Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 3 (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 3
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.45 MB)

ebook (4.02 MB)

XML (2.33 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 3

(1975)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 1175]
[p. 1175]

XIII

Eens, op een late najaarsavond, toen Florimond het huis van de Citadellaan verliet, klaar om op zijn rijwiel te stijgen, hield hij zich even in, en staarde, aarzelend en wantrouwig, vlak vóór het huis, naar een donkere, zware vrouwengestalte, die zich langzaam, bij een lantaren, onder de half ontbladerde boomkruinen, als een schaduw voortbewoog. - Wie was dat? Kende hij die niet? Stond die daar niet op hem te loeren, te wachten?

Hij tilde zijn voet van de trapper af, liep stilletjes, met inspanning kijkend, zijn fiets aan de hand, schuins in de richting van de schaduw toe.

Plotseling keerde de schaduw zich naar hem om en bleef palstil staan.

- O! schrikte hij en herkende zijn moeder.

- Mama! Wa doede gij hier zu loate? riep hij.

- Ha, loat mij liever vroage wa datte gij hier zu loate doet? zei bevend van toorn madame Verpoest, haar beide zware knuisten op haar brede heupen drukkend. Maar plotseling wanhopig, met snikken in de stem:

- Wel, Florimond! Florimond! Dát 'n hoa 'k van u toch nie gedacht! Mij azu bedriege! klaagde zij.

't Werd eensklaps koud als ijs in hem en een hele poos kon hij geen woord uitbrengen. Hij dacht er geen ogenblik aan om af te strijden, om te loochenen; hij voelde zich als een muis in de val gevangen; en hij liep daar even dof en dom met zijn rijwiel aan de hand naast zijn moeder, als een slachtoffer wachtend wat nu komen zou. Hij blies zijn fietslantaarntje uit, zonder te weten waarom; hij zuchtte een paar maal en schudde 't hoofd; hij keek, met open mond en wijdangstige ogen, in het duister naar zijn moeder die, van haar emotie wat bijgekomen, gejaagd-hijgend en waggelend, hem

[pagina 1176]
[p. 1176]

nu met de scherpste verwijten overlaadde. Eindelijk kreeg hij 't spraakvermogen weer, kuchte en antwoordde, zonder overtuiging, met gedempte, matte stem:

- Ha, 'k 'n doe ekik nie mier als Julien,... en nog vele andere...!

- Ha, 't es nog 'n schune excuse! riep verontwaardigd madame Verpoest. - Watte! lijk Julien! Ha, 't zal nog al betere!

- 't Es toch de woarheid, meende Florimond.

- Ha, als gij iemand in 't woater ziet sprijnge, moede gij da doarveure noardoen! kreet madame Verpoest.

Florimond wist weer niet wat te antwoorden. Hij voelde zich doodvernederd en ongelukkig. Al het vrolijke, vrije, levenslustige en verrassende van de laatste maanden lag plotseling als een luchtkasteel voor hem in puin gestort. Hij voelde eensklaps een ontzettende afstand tussen hem en Euzeke. Eén enkel ogenblik, één enkele gebeurtenis, kort en ruw als een slag, en alles was ineens vernietigd. Wat moest er nu gebeuren?...

Plotseling afbreken? Maar kón dat, sterk en innig als hij reeds aan haar verbonden was? Zijn hart bonsde, tranen kwamen in zijn ogen, hij was geheel ontredderd, radeloos, tot denken onbekwaam, vooral in de benauwende tegenwoordigheid van zijn moeder, waar hij nu toch het een of het ander moest tegen zeggen, en die hij weer naar huis moest zien te krijgen, zo ver, in de donkere nacht, zonder nog enig vervoermiddel in hun bereik. Hij hoorde haar lastiger hijgen en zwoegen, en hij kreeg medelijden met haar; zij was toch zijn moeder en wat ze gedaan had - hem bespieden - deed ze toch, van háár standpunt, uit moederangst en moederliefde. Een scherpe wroeging knaagde aan zijn ziel en, om haar althans de lichamelijke vermoeienis van die lange, droeve tocht zoveel mogelijk te verzachten, stelde hij voor, op stille, bijna tedere toon:

- Maatje, pak tenminste 'n voiture om were noar huis te goan. Kijk we zijn hier aan 'n huurhouwer. Loat hem mij opbelle.

- Hawèl joa, bel moar, 'k 'n kán nie mier, hijgde madame Verpoest.

[pagina 1177]
[p. 1177]

Florimond belde, hard, met zenuwschokkende hand.

Na een poosje werd de koetspoort geopend en een half aangeklede stalknecht stak het hoofd naar buiten.

- Keunde die dame direct noar heur huis voere? vroeg Florimond.

- Bah joa, meniere. Woar moe ze noartoe?

Florimond gaf 't adres. De knecht spoedde zich heen en enkele minuten later stond het rijtuig klaar.

- En gij dan? vroeg madame Verpoest tot haar zoon, toen zij in 't rijtuig zat.

- Ik goa 'k op mijne velo, ne woar, maatje?

- Ge goat toch nie elders mier, ne woar? angstigde streng madame Verpoest.

- Nie nien ik, ma, 'k zal zu gauwe of nog ier thuis zijn als ge gij.

In snelle draf ratelde 't rijtuig weg.

- Oh! mon Dieu! mon Dieu! mon Dieu! zuchtte Florimond, de hand even voor zijn ogen, alsof hij duizelig ging worden.

Bevend ontstak hij zijn fietslantaarntje en reed ook weg.

- Wa moe 'k nu doen! Wa moe 'k nu doen! dacht hij voortdurend in zijn hopeloze ontreddering.

Zijn moeder was reeds thuis toen hij aankwam. Allen waren slapen en zij stond hem in de halfduistere gang op te wachten. - We 'n zullen er nu nie mier van spreke, fluisterde zij; - moar veur da 'k noar mijn bedde goa moede mij belove da ge doar goat van afzien.

Florimond aarzelde. Het kón, het wilde hem over de lippen niet, omdat hij zich onbekwaam voelde zijn belofte te houden.

- 'k Zal probere, antwoordde hij, 't hoofd buigend.

- Da 'n es gien belofte, zei madame Verpoest, - 'k moe 'n zeker antwoord hên, ier da 'k noar mijn bedde goa.

- 'k 'n Kán niet, maatje, 'k 'n kán niet! snikte Florimond het plotseling uit.

- St! sst! sst! suste madame Verpoest door zijn geluid geschrokken. - Gien laweit. De ander 'n moen da nie wete. Ala, we zullen er nu van zwijge. Sloapt er nen nacht op en zeg mij morge, da ge wijs zult worde. Ala, bonsoir...

[pagina 1178]
[p. 1178]

Hij zoende zijn moeder met natte wangen en zag haar neerslachtig-zuchtend de trap opwaggelen.

- Qu'est-ce que c'est que ça, m'man, tout ce bruit dans la maison? riep plotseling van boven Paulkes schrille stem.

- Wilde gij ne kier zwijge, joa g', en ziere noar uw bedde goan! bromde verontwaardigd madame Verpoest.

Een deur sloeg dicht en weer werd het heel stil in huis.

Florimond draaide 't traplichtje uit en daalde loom beneden, naar de kelderverdieping, in het laag vertrek waar zijn bed naast dat stond van zijn vader.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken