Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 5 (1978)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 5
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 5Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.77 MB)

Scans (0.79 MB)

ebook (9.66 MB)

XML (2.55 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 5

(1978)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 707]
[p. 707]

Het Ei

Hij was een man van in de dertig, ongehuwd. Hij oefende het ambacht van schrijnwerker uit, maar het was vooral een knutselaar, een zoeker, een uitvinder en toepasser van allerhande kleine wijzigingen en verbeteringen aan reeds bestaande dingen. Hij maakte doosjes, die anders open en dicht gingen dan gewone doosjes, hokjes met verrassingen, allerlei gecompliceerde geriefelijkheidjes, die eerder ingenieus en eigenaardig, dan wel praktisch waren. In 't beekje, dat achter zijn tuintje stroomde, had hij een watermolentje geplaatst, waarmee hij touwen draaide, die hij trouwens moeilijk verkopen kon; en toen het rijwiel begon op te komen, maakte hij er zich een van hout en staaldraad, met verende hoepels in plaats van caoutchoucbanden: een grotesk piep-en-rateltuig, dat joelende benden straatjongens achter hem deed lopen, wanneer hij er mee uitreed.

Toen hij dat rijwiel eenmaal had, zou hij geen rust meer kennen, alvorens hij 't verbeterde tot het boven alle andere rijwielen verheven stond. Hij had zich ook wel, even goed als een ander, een rijwiel kant en klaar in de fabriek kunnen aanschaffen; maar dat wilde hij nu juist niet; hij wilde zijn rijwiel berijden van zijn eigen maaksel, met zijn verbeteringen eraan toegebracht.

Het duurde niet lang of hij ging ervaren, dat de grote vijand van het rijwiel, - en voornamelijk van een rijwiel als hetzijne, - de wind was! Daar ging hij over prakkezeren en hij vond iets uit, iets waardoor je de wind minder voelde, iets dat door de wind als 't ware sneed.

't Leek op een ei. Het was een licht hulsel van gebogen hoepels met linnen bekleed en aan de voorkant voorzien van een soort ruit in mica. Het liep enigszins spits naar voren uit; hij kon het hele ding ineens als een kap over zijn hoofd en

[pagina 708]
[p. 708]

borst heenschuiven; en hij zat daarin als in een kooi, met een gek gezicht, dat onnozel leek achter het troebel micaruitje; maar met een glans van triomf in zijn ogen, want van de wind had hij geen last meer; hij sneed er met vlugheid doorheen, terwijl ae gewone fietsers, over hun stuur gebukt, zaten te zwoegen en te ploeteren.

Het succes in het dorp was van die aard, dat het er op een opstootje leek. De hele straat stond lachend uit, en de straatbengels joelden achter hem aan, aanhoudend gillend:

- Het Ei! Het Ei! Daar komt het Ei!

Ik zie nog vóór mij het geconsterneerde gezicht van de oude baron-burgemeester, die juist toevallig die ochtend, hinkend op zijn stokje, te voet naar 't Gemeentehuis kwam; en de rode tronie met verwoede ogen van de veldwachter, die even zijn kort sabeltje trok, waarmee hij de straat trachtte te versperren.

 

Maar ‘Het Ei’ - anders werd bij in het dorp niet meer genoemd, - hield zich met deze eerste zege niet tevreden. Hij broeide algauw op iets nieuws, nog een verbetering aan 't rijwiel; en, na een paar weken onverpoosd en mysterieus werken, kwam hij ermee voor de dag.

Tot nog toe was het rijwiel slechts een rij-wiel. Hij wilde er een vliegtuig van maken! Niet precies een vliegtuig, dat in 't geheel de grond niet meer raakte; maar toch iets, dat niet zo zwaar op de grond drukte als een gewoon rijwiel dat deed; iets, dat licht-opgetild en zwevend, nog wel bij de grond behoorde, maar toch ook min of meer kon drijven, zowat gelijk een kip, die meestal loopt, maar ook in staat is eventjes te vliegen. Tot dit doel vond hij twee vleugels uit en bond ze zich met sterke riemen over de armen.

 

Nooit heb ik zotter schouwspel bijgewoond. Hij reed er op een windige ochtend mee door de straat, en 't was precies een vliegend ei, terwijl zijn hoepelbanden piepten, alsof er werkelijk een levend kuiken in zat. De wind sloeg hem rechts; sloeg hem links en even keerde een van zijn vleugels binnenste buitenwals een omgewaaide paraplu.

De mensen stroomden naar buiten; de huisbelletjes rin-

[pagina 709]
[p. 709]

kelden, de straatbengels gilden als dol; en vlak vóór 't Gemeentehuis had bijna een ongeval plaats: een boerenpaard, voor een kar gespannen, schrikte hevig en krabde met zijn voorpoten de stoeptreden op, waarbij de brute veldwachter naar buiten kwam gehold, gevolgd door de hinkende burgemeester, die dreigend met zijn stokje zwaaide.

De veldwachter sprong zonder aarzelen naar ‘Het Ei’, rukte hem van zijn wiel en begon heftig te schelden.

- 'k'n Doe ik niemand gien kwoad; 'k mage toch wel mijn uitvindijnge proberen! protesteerde ‘Het Ei’ van achter zijn micaruit.

- Kij mak niet in de straat! Kij mak niet in de straat! riep heftig-opgewonden de baron-burgemeester, die heel moeilijk Vlaams sprak.

- Goa noar buiten in 't veld, as g'ou wilt den nekke breken, gie verdomsche zot woar da ge stoat! gilde de veldwachter met van woede uitpuilende ogen.

En ‘Het Ei’ moest gehoorzamen! Ik zie hem nog gaan, zijn houten piepwiel aan de hand, zijn ene vleugel scheef, gehuld in 't ei, een zijstraat door, de velden in, met een lachende, loeiende, proestende bende achter zich. De molenaar, op zijn hoge, houten molen, hoorde 't gejoel van verre en zag hem door zijn kijkgat komen; de boeren kwamen dwars over hun akkers naar de weg gelopen.

Dáár, op een effen eindje, tegen de sterke wind op, probeerde hij 't nog eens. Ik geloof, als zijn vleugels niet gefaald hadden, dat hij misschien wel iets bereikt zou hebben. Een ogenblik, trappend met verwoede energie, scheen hij werkelijk van de grond te komen, als een gedrochtelijke vleugelengel zonder hoofd, die gaat ten hemel stijgen. Maar toen was het of hij plotseling een geweldige flap kreeg tegen zijn gezicht: een wind-oorveeg, die hem de rechtervleugel als een zwaard langszijde sloeg en hem tegelijkertijd met wiel en ei en alles wat er aan hem was in een partij rapenloof deed ombuitelen. Een homerisch brulgejoel steeg op; men zag het gezicht van de molenaar, ginds hoog in zijn kijkgat, als 't ware een stuiptrekkende lachkramp krijgen.

 

't Is droevig afgelopen met ‘Het Ei’...

[pagina 710]
[p. 710]

Toen de eerste vliegtuigen in de wereld kwamen, - de echte, - ging hij daarnaar kijken en, natuurlijk, moest hij ook zijn eigen vliegtuig maken.

Hij had daar geen geld voor. Hij kon niets beginnen en toch wilde hij. Hij ging bij de baron om hulp en werd er smadelijk aan de deur gezet. Hij toog naar de stad, ging naar de grote bazen toe, vond overal hetzelfde onthaal. Toen begon dat in zijn hoofd te malen. Hij wilde, hij moest, hij zou een eigen vliegtuig maken. Hij maakte er eindelijk een. Alles wat hij bezat, tot zijn laatste cent, werd eraan besteed. En toen het klaar was stond het daar, als een grote vogel zonder ziel in de loods, waar hij 't gebouwd had. Het had geen motor en geen schroef en hij stond er maar tot in den treure naar te kijken, alsof hij wachtte, tot die motor en die schroef er uit de hemel zouden in neerdalen.

Zo vond men hem eens zitten op een kille najaarsavond van wilde slagregens en gierende wind. Hij zat er nu al dagen, beweerden de buren, zonder eten en zonder slapen en af en toe uitte hij vreemde geluiden, als van een krachtig-snorrende motor.

- Huert g'hem! riep hij. - Zie-je hem vliegen! gilde hij jubelend; en zijn ogen dwaalden schitterend weg in 't onbestemde, alsof zij wonderen zagen.

De burgemeester werd ontboden. Hij kwam, steunend op zijn stokje, worstelend tegen de wind, vergezeld van zijn veldwachter, die de menigte opzij deed gaan.

Zodra ‘Het Ei’ hem zag kwam hij opgewonden naar hem toe, greep zijn beide handen en schudde die hartstochtelijk in dankbaar jubelen:

- Ghoo! menier den baron, wa zij-je gij toch broave geweest veur mij! Wa vliegt hij schuene! schuene! Huert hem ronken: Rrrrrr...

De burgemeester, die op de hoogte was, had een rijtuig besteld, dat in de schemering, op korte afstand van het huisje, stond te wachten. Hij praatte vriendelijk met ‘Het Ei,’ zei hem dat er grote mannen waren in 't kasteel om hem over zijn uitvinding te spreken, en lokte hem zo zachtjes mee naar het rijtuig.

De menigte volgde, in doodse stilte. Er lag iets aangrijpend

[pagina 711]
[p. 711]

tragisch in, dat alle spotlust doofde. Men voelde iets van innig medelijden. Vlak voor 't rijtuig had ‘Het Ei’ een korte aarzeling, als van wantrouwen en tegenstand. Schichtig keek hij even op naar veldwachter en burgemeester en schudde 't hoofd. Het duurde slechts een ogenblik. Een stralenglimlach van triomf kwam op zijn bleke lippen en buigend stapte hij het rijtuig in.

De veldwachter volgde hem met een wip, 't portier sloeg dicht, de wielen ratelden.

 

Nooit meer heeft men ‘Het Ei’ op 't dorp teruggezien. Ik hoorde dezer dagen, dat hij heel onlangs gestorven is, in het gesticht waar hij sinds jaren opgesloten zat.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken