Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 3 (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 3
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.45 MB)

ebook (4.02 MB)

XML (2.33 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 3

(1975)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 1211]
[p. 1211]

XX

- Ha! wat es dá nu! riep verbaasd Jeannette, toen zij Euzeke met Emmatje zag binnenkomen. En 't eerste ogenblik was koel en stroef, tot zij plotseling de droeve toestand van het meisje merkte en met een angstgil naar haar toevloog:

- Euze! Euze! wat es dat? Wa hedde gij gedoan!

- Z' es uit 't woater g'hoald, op de Muinkkoaie achter Sin-Pieters-kirke, zei Emmatje die, nu dat alles afgelopen was, ook eensklaps door haar emotie overweldigd, begon te schreien.

- Watte! Hee z'heur wille versmure! gilde Jeannette met van schrik wijduitgezette ogen.

- Joa z', moeder, snikte Emmatje.

Euzeke was machteloos op een stoel ineengezakt, het aangezicht onder haar beide handen verborgen. Dadelijk vormde zich, onder haar voeten, een sijpelend plasje.

Jeannettes man, een blozend ventje met lichtblauwe ogen en volle blonde baard, die in een hoek zat te eten, stond plotseling op, kwam naar Euzeke toe, legde de hand op haar schouder en zei medelijdend:

- Kom Euzenie, 't 'n es niets, 'n moak gij gien verdriet mier, meiske. Doet u ander klieren aan en zet u tons bij de stove. Ala toe toe, ge zij gij hier thuis. Toe Zjanitte, goa mee heur noar boven en geeft heur ander kliere. Ematsje, schiet wa kolen in de stove en houd den overschot van de gestoofde petoaters woarm.

- Ha! wel Hiere! wel Hiere! Wa goan we nog beleve! riep Jeannette, die van die ganse, tragische gebeurtenis maar geen reden kon maken. Zij nam Euzeke onder de arm en verdween achter haar langs 't somber trapje.

 

Dát wat Euzeke in die droevige maanden vooral ontbroken

[pagina 1212]
[p. 1212]

had: een beetje morele steun, een woord van troost, een illusie van huiselijke gezelligheid en een gevoel van niet door iedereen verlaten en verstoten te zijn, zij vond het alles plotseling, in ruime, gulle mate, in Jeannettes goedhartig en vriendelijk gezin terug.

Voor dié mensen toch was ze niets minder geworden door haar droevig geval; wat met haar gebeurde, was met zóvele anderen uit haar stand gebeurd; en zij voelden alleen solidair medelijden, en hadden voor het ongelukkig meisje niets dan toewijdende hulp en trouwe genegenheid over.

Jeannette zei het haar ronduit:

- 'k Hèt u kwoalijk genomen, Euzeke, als ge de madam begont te spelen en da ge ons nie mier 'n wilde kenne; moar nu da ge in 't ongeluk zijt en were noar ons toekomt, zijde wel gekomen en meugde blijve zu lank of da ge wilt.

En weer, als vroeger, betrok Euzeke haar kamertje in 't huisje van Jeannette en zei de huur op van die andere, sombere kamer in de Holstraat, waar zij zoveel geleden had. Opnieuw werkte zij, als vroeger, ganse dagen, voor haar onderhoud en voor het kind dat komen moest, en 't was haar trots niets meer van hem, de verlater, de verrader te aanvaarden. Zij was vertrokken zonder een adres te laten, zij had hem uit haar verder leven weggeschtapt, en naar omstandigheden voelde zij zich haast gelukkig, in 't midden van die arme mensen, die haar zo belangloos het leven gered, en met de toekomst verzoend hadden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken