Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 3 (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 3
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.45 MB)

ebook (4.02 MB)

XML (2.33 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 3

(1975)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 1156]
[p. 1156]

VIII

Het waren eigenlijk twee kamers: de ene tamelijk ruim, de andere een klein hokje. In de mooie kamer, die uitzicht op de Laan en verder op het Park had, stonden de kleerkast, de naaimachine en het bed; het hokje diende tot keuken. Wel had Euzeke enige kleinigheden uit haar kamertje bij Jeannette mee kunnen brengen; maar het was toch heel weinig, o zo weinig, en verre 't meeste had splinternieuw ingekocht moeten worden. Aldus de kleerkast, aldus de kachel, aldus ook het bed. Euzekes oud beddeke was weggedaan.

Het afscheid met Jeannette was niet zo bijzonder gul geweest. Euzeke had haar niet gezegd, waarom zij eigenlijk verhuisde, noch waar ze heenging; zij had dat zo wat in 't vage gelaten, bewerend dat zij eerst een tijdje bij haar tante zou haar intrek nemen. En Jeannette, voelend dat ze niet de waarheid zei, en dat haar iets geheimgehouden werd, had het nogal kwalijk genomen:

- Wel, Euze, jonk, veur mij 'n moete gij toch nie blindpotte, zilde, had Jeannette haar ietwat vinnig verweten. - Es 't zoake datte gij hier nie mier kontent 'n zijt, 't stoat het u natuurlijk vrij van wig te goan; moar 'k zoe toch eigentlijk wel wille wete, wat da we wij u misdoan hên?

- Ha moar, Zjanitte, jonk, 'k zeg het nog ne kier, g'n hèt gulder mij niets misdoan, had Euzeke bedroefd geantwoord.

- 'k Zie 'k ik ulder geerne en 'k hè 'k ik ulder altijd geerne gezien, moar da sorteert nu azu, ne woar? We 'n zulle wij doarom gien kwoaje vriende zijn.

- 'k Hè 'k ik u uuk altijd geerne gezien en 'k zie 'k ik u nog geerne, had Jeannette op haar beurt herhaald, en in haar ontroering was ze zelfs even gaan schreien; maar met dat alles was er geen opheldering gekomen en vrij koeltjes waren zij van elkaar weggegaan.

[pagina 1157]
[p. 1157]

Euzeke had wroeging en voelde, dat ze lelijk had gehandeld; maar dat kon nu eenmaal niet anders en zij hoopte, dat de toekomst haar wel een gelegenheid zou bieden om alles weer goed te maken.

Voorlopig was zij helemaal, met ziel en lichaam, in haar nieuw en jong geluk verdiept.

Al in de vroege ochtend stond zij vrolijk-zingend op, beredderde haar huishoudentje, schuurde, poetste, boende, zorgde ervoor dat hij, bij zijn komst, alles gezellig, fris en netjes zou vinden. Dan ging zij aan haar werk. De naaimachine gonsde vlijtig, de scherpe naald prikte, prikte, prikte, het lichte, witte goed wolkte om haar op, en zij zat zingend als een vogeltje er overheen gebogen, zo vreedzaam, zo gelukkig, zo echt genietend van haar vrijheid in de lieflijke intimiteit van haar naar eigen zin en smaak ingericht interieur.

Wat was het heerlijk niet meer uit te moeten werken gaan! niet meer te zitten, nu eens in een te warme, dan weer in een te koude, naakte, ongezellige, vreemde kamer, met mensen waar ze niets voor voelde, of heel alleen, uren, dagen alleen, met vervelende of naargeestige gedachten en zonder de steunende hoop op de komst van hem, die nu de grote kracht en het bereikte ideaal van heel haar leven was geworden. Nu wist ze zeker dat hij komen zou, nu leek de langste dag haar kort, en bij mooi weer stond haar raampje open, de vensterrichel versierd met haar meeverhuisde bakje bloeiende geraniums, die gloeiden in de zon; en af en toe keek zij van ver door de frisse, groene bladeren in het verschiet van de Laan en naar de hoge donkere kruinen van het Park. Langs de Platanenlaan zou hij tot haar komen, haastig, vliegens, op zijn rijwiel, om gauw genoeg bij haar te zijn. Zij kende 't geluid van zijn fietsbelletje, zij hoorde 't van ver, en 't rinkelde op tot in haar hart; zij zag hem naderen, haar mooie, flinke, blond-gezonde jongen, vlug als een vliegende vogel, en 't ogenblik daarna hoorde zij de voordeur openen en weer sluiten, een veerkrachtige stap naar boven snellen, haar deurtje openduwen... en daar was hij, blozend, glimlachend, met stralende ogen, in haar armen!...

Hij was er thuis; hij was er méér dan thuis. Hij had er zijn pijpen, zijn pantoffels; hij lag er in zijn hemdsmouwen, uit-

[pagina 1158]
[p. 1158]

gestrekt in een gemakkelijke stoel, de blik dromerig rustend op de ruisende kruinen van het Park, of verdwaald over de blauw-wazige, wegdeinende vergezichten van het wijde landschap. Euzeke naaide, haar machine gonsde, het tere, witte goed wolkte etherisch om haar op; en het was een idylle van liefde en van vrede, zoals ze daar vlijtig bij het open raampje zat, met een stille glimlach van geluk over haar werk gebogen, de fijne, donkere krulletjes liefelijk kroezend om haar blanke slapen, de ogen ingetogen stralend, de wangen zacht gekleurd in het getemperd licht van het half neergelaten rolgordijn, waaronder de geraniums rood op de vensterbank stonden te gloeien.

De zomeravondzon daalde; haar rode glorie vulde met purper en met goud de ganse kamer, en weldra lei Euzeke haar naaiwerk neer, sloot haar machine, en kwam bij hem, geheel en al de zijne. Dat was het uur van volle, zalige verrukking. Het raam bleef open, de laatste zwaluwen schoten als schichten met schrille kreten door de ijle, langzaam aan versomberende lucht, waarin de eerste sterren twinkelden; de bloemen op de vensterrichel verkleurden; de vledermuizen fladderden; de hoge kruinen van het stil-verlaten Park werden inktzwart. Eindelijk stond hij op, kleedde zich haastig aan, omhelsde haar een laatste maal, en 't ogenblik daarna vooroverhellend uit het raam, zag zij hem pijlsnel de Laan afrijden, gebogen op zijn rijwiel, in het gerinkel van zijn belletje en 't dansend geflikker van zijn lichtje. Dan sloot zij haar venster en gebruikte in eenzaamheid, doch zonder enig gevoel van verlatenheid, haar avondmaal, zeker als zij was dat hij de volgende dag trouw terug zou komen.

 

Het duurde niet lang of hij verzon middelen om nog langer dan die dagelijkse paar uurtjes bij haar te vertoeven. Thuis was 't leven voor hem ook zo saai en zo kleurloos. 't Was er toch altijd dag aan dag hetzelfde: paatje hulpbehoevend in zijn leunstoel neergezakt, m'ma bezig met haar huishouden, Paulke bordurend, Julien weg en Marina op de piano tjonkend; en wanneer het onvermijdelijk partijtje met paatje was uitgespeeld, snakte hij zo naar zijn vrijheid, naar wat anders. Daarbij kwam nog dat m'ma, verontwaardigd over de onheb-

[pagina 1159]
[p. 1159]

belijke manier waarop Euzeke haar verlaten had, daar telkens weer, in verbitterde woorden, op terugkeerde. Euzeke had zo maar kortweg een briefje geschreven om aan madame Verpoest te laten weten, dat zij niet meer kon komen naaien, en madame Verpoest die niet zo dadelijk een andere naaister aan de hand had, vond die handelwijze in-gemeen en verlangde niets beter dan Euzeke nog eens hier of daar toevallig te mogen ontmoeten, om haar te vragen wat toch eigenlijk de reden daarvan was, en haar desnoods eens ongezouten te zeggen, wat zij erover dacht. Door Jeannette wist zij hoe Euzeke van deze was gescheiden en zij verloor zich in gissingen, wat toch wel de oorzaak van dat alles wezen mocht. Zij gaf geducht op 't meisje af, zei dat ze zeker, evenals zoveel anderen, de verkeerde weg op was, en Florimond wist soms niet hoe zich te houden en voelde scherp al het lelijke van zijn dubbelhartig gedrag. Het huis werd hem vijandig, hij voelde er zich als een schuldige gevangen, opgesloten, en weldra met de lange schone zomerdagen en de voorgewende drukte van zijn roeiers-training in de ‘Club Nautaaique’ onder toezicht van Urbain Carbonnelle, alsmede van de vele sportvergaderingen in de ‘Athlétaaique’, vond hij gelegenheid om af en toe niet naar huis te komen souperen, en tot laat in de nacht weg te blijven.

Op zulke avonden soupeerde hij bij Euzeke. Hij kwam haar plotseling verrassen, zeker haar steeds thuis te vinden, hij juichte:

- Euzeke, 'k blijve van den oavond soupere, zilde!

En samen richtten zij hun tafeltje in, een beetje weg van 't open raam, zodat niemand hen van buiten zien kon, terwijl zij zelf heerlijk genoten van de frisse ruimte boven de suizende parkkruinen, als twee verliefde vogels in de volle vrijheid van de wijde lucht. Euzeke haalde blikjes met sardines, met tong, taartjes en vruchten uit een winkel in de buurt; hij trakteerde met een fles lekkere wijn en nu en dan zelfs met champagne; zij namen koffie en daarna een likeurtje; hij rookte een fijne sigaar en zij een sigaretje, - wat hij haar geleerd had, - zij werden vrolijk, uitgelaten, en zelfs een beetje bedwelmd allebei; en de uurtjes vervlogen in hun volheid van geluk, tot weer het gedwongen en ook telkens eventjes

[pagina 1160]
[p. 1160]

weemoedig afscheid kwam.

- O, Florimond, hoe spijtig da we toch nie altijd te goar 'n meuge blijve ne woar? zuchtte zij.

En hij, vertederd, sloot haar dan onstuimig een laatste maal in zijn armen en zei:

- Ik 'n zoe toch zonder u nie mier keune leven, Euzeke. En gij?

- 't Denkt mij da 'k er zoe van duud goan, als ik u nie meer 'n hoâ, antwoordde zij dan gedrukt, met grote, donker-ernstige ogen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken