Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 5 (1978)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 5
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 5Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.77 MB)

Scans (0.79 MB)

ebook (9.66 MB)

XML (2.55 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 5

(1978)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 587]
[p. 587]

La mort d'Hippolyte

In het Huis van Commercie, de deftige, ouderwetse, Vlaamse herberg, waar de notabelen van het dorp geregeld hun ‘stamenee’ komen houden, zijn twee tafeltjes bezet. Aan het ene zitten vier ernstige kaartspelers: de dokter, de ontvanger, de gemeentesecretaris en de bierbrouwer. Aan het andere tafeltje hebben slechts twee jongelieden plaatsgenomen: de hulponderwijzer en de hulpcommies der accijnzen. De dikke herbergier staat, met een stenen pijp, die als 't ware in zijn mond gemetseld zit, achter zijn schenktafel glazen te spoelen en ik zit alleen, in een hoekje, bij de kachel, mijn courant te lezen. 't Is op een vroege winteravond, in het jaar van vrede 1913 en buiten is het guur, stormachtig weer. De oude, Vlaamse klok met ratelend speelwerk, heeft zeven uur geslagen.

De kaarters spelen ernstig en gewichtig, met roodglimmende koppen in de rook van hun sigaren gehuld, zonder op te kijken. De beide jongelui, de onderwijzer en de commies, zijn in een druk, hartstochtelijk gesprek verdiept; en af en toe zegt een van hen iets op, met een emfatische, declamatorische toon, alsof hij uit zijn hoofd verzen reciteerde.

Ik ken hen wel en zij interesseren mij. Het zijn intelligente jongens, verdwaald in dat prozaïsche dorpsmilieu, waarvan zij de hopeloze saaiheid door enige litteraire en intellectuele belangstelling trachten op te fleuren. Ik hoor, bij brokken en stukken, iets van hun gesprek. Zij hebben 't over de tragedies van Racine, en in 't bijzonder over Phèdre.

 

De deur van de gelagkamer gaat open en een nieuwe bezoeker treedt binnen.

Het is de oude klerk van de dorpsnotaris. Hippolyte heet hij van zijn voornaam. Hij tilt even de rand van zijn hoed op en

[pagina 588]
[p. 588]

groet de heren van 't gezelschap, die hem met een ‘dag Iepliet’ teruggroeten. Hij is een ietsje aan de drank verslaafd en drinkt altijd jenever. Hij bestelt dus ‘nen dreupel’ en gaat met zijn glaasje, dat lichtelijk tussen zijn vingers beeft, belangstellend naar het spel van de kaarters kijken.

 

De geestdriftig-opgewonden jongelui, die ternauwernood even vluchtig van de nieuwe bezoeker notitie hebben genomen, zijn juist in hun gesprek aan het klassiek verhaal van Théramène gekomen. - Herinnert gij u nog die schone verzen over ‘La mort d'Hippolyte?’ vraagt de een. En de andere antwoordt, jubelend: - ‘La mort d'Hippolyte!’ Ik ken het nog van buiten! En hij begint te reciteren:

 
A peine nous sortions des portes de Trézène,
 
Il était sur son char; ses gardes affigés
 
Imitaient son silence, autour de lui rangés;
 
Il suivait tout pensif le chemin de Mycènes;
 
Sa main sur ses chevaux laissait flotter les rênes.

De kaartspelers hebben even opgekeken. Zij kijken, met iets van spottende minachting in de ogen, naar de jongelui aan hun tafeltje, en daarna naar Iepliet, met een uitdrukking van verontwaardigde deernis en bescherming. Ook Iepliet kijkt even naar de jonge kerels om, trekt een grimast, haalt zijn schouders op, alsof het hem per slot van rekening toch niet schelen kan; drinkt, ietwat morsend, zijn borrel leeg en bestelt er een tweede.

 
Hippolyte lui seul, digne fils d'un héros, gaat de
 
jonge onderwijzer, die niets gemerkt heeft, onverdroten
 
voort,
 
Arrête ses coursiers, saisit ses javelots,
 
Pousse au monstre, et d'un dard lancé d'une main
 
sûre
 
Il lui fait dans le flanc une large blessure.

Opnieuw kijken de kaartspelers, geprikkeld en verbolgen op. Zullen die twee vlegels daar niet haast gaan uitscheiden

[pagina 589]
[p. 589]

met hun onhebbelijke toespelingen! Iepliet mag misschien wel af en toe een borrel te veel gebruiken, een man die zich letterlijk dooddrinkt, is hij toch niet; en, trouwens, wat gaat het die jonge kerels aan? Zij toch hoeven zijn gelag niet te betalen! Vooral de brouwer zwelt van moeilijk ingehouden toorn. Hij legt even zijn kaarten neer en kijkt de jongelieden aan met woede-ogen, klaar om uit te barsten, als zij beiden, aan het eind van hun gesprek gekomen, kalmpjes opstaan en zonder iets van de ontstemming die zij verwekt hebben te merken, na een lichte afscheidsgroet tot het gezelschap, die overigens onbeantwoord blijft, de herbergzaal verlaten.

- Vlegels! Schoelies! bromt sidderend de brouwer, zodra de deur weer dicht is.

De anderen: de dokter, de ontvanger, de gemeentesecretaris, staan hem bij, beweren dat 't een schande is. De herbergier schimpt even mee, misprijzend; en allen wenden zich dan troostend weer tot Iepliet, zeggend dat hij er zich maar niets van aan moet trekken.

Iepliet trekt er zich verder niets van aan. Hij ziet alleen een beetje bleek en zijn vingers beven, terwijl hij nog eens zijn borrel leegdrinkt. Hij spotlacht even; zegt dat zulks voorwaar zijn leven geen dag korter maken zal; en gezellig naast het tafeltje schuivend waar de spelers weer hun kaarten opgenomen hebben, steekt hij, met nog ietwat zenuwachtigsmakkende lippen, een verse sigaar aan en bestelt opnieuw ‘nen dreupel’.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken