Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Stichtelijcke rijmen (1660)

Informatie terzijde

Titelpagina van Stichtelijcke rijmen
Afbeelding van Stichtelijcke rijmenToon afbeelding van titelpagina van Stichtelijcke rijmen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (14.91 MB)

XML (0.84 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Stichtelijcke rijmen

(1660)–Dirk Rafaelsz. Camphuysen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 496]
[p. 496]

Psalm CXL.

 
VAn menschen, Heer, die stout, en wrevel-moedigh zijn,
 
Die, boos van binnen, proncken met een vromen schijn,
 
Die twist verschaffen dagelix, en wecken strijdt,
 
Begeer en wensch ick ernstigh, dat ghy my bevrijdt.
 
Haer tong is, als een slangen-tong, en baert veel smert;
 
Haer steken raken tot in 't diepste van het hert;
 
Zy schiet fenijn, als d'adders, en een yder woordt,
 
Dat van haer glijdt, is in de ziel gelijck een moordt.
 
Geeft my, Heer, in alzulcken volck haer handen niet,
 
Dat al mijn doen en laten listelijck bespiedt;
 
Dat mijne voeten kuylen delft, en stricken zet,
 
En arbeydt in te werren in 't bedrieg'lijck net.
 
Wat kan ick anders, Heere, dan te gaen tot u?
 
En zeggen: Heer gy zijt mijn Godt; helpt gy my nu
 
Verhoort mijn stem, en neemt mijn treurigh smeecken aen:
Ghy die zoo dick in 't strijden my hebt by-gestaen;
 
Laet doch den boozen zijnen boozen wil niet doen:
Breeckt zijnen aanslagh, wilt zijn boozen wil niet voên;
 
Op dat hy, zoo 't hem luckt, verwaent en fier daer op,
 
Ten Hemel niet verheffe zijnen trotzen kop.
 
Het onheyl, dat nu zijn verschelmt gemoedt vast brouwt,
 
En zijn vergifte tong vast in't verborgen spouwt:
 
Geeft, Heere, dat, dat zijnen eygen meester raeck;
 
Op dat hy 't zop, voor ons bereydt, eens zelver smaeck.
[pagina 497]
[p. 497]
 
De Heer zal 't doen, en straffen met een zware straf,
 
En zenden, op haer, vlammen van den Hemel af.
 
Met blixem-stralen zal hy haer ter neder slaen,
 
En eeuwigh, eeuwigh, eeuwigh, niet we'er op doen staen.
 
Dus blijckt het dat een valsche tong, vol ongeval,
 
Op aerden geen geluck van Godt be-erven zal:
 
Maer na een korte tijdt met pijn ontzaligt wordt,
 
En hoogh gestegen, laegh ter neder af-gestort:
Want Godt de Heer (dat moet gewis altijdt zoo gaen)
 
Die neemt in 't eyndt der onderdruckten zaeck eens aen;
 
En maeckt een eyndt van al haer jammer, en verdriet,
 
En vrijdtze van der overlast, die haer geschiedt,
 
Dies dancken oock de vromen haren Godt en Heer,
 
En geven hem onsterffelijcken lof, en eer.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken