Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het koninkrijk IJmond. Ba Kuku-Ba Buba. Een oraal koningsdrama in vijf bedrijven (1985)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het koninkrijk IJmond. Ba Kuku-Ba Buba. Een oraal koningsdrama in vijf bedrijven
Afbeelding van Het koninkrijk IJmond. Ba Kuku-Ba Buba. Een oraal koningsdrama in vijf bedrijvenToon afbeelding van titelpagina van Het koninkrijk IJmond. Ba Kuku-Ba Buba. Een oraal koningsdrama in vijf bedrijven

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.81 MB)

Scans (19.05 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Genre

drama

Subgenre

toneeltekst (modern)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het koninkrijk IJmond. Ba Kuku-Ba Buba. Een oraal koningsdrama in vijf bedrijven

(1985)–Edgar Cairo–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 48]
[p. 48]

Nawoord II

Uiteraard mag worden aangenomen dat een regie, welke mensen dat ook zijn, in principe vrij is een keuze te maken. Er dient daarbij onderscheid te worden gemaakt tussen een konsept (= waar gaan ze van uit? hoe is hun idee omtrent dat uit te voeren stuk? vanuit welke beginselen wordt er geopereerd?) en een uitwerking van dat konsept (hoe goed of hoe slecht wordt er, gezien de uitgangsnormen, gespeeld? hoe goed is de aankleding daarop afgestemd?)

Dit artikel beoogt meer te zijn dan zomaar de bespreking van een theaterstuk, dat zal inmiddels duidelijk geworden zijn. Het gaat konkreet hierom: in hoeverre worden verwachtingen over zwarte kultuur, die eenmaal zijn opgeroepen bij pers en publiek, in zo'n stuk waargemaakt? Het gaat mij dus hoofdzakelijk om een stukje ideologie, om kultuurdenken en niet om persoonlijke elementen, die overigens door mij van zeer ondergeschikt belang worden geacht. Er zijn uiteraard ook een aantal inhoudelijke zaken onbesproken gebleven, bijvoorbeeld hoe de (twee) blanken in het stuk overkomen, dat wil zeggen, de échte blanke spelers.

Hun optreden - ze speelden in gewone kledij zoals in het dagelijks leven in tegenstelling tot de rest die op een of andere wijze toneelmatig gekleed was - kwam vrij storend over. Zulks hoeft niet aan de regie te liggen.

Waar ik het in verband met die blanke (zo men wil: witte) spelers over wou hebben is het volgende. Wat voor rol kan een blanke in een ‘zwart’ stuk vervullen?

Hij kan de bekende opponerende rol spelen, dat wil zeggen, die van de blanke die zich tegengesteld aan de neger gedraagt. Men denke aan kwesties over diskriminatie. Hij/zij kan ook ‘gewoon’ spelen, dat wil zeggen, blank & zwart gezien als normale mensen die een individuele rol vervullen, buiten allerlei kultuurblokken.

En tenslotte: hij of zij vertegenwoordigt een kultuur.

Frappant is het, dat wanneer blanken zwarten spelen, zij zich tot nog

[pagina 49]
[p. 49]

toe zwart geverfd hebben. Denk aan de Black Mistrels, aan pieterbaas (ook in De Negers te zien) of aan de opvoeringen van het stuk Orinoco in Nederland. Blijkbaar komt het niet bij de mensen op, dat 'n blanke 'n zwarte kan spelen zonder z'n huidskleur te veranderen! Want staat ‘zwart’ voor een huidskleur of voor een kultuur? Het is niet ondenkbaar dat blanken in de toekomst puur zwarte stukken spelen. Maar dan is het wel een vereiste dat zij zich volkomen inleven in zwarten. Voorwaar een grote opgave! Geen marginaal gedoe dus! Wij zwarten hoeven niet beledigd te zijn wanneer blanken ons spelen, wanneer blanken dus op het toneel zwarten vertegenwoordigen. Als ze ons maar niet steeds negeren! Vanuit de huidige situatie geredeneerd komt uiteraard het feit erbij kijken dat we in een hoekje zitten, gediskrimineerd worden (veelal) en dat we dus daarom alleen al recht zouden hebben om de kans op de opvoering van een ‘zwart’ stuk zelf ter hand te nemen. Het is dan een zogenaamd eerste-recht, maar beslist geen alleenrecht.

Schokkend was mijn ervaring, toen ik al napratend over De Negers in het kafé van het desbetreffende theater mijn gesprekspartner hoorde zeggen dat blanken nóóit neger konden spelen zoals wij. Wat had ik gezegd? Ik had geroepen dat ‘zwart spelen’ niet op de eerste plaats iets was van akteur-zijn-met-zwarte-huid, maar dat het ging om een speltype dat de nodige training vergde. En dat ook zwarten zich daarin moesten bekwamen. En, dat blanken hetzelfde konden, als ze maar lang en hard genoeg trainden. De reaksie van mijn partner was zó hardgrondig afkeurend en fel, dat ik snel mijn woorden inslikte, om geen levenslange vijandschap te kreëren. Een zwaar emotionele zaak dus.

Het ís natuurlijk zo, dat de huidige generatie blanken, Europees opgevoed als ze zijn, geen échte neger of negerkultuur kunnen uitdrukken. Het is een kwestie van opvoeding, jarenlange groei in een kultuur en tegelijk een optimale identifikatie ermee. Juist ja.

Maar is dat wel het geval met ons, negers? Hebben we ons optimaal met negerkultuur geïdentificeerd? Of is het meer een emtionele klaim

[pagina 50]
[p. 50]

die we erop leggen, teneinde ons van ‘blank’ te distancieren? Datzelfde blank dat we in het dagelijkse leven volkomen spelen, nee, zíjn? Zwarte kultuur dus in hoge mate als iets om trots op te zijn, maar dan op het toneel, gespééld dus.

Maar, zo wroet ik voort, dan gaat het toch om een toneelmatige voorstelling van zwarte kultuur? Is dat niet iets anders dan onze gewone negerkultuur? Is dat niet zoiets als het tonen van zwarte kultuur, maar dan via een (speel)techniek waarbij alleen de essentie overkomt en niet het geheel? Theater versus dagelijkse realiteit dus.

En is de blanke niet in staat met de theaterrealiteit ónze dagelijkse realiteit over te brengen? Ik meen dus van wel.

Dat niet alleen: ik weet dat de blanke ook onze dagelijkse realiteit kan ‘bezitten’. Uiteraard hou ik rekening met onze historie, met de specifieke zwartemenservaringen. En die zijn niet mis!

Maar er is ook zoiets als de invulling van een individu, een geboren kindje, met menselijke kultuur.

Niet voor niets had ik het over de geschiedenis van West-Afrika. Op pagina 31 van het boek The Portugese Seaborne Empire, 1415-1825, van de auteur C.R. Boxer (uitgave 1969, Hutchinson & Co (Publishers) Ltd, London) vinden we de volgende passage:

‘In Upper Guinea, which may be roughly defined as the region between the river Senegal and Cape Palmas, Portugese traders and exiled criminals (degredados) frequented many of the rivers and creeks, often penetrating a considerable distance into the interior. Many of them settled in the Negro villages, where they and their Mulatto descendants functioned as principals or as intermediaries in the barter trade for gold, ivory and slaves, between black and white.’

En nu komt het, want het vorige citaat moet ons inleiden in de situatie:

‘Those of them who went completely native, stripping off their clothes, tattooing their bodies, speaking the local languages, and even joining in fetishistic rites and celebrations, were termed tangos-maos, or lançados.’

[pagina 51]
[p. 51]

We kunnen dus gerust stellen dat er een groep van halfaangepaste en een andere van volkomen aangepaste ‘zwarte blanken’ bestond. Nu eens die term niet gebruikt, zoals gewoonlijk, om de aan de blanke aangepaste neger ('n scheldterm) aan te duiden. Men kan ook gerust zeggen: er waren ‘blanke zwarten’, blanken en halfbloeden, die helemaal in de - toen nog zeer onaangetaste(!) - zwarte kultuur opgingen. Blanken die haast Afrikaanser waren dan de wildste Afrikaanse ‘wilden’ van vijfhonderd jaar geleden! Dat ze door Portugal misbruikt zijn in verband met de slavenhandel is een ander ding. En dat het om een historische situatie gaat is ook wel duidelijk.

Maar dat blanken zwarte kultuur, als puur menselijke kultuur, door en door in zich kunnen hebben is te beschouwen als een feit. Ik praat dan ook steeds over een bewustwording die plaats moet vinden op intellektueel nivo, óók en vooral bij de blanken.

Want de gewone man, de gewone zwarte, zij z'n kultuurbeleving en z'n roep om identiteit van harte gegund. Masra Cairo is de eerste brada die daaraan meewerkt. En geloof me, niet voor niets wantrouw ik mèt velen de blanken die zich ‘zwart’ noemen, al is hun oprechtheid nog zo groot. Dat hun aanpassing aan ons (onze voorouders) tot verraad heeft geleid, hetgeen zich kan herhalen, is voor mij echter absoluut geen beletsel om ze als mens te waarderen en open voor ze te staan. Een kwestie van rede, niet van overheersende emotie.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken