Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het koninkrijk IJmond. Ba Kuku-Ba Buba. Een oraal koningsdrama in vijf bedrijven (1985)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het koninkrijk IJmond. Ba Kuku-Ba Buba. Een oraal koningsdrama in vijf bedrijven
Afbeelding van Het koninkrijk IJmond. Ba Kuku-Ba Buba. Een oraal koningsdrama in vijf bedrijvenToon afbeelding van titelpagina van Het koninkrijk IJmond. Ba Kuku-Ba Buba. Een oraal koningsdrama in vijf bedrijven

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.81 MB)

Scans (19.05 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Genre

drama

Subgenre

toneeltekst (modern)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het koninkrijk IJmond. Ba Kuku-Ba Buba. Een oraal koningsdrama in vijf bedrijven

(1985)–Edgar Cairo–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 64]
[p. 64]

Aanbevelingen voor het beleid

Kritiek? Ja hoor, maar wat moeten we eraan doen? Moeten we niet roeien met de riemen die we hebben? Uiteraard is het roeien-met-de-kapotte-riemen-die-we-hebben geblazen. Maar daarmee komen we er ook niet. Wat dan?

Laat me eerst beginnen met het persoonlijk initiatief. Een jaar geleden probeerde ik wat aan de geschetste situatie te doen met de oprichting van een kulturele groep Kumbalutu. Maar dat bleek zo frustrerend (‘mensen praten over zwarte kultuur, black theatre, maar weten niet waar ze het over hebben’) en zo enerverend dat ik er snel weer mee ben opgehouden. Mijn bron van inkomsten (het houden van lezingen en voordrachten) kwam ernstig in gevaar. En wat erger is: het kreatieve proces aan de schrijftafel werd zodanig kapot-gemaakt dat ik absoluut een keuze moest maken: óf met 'n groep werken óf mij naar de schrijftafel terugtrekken. Het werd het laatste. En gelukkig! Want anders was een boek als Lelu! Lelu! nooit optijd klaargekomen. Maar de liefde voor het theater verdwijnt natuurlijk niet. Cairo is niet voor niets met theaterwetenschappen als bijvak afgestudeerd, hòr!

Mijn samenwerking met o.m. de groep van het Regio Theater bewijst dat een auteur niet persé afgezonderd hoeft te werken. Hij kan ook het theater in. Voorwaarde is dan wel dat er samengewerkt wordt met een groep die al weet waar ze mee bezig is, die al een hechte organisatie vormt. Want wat ik aan gesjouw in verband met Dagrati! heb ervaren, nou, nou, nou! Je moet als schrijver/initiatiefnemer praktisch alles zelf doen.

Voorlopig blijft het dus in hoge mate bij het leveren van kritiek op papier. En zulks niet alleen via inleidingen zoals deze.

Over (de mislukking van) Kumbalutu als toneelgroep tenslotte nog dit: het was niet voor niets dat het team van professionele begeleiders dacht aan het houden van een scholingskursus voor de adspirantspelers. Het besluit viel trouwens sowieso om die mensen eerst met

[pagina 65]
[p. 65]

minder ‘zware’ stukken te belasten voordat men zou moeten beginnen te denken aan zulke projekten. Zelf heb ik er natuurlijk ook het nodige van mogen leren.

Maar nu de aanbevelingen in het algemeen:

1. Naast een spel- & regiekursus ook een auteurskursus voor de minderheden, d.w.z. op het gebied van toneel.

2. Er moet een kommissie van o.m. zwarte deskundigen worden samengesteld, die in een vroeg stadium komt kijken bij de uitvoering van toegewezen projekten. Dit houdt het gevaar van betutteling in. Maar het kan goed werken: er vindt een vroegtijdige deskundige evaluatie van het projekt plaats en dat voorkomt een hoop lapwerk achteraf. De terzake deskundigen moeten niet alleen kijken naar ‘het leuke gedoe’, nee, het gaat erom dat men beoordeelt in hoeverre spel & regie voldoen aan de eis van het maximaal haalbare. En wat is dat dan? In het geval van zwart theater moet men allerlei nep ontmaskeren naast het feit dat men pure techniek beoordeelt. In de praktijk probeert men zoiets al, maar blijkbaar heeft men nog niet de juiste mensen gevonden.

3. De pers moet deskundig worden voorgelicht. Dat is dus wat anders dan het bij elkaar harken van het inmiddels bekende wereldje van zwarte toneelmakers om eventjes te vertellen wat ze doen, hoezeer ik ze als individuen ook waardeer. Dat is ten enen male onvoldoende. Ik denk meer aan het presenteren van gezaghebbende artikelen etc. over black theatre; ik denk aan het opstellen van een puntenlijst, aan de hand waarvan het uiteindelijke resultaat op de première kan worden beoordeeld. Met puntenlijst bedoel ik gewoon: dingen waarop men zou kunnen letten.

4. Ik denk aan het achteraf evalueren van projekten door middel van analyses op nivo. Met daaruit opnieuw voortvloeiend, nieuwe aanbevelingen.

5. Laat men eens goed de bezem halen door wat nu zwart theater wordt genoemd. Het wemelt er van hele en halve onkunde!

6. Er dient met spoed en speed een scholingskursus zwarte kultuur

[pagina 66]
[p. 66]

te komen, waarbij het niet zozeer gaat om het aanleren van zoiets als kultuurzuiver handelen (onee!), maar waar men wel een heleboel over ‘eigen’ en andere zwarte kultuur (kulturen) kan leren, bijv. over allerlei riten, ceremonies en gebruiken. Daarbij krijgt men scholing in het hoe en wat van hetgeen er gepresenteerd wordt. Bijvoorbeeld: hoe gaat het eraan toe bij een wassing? welke handelingen? waarom? welke kruiden? welke attributen? is er een opvolging in de opkomst der Winti's? Wat is gewoon een opo, een verheffingsritueel? wat is een prati, een afscheidsritueel? Hoe begraven negers traditioneel hun doden? welke danspassen hebben de verschillende Winti's?

Er is veel, heel veel om over te dragen! (Inmiddels bestaan er vergevorderde plannen tussen mij en anderen over de opzet van zo'n kursus. Die zal vanaf medio april 1985 verzorgd worden door een tweetal doktorandussen plus andere deskundigen als gastdocent in Welsuria. Dat ding heet: Kumbalutu-kursus zwarte kultuur.)

7. Er moet zoiets komen als een theater deposito-buro voor de minderheden met de volgende funkties:

a) Het opslaan van minderhedenstukken (bibliotheek).

b) Het ter uitleen aanbieden en/of ter bestudering beschikbaar stellen van minderhedenstukken (bibliotheek met semi-wetenschappelijke funktie).

c) Het ordenen van stukken naar oorsprong, aard, vorm, type enz. met de bedoeling op langere termijn zoveel mogelijk inzichten te verkrijgen in de ontwikkeling van het minderhedentheater, en wel in allerlei opzichten (ontwikkeling strukturen, themabehandeling, welke personages, etc.; dus eigenlijk een kombinatie van de funkties a, b en c); een inhoudelijk evaluatieve funktie dus.

d) Het initiëren van projekten vanuit de aanwezige of aangeboden stukken; dit houdt o.m. in dat èn repertoire-stukken èn nieuwe, aankomende stukken een kans krijgen. Tot nu toe is het zo dat er iets wordt opgevoerd, het leidt al of niet tot een incidenteel suksesje en klaar is kees! Men kan achteraf niet vergelijken. Er is geen trendmatige analyse van stukken nodig. Groepjes moeten zelf het initia-

[pagina 67]
[p. 67]

tief nemen hetgeen niet altijd tot de voor hen beste keus leidt.

e) Het verzorgen van kursussen en het steeds opnieuw met elkaar in kontakt brengen van aan de ene kant toneelgroepen (spelers/auteurs/regie) en aan de andere kant deskundigen op diverse vakgebieden zoals geschiedenis, antropologie etc. Tot nu toe kan het zijn dat een deskundige in bijv. de Caraïbische geschiedenis - ik noem maar wat - naar een stuk komt kijken en daar hopeloze fouten ziet. Dit had vooraf kunnen worden voorkomen, al was het maar door het stelselmatig inwinnen van deskundige adviezen vooraf. Dit houdt voor het zogenaamde ‘zwarte theater’ een maksimale gebruikmaking in van alle in Nederland aanwezige kennis op het gebied van zwarte kultuur.

8. Al het goede, het mooie, het aangename en het schone, het prachtdadige enzovoorts dat er óók is (men denke aan de persoonlijke uitstraling van sommigen, ongeacht of ze nou goed of slecht hun negerzaakjes kennen) moet absoluut behouden blijven. Maar eerlijk gezegd: dáár heb je geen oerpessimistische, verayatolleerd-betweterige wereldverbeteraar voor nodig. Is nie zo? Enhèn! A tan so: het zij zo!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken