Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Lelu! Lelu! Het lied der vervreemding (1984)

Informatie terzijde

Titelpagina van Lelu! Lelu! Het lied der vervreemding
Afbeelding van Lelu! Lelu! Het lied der vervreemdingToon afbeelding van titelpagina van Lelu! Lelu! Het lied der vervreemding

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.36 MB)

Scans (30.21 MB)

ebook (3.36 MB)

XML (0.99 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

bloemlezing
studie
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Lelu! Lelu! Het lied der vervreemding

(1984)–Edgar Cairo–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[p. 93]

8 De Hollandse Bildung

Onze positie als minderheidsdichters in Nederland

Mensen baya, geef je ogen het werk... Nee, geef ze de fijnkost van het geslepen loeren! Dan ga je zien: o, wat 'n openbaring! In de meest ‘progressieve’ kranten van Nederland staan regelmatig artikelen over kunst. Over het scheppen bijvoorbeeld. Of over schrijfprocédé's. Maar... wie er ook genoemd wordt door die o zo belezen heren, minderheden zijn er vast niet bij. Want ze scheppen niet en kennen geen procédé's! Ze kennen niet de kwaaltjes van het scheppen nee, deze onschepselen! Ze scheppen niet en zijn zelf de scheppende leegte van de Nederlandse boezem! Maar dan, opgepast, niet de boezem van de Nederlandse Maagd, bedoel ik. Want zij werpt haar schaduw op de maalwieken van Neerlands literaire gehaktmolentje! En deze witte molen werpt op zijn beurt een schaduw, waarbinnen er ruimte zat is voor... niets! Dit ‘niets’ nu, als stijlfiguur, heeft óók zijn schaduw, het ultra-niets! In de boezem van dit Ultra en Neo Nederlandse Nietsdom (dat uiteraard pas over 50 jaar zal worden ontdekt) bevinden wij, minderheden, ons. Ziedaar de scheppende leegte van het Minderhedenniets!

Laatst las ik een artikel over Bildungsromans in Nederland. Vreemd genoeg bleken er alleen citaten te kunnen worden aangehaald uit romans van blanke Nederlanders. Vraag voor de nieuwsgierige mondprater:

‘Zijn er dan geen Bildungsromanachtige romans dan wel romangedeelten in het prozawerk van de minderhedenschrijvers hier te lande, van wie de werken bij erkende uitgeverijen zijn verschenen?’

[p. 94]

Het buikonthullende antwoord: ‘Je kale nee!’

Als er een fotoreeks van Nederlandse schrijvers wordt gepubliceerd mag je ‘de zwartjes’ met een elektronenmikroskoop gaan zoeken. Als er een boek van Nederlandse schrijvers verschijnt over Holland is het de natuurlijkste zaak van de wereld dat er geen ‘buitenlander’ bij zit, want die hebben toch nooit over Amsterdam, Rotterdam, of waar dan ook in Holland iets geschreven? Kom kom! Hoe zouden zíj́ Holland beter kunnen typeren dan Holland's eigen blanke schrijversschare die immer gelijk het koren op de maat van de juiste wind uit het juiste klimaat het literaire hoempapa weet te waaien? O hersenmolentjes der arrogante bakra's die malenderwijs menen dat zij de ware literatuurgodjes bezitten die dan uiteraard gelijk op oude schilderijen met de zwartjes als achtergrond in het hemelse licht der boekenaanbidding mogen gloriëren!

O, ik kan zovele voorbeelden noemen van gevallen waar de minderheidsschrijvers totaal genegeerd worden. Dat op zich is misschien nog niet de ramp. Wel het feit dat de kinderen der minderheden via deze weg waarin minderheden worden verzwegen aan hun trekken moeten zien te komen. Ik zwijg maar over het konfronterende aspekt voor wat het de meerderheidskinderen aangaat die ook al niks van een minderheid mogen merken, zo ze dat hadden gewild. Wordt er dan niets goeds gedaan ten aanzien van minderheden en literatuur? Oh, maar natuurlijk. Veel teveel eigenlijk! Zo wordt er bij hoge uitzondering weleens een zwartje uitgenodigd om over Holland iets vriendelijks te mogen uitkraaien in het kader van een vorstelijk pardon: ‘Vooruit dan maar zwartje, je mag heel even mee doen! Vooral niet te hoog van je krakkemikkige toren blazen, asjeblieft!’ Ziezo! En het gezicht is gered met de zieltogende term tolerantie.

[p. 95]

Er zijn ernstig gesproken wèl mensen die op min of meer individuele basis serieus iets aan deze toestand pogen te veranderen. Ik denk aan sommige progressieve recensenten. Poetry International neemt al een aantal jaren steevast een Surinamer of Antilliaan op in 't programma. Enige andere organisaties en/of instanties beginnen voetje voor voetje ook op een dergelijke wijze te werken. Het moet, niet waar, omdat de rest juist zo gruwelijk de Hollandse vorm van apartheid bedrijft!

Het blijft dus bij een mager gevalletje hier en daar, maar ach, we zijn haast Hollands-tevreden zou ik willen zeggen met een nieuw en aan de situatie aangepast woord.

‘Bedankt hoor!’ roep ik, met duizend kniebuigingen tegelijk naar de mededogende meerderheid, ‘bedankt!’

Ik zal mijn dankbaarheid en erkentelijkheid betuigen. En ik zal, hoera in 't hart, met een mini-molentje waarop een roodwitblauw vlaggetje wappert staan zwaaien als in het oranje gekleed Volendam-boerennikkertje met klompen aan de moddervoet op Holland's brakwater kerende duinen, omdat ik niet met haar massa's hoef te staan verzuipen in de nooddruft der Lagelandse polderpoweten! Zo, en nu verder het zwijnegal gespuugd!

Eigen minderheidse domheid, de schuld van het kapitaal en de meerderheidse arrogansie

Naast al die vele, vele verwijten die we kunnen slingeren aan dat adres van de blanke boosdoener mogen we beslist het goeie en geweldige niet vergeten wat hij ons aandoet. (‘Memre da bun di bakra ben du ju’ parodieer ik nog maar even een bekend verjaardagsliedje waarin de lof van 's Heren zegen.) Trouwens, de eigen - zwarte - misdadigheid is er ook nog. Wie schetst mijn verbazing toen ik een inge-

[p. 96]

zonden stuk van een Surinaams weekblad in Holland terugkreeg, weliswaar geaksepteerd maar teruggestuurd om door de auteur zelf zetklaar voor de krant te worden getypt, met daarin allerlei aan- en wegstrepingen. Precies die mooie, echt Sranan-dingen. Het Oer-Surinaamse element was weggekalefaterd! Door Surinamershand! Het moest beslist Holland-Hollands zijn! Dus...

 
Blank heeft al zoveel zwart
 
in neger omgebracht.
 
Neger maar deed het restje.
 
Is negerhuis se pijn is daar,
 
is negerhuisbuik se pijn!

Dat benepen latent diskriminatoire van bepaalde zogeheten progressieve (week)bladen hangt mensen allang keelgaten uit! Hun schijnprogressiviteit is reeds vele malen aan de kaak gesteld. Nu nog het aandeel van de minderheden daarin.

Buitenlandse zwarten worden mooimooi getoond. Nou vind ik dat zulks moet! Maar wat zit d'rachter? Vaak nèks anders dan buitenlands kapitaalbelang! Geen primair interesse!

De Srananman, de Surinaamse kunstenaar, kan het liefst bij bilvegen na wc-gang ermee in kontakt komen. De Surinaamse politieke beerput is dan ook alleen maar interessant geworden na bloedvloeiing en zo.

Als Bouterse er weer tien vermoordt verdient zo'n blad z'n jaarinkomen! (‘Bouta, red ze dan, in deze o zo moeilijke tijd fo tijdschriften! Kill er weer een paar no?’)

En opgelet! Als alle meerderheidsschrijfpopjes aan de beurt zijn geweest mag er straks een zwartje als sluitgat-schijtgat van series als bijvoorbeeld De Brandende Kwestie hun pa-

[p. 97]

gina's komen vullen. Maar nie dat alleen, want bijvoorbeeld Surinaamse beeldende kunstenaars schijnen niet te bestaan fo ze!

‘Mogen we asjeblieft? Het is óns land!’ hoor ik een spreekbuis annex kaboutertje roepen. Waarop ik: ‘Ja hoor! Je gaat mij niet horen zeggen dat jullie je gang niet gaan mag. Van mij mag heel Holland om de meiboom de meest puristische Batavierendans huppelen. Ik wil er zelfs een houtvuurtje bij komen stoken, opdat het gezelschap tijdens de rust niet verkleumt. Niet als slaaf, niet meer, uiteraard! Wel als zwaarbetaalde arbeidsgast die tussen de blokken hout zijn eigen moraalkeutel op heimelijke wijze weet mee te stoken, teneinde het gezelschap in de lering en het vermaak op wat exotisch aroma te vergasten...’

Voor de minderheidskunstenaars wezenlijke ruimte en aandacht? Je bent zeker gek bij je hoofd no?! De blankhemelse gunsten liggen toch in het eeuwige verschiet? Nou dan! En als die zonneklaar verschijnen is het maar al te vaak: ‘Jullie meedoen? Ja hoor!’ (Met in de achterkop de ongezegde regel: ‘Vooral niet op de eerste rang!’) Bijbeentjespolitiek noem ik dat.

De Fensen en hun fans schijnen bijvoorbeeld alleen fancy verzen te kennen van meerderheidspoweten met hun literaire (schijn)gestalte die het schrijven over de dood besterven. Uiteraard een blanke meerderheidsdood. Want een ‘zwarte’ dood bestaat niet omdat ‘de zwartjes’ eenvoudig onsterfelijk talentloos bezig zijn de zwanezang van hun identiteit te bezingen. Moordend mooi!, nee, niet de zin. Wel het feit dat zij immers geen dood ‘kennen’ omdat zij er niet toe geacht worden erover te kunnen schrijven. De minderheidsliteratuur kan toch geen dood kennen? Dat zou immers haar eigen dood kunnen betekenen, stel je voor! Aldus bestaan de minderheden niet wanneer het thema's, verzen en wat dies

[p. 98]

meer zij in de schone letteren aangaat.

Aan díe situatie wil déze bundel een eind helpen maken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken