’ De twee kameraden stelden voor een partijtje biljart te spelen; maar het café was somber, kil, ongezellig en verlaten met dat prachtig lenteweer; en langzamerhand voelde Florimond in zich de lust opkomen die enige vrije namiddag aan heel wat anders te besteden. Het spel vlotte niet, in bierdrinken had hij geen zin, hij wilde liever naar buiten, de frisse ruimte in, op 't water, in een der lichte schuitjes van de Club Nautique.

- Ala, toe toe, loat ons liever uitschien mee da onnuzel bil-

[pagina 1140]
[p. 1140]

joartspel, en... en...

Hij stokte even, zweeg. Plots was een gedachte als een weerlicht in hem opgeflitst.

- Hawèl?... en... watte? vroegen de makkers verwonderd. - En wa anders doen, zei Florimond, zonder overtuiging, eensklaps gegeneerd en blozend, met een meisjeskleur over zijn frisse wangen...

- Ah ouais mais, si vous n'avez que ça à proposer! lachten de anderen hem uit.

- Enfin, moi j'en ai tout de même assez, savez-vous, après cette partie. Je vais me promener un pen, verklaarde Florimond.

- Ha! 'lijk of ge gij wilt, mijne vriend. Wij goan toch nog 'n partietje spelen en nog 'n pijntsjen of twieë pakken, ne woar, Guust? zei de ene commies tot de andere.

- Hoa joam, zilde! Pour une fois que nous avons l'occasion! bevestigde deze.

- Eh bien, bonjour alors, en amuzeert ulder. A demain!

Florimond betaalde, stak een pijp aan, en was weg.

Slenterend stapte hij een poosje voor zich heen. Hij keerde stadwaarts terug. Aan de hoek van de Hoogstraat en de gedempte Houtlei, bleef hij aarzelend stilstaan.

- Zou hij 't doen? Zou hij durven?

Gevaar voor bespieding was er eigenlijk niet en de verzoeking werd zo vurig!

Jeannette aan haar werk bij zijn ouders, en Euzeke die dag alleen in 't huisje van de Brandstraat, alleen, hij wist het, op haar kamertje. Was dat geen enige gelegenheid? Kom! hij kon niet langer weerstand bieden. Hij zou het in elk geval toch proberen. Weer zette hij zijn weg voort, met veerkrachtige stap, de ogen glinsterend, een zachte warmte van emotie op zijn wangen. Vlak langs de huizen, om de beurt schichtig kijkend in de nauwe openingen van 't Schouwvagersstraatje en van de Wellinckstraat, sloop hij in de ouderwetse, smalle Brandstraat, met haar hobbelig plaveisel en haar verweerde, armoedige, hier en daar spitsgevelige huisjes. Snel joeg zijn hart, hij voelde zich bekeken, niet op zijn plaats dáár, hij, een heer, in die arbeiders- en kleine-winkeltjes-buurt. Mama, of Marina, of Paulke moesten er hem eens tegenkomen! Doch

[pagina 1141]
[p. 1141]

neen, dat was niet mogelijk, die kwamen dáár nooit. Vlug doorgestapt toch maar, om zo gauw mogelijk aan de nieuwsgierige blikken van enkele, op hun drempel staande of zittende mensen te ontkomen...

Daar staat het huisje, geelgekalkt, trapgevelig, scheef ingezakt, met een naar de straat uitbultend buikje. Een groen, gesloten deurtje en twee raampjes; en daarboven één vierkant venstertje met, op de buitenrand, in een groen latwerkbakje, enkele fel schitterende, rode en witte geraniums. Naast het deurtje een half opgeroeste bel, waaraan hij zenuwachtig trekt.

Boven gaat het raampje open en over groen en bloemen heen, verschijnt Euzekes fris-bekoorlijk gezicht, verwonderd voorovergebogen. Hij ziet haar en licht groetend zijn hoed op, terwijl ze zich plots met een vuurrode kleur, achter het raampje terugtrekt.

Hij hoort haar vlug, langs 't trapje, naar beneden hollen. Zij opent half de deur, kijkt schuw in de straat, laat hem aarzelend binnen, fluistert, hees van angst:

- Ho! moar, menier Florimond! Hoe durfde? Ge 'n meug gij hier nie kome! Toe, toe, huul de gebuurte zoe u zien! Ge moet ziere were wiggoan.

Haar lief gezicht is plotseling bijna zo bleek geworden als haar wit katoenen jakje en angstig staren haar donkere ogen. Zij wil hem vooral weg krijgen, in elk geval hem zo spoedig mogelijk weg krijgen.

Diep teleurgesteld staat hij haar even roerloos in het somber gangetje aan te kijken, zonder een woord te kunnen spreken, noch haar aan te durven raken.

- Ha moar, Euzeke, 'k mage toch wel ne kier bij u kome! zegt hij eindelijk, met een klaagstem van verwijt.

- Ha moar, menier Florimond, wa peinsde toch! Hoe durfde! Hoe durfde? angstigt zij.

- 'k Kwam u hoale, zegt hij met droogslikkende stem, plotseling die inval krijgend. - 'k Hè congé van den achternoene en 'k kwam u hoalen om mee mij in 'n buutsen op de Leie te goan voare.

Een zachte glimlach van verraste dankbaarheid straalt even op haar aangezicht, maar:

[pagina 1142]
[p. 1142]

- Oo! 'k 'n durve nie, menier Florimond, en 'k hè toch nog zuveel wirk! antwoordt zij aarzelend. - En uuk, dat er ons ne kier iemand moest zien!

Voelend dat hij het wel zal verkrijgen, dringt hij dadelijk met nadruk en bijna gebiedend aan:

- Ge móét meegoan! 'k wil 't! Als ge mij da plezier nie 'n doet es 't tieken da ge mij nie geren 'n ziet! En kijk toch ne kier wa veur 'n schuun were! herneemt hij zachter, overredend. - Ho! 't es zonde van nu binne te zitte.

Zij laat zich bewegen. Zoeter ontspant de innige glimlach van verrukking haar zachte trekken.

- Ha joa moar, 'k 'n ben ik doar nie op geklied, menier Florimond. En uuk we'n keune wij doar toch te goare nie noartoe goan, werpt zij nog even tegen.

Doch dat bezwaar telt hij niet mee.

- Klied u direct aan, binst da 'k ik noar de Club om den buut goa, zegt hij. - En, als ge geried zijt, goa langs deh boulevard des Hospices tot aan de Zwemschole; doe u doar deur de pont overzetten en wandel stillekens langs de Leie vuurt, 'k Zal u doar in mijn buutsje komen oploàn. Es 't azu goed? Ala 'n schuun totsjen!

Zij stribbelt nog eventjes tegen, maar vurig sluit hij haar in zijn armen, prangt haar tegen zich aan, zoent haar hartstochtelijk op de mond.

- Toe, menier Florimond, toe menier Florimond, als 't u blieft goa nu! smeekt ze.

Hij laat haar los, doet haar nog eens vast beloven, dat ze komen zal en is weg...


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken