Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De tweelingzusjes Wil en Til (1928)

Informatie terzijde

Titelpagina van De tweelingzusjes Wil en Til
Afbeelding van De tweelingzusjes Wil en TilToon afbeelding van titelpagina van De tweelingzusjes Wil en Til

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.71 MB)

Scans (41.73 MB)

ebook (4.21 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Illustrator

Tjeerd Bottema



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De tweelingzusjes Wil en Til

(1928)– Cara–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 111]
[p. 111]

Van een kermiswagen.

Wil en Til hebben eerst den brief op de post gebracht. En toen? Zijn ze toen weer omgekeerd, naar huis terug? Ja, dat hebben ze grootmoeder wel beloofd, maar....

Daar opeens zien ze een grooten wagen aankomen.

‘Kijk nou 's’, wijst Til.

‘Da's een kermiswagen’, zegt Wil. ‘Leuk hé, die kleine gordijntjes voor de raampjes’.

‘Nou! En wat is hij prachtig geschilderd, hé, rood en groen!’

‘Zie je dat, bovenop is een pijp, en daar komt rook uit. Ze koken wat, geloof ik.

De wagen komt dichterbij, gaat langs de meisjes heen. Vlug gaat hij niet vooruit, het arme, magere paard kàn niet zoo gauw voortkomen, met zijn Zware vracht.

‘Wij er achter, zeg’, fluistert Wil.

De meisjes wandelen mee, hoe langer hoe verder van huis af. 't Is ook zoo leuk, je kan nét alles zien, wat er binnen gebeurt. De achterdeurtjes van den wagen staan heelemaal open. Op het trapje zit een vies kindje van een jaar of vijf kralen te

[pagina 112]
[p. 112]


illustratie
‘Da's een kermiswagen’, zegt wil.


[pagina 113]
[p. 113]

rijgen. ‘Bah, wat vuile handjes en wat een rare bos haar’, zegt Til zachtjes.

‘Bloote voeten, zie je wel’, zegt Wil zachtjes terug.

Binnen in den wagen zit een vrouw bij een fornuisje. Ze rookt een pijp, en roert in een pan met eten. Op den vloer staat nóg een pan. Alles ziet er even rommelig en vies uit. De tweelingen zijn blij, dat ze niet mee hoeven te eten.

Nu staat de wagen stil. Een man met pikzwart haar komt naar buiten. Hij bindt het paard aan een boom vast.

En dan - dán merken de tweelingen, dat ze een heel eind van huis zijn.

Wil zegt angstig: ‘Wat wordt het donker. En wat gaat het waaien.’

‘O’, schrikt Til, ‘onweer, hoor maar.’

Allebei denken ze aan grootmoeder. Wat zal die toch in angst zitten. Til huilt haast. Ze is bang voor die harde slagen in de lucht.

Maar Wil is dapper. Ze slaat haar arm om haar zusje heen. ‘Kom maar’, zegt ze, ‘we gaan hard terug loopen. Ik weet den weg wel.’ Dàn loopen ze samen terug, op huis aan. Aan den kermiswagen denken ze niet meer. Hè, nu gaat het regenen ook. En ze zijn zoo ver van huis.

‘Heb je nou ooit! Jullie zoo saampjes uit?’

De tweelingen staan stil. Bij een bocht van den

[pagina 114]
[p. 114]

weg loopen ze haast tegen vrouw Stok aan. Vrouw Stok met haar raren, wijden mantel aan. Maar lachen doen ze nu niet. Want Til is angstig. En het begint zoo heel hard te regenen.



illustratie
‘Kijk 's, kruip onder mijn mantel.’


‘Ach, ach’ kinderen, wat zullen jullie nat worden met je dunne kleertjes aan. Kom maar gauw hier. Kijk 's, kruip onder mijn mantel.

[pagina 115]
[p. 115]

Dan heb je van den regen geen last meer.’

Wil schudt van neen. Maar Til doet het. Nu is ze niet zoo bang meer. Net, of je thuis achter een gordijn kieke-boe speelt met broer.

‘Kom, lieve kind’, zegt vrouw Stok tegen Wil, ‘wees maar niet verlegen. Kijk 's, de mantel is wijd genoeg.’

Wil gaat er nu ook onder staan.

‘Wat een bui, wát een regentje’, zegt vrouw Stok. Maar jullie staan lekker droog hé?’

Wil en Til zeggen niets.

‘Toch een aardig mensch’, denkt Wil.

‘Leelijk van ons’, denkt Til, dat we haar uitgelachen hebben. Gelukkig maar, dat grootmoeder het niet weet en Aaltje niet en vrouw Stok zelf ook niet.

Niémand heeft het gehoord.’

Niemand? Kom, Til weet wel beter. Maar daaraan denkt ze liever niet. En toch - toch moét ze er elk oogenblik aan denken. De Heere Jezus weet alles. Hij heeft alles gezien en álles gehoord.

Het is nu stil geworden op den weg.

Het waait niet meer en het onweert niet meer. Ze wachten nu met z'n drietjes, tot de regen bedaren zal.

En Til? Til heeft de handjes gevouwen en de oogjes gesloten. Til bidt. Ze vraagt den Heere

[pagina 116]
[p. 116]

Jezus om vergeving. Vrouw Stok ziet het niet en Wil ziet het niet. Alleen de Heere Jezus hoort het, dat Til bidt:

Lieve Heere Jezus, ik ben erg stout geweest. Wilt U het mij vergeven? En blijf Gij maar dicht bij ons, Heere. Wil mij helpen dat ik nooit meer iemand uitlach, die ongelukkig is. Want zonder U doe ik het toch weer, Amen.

 

Nu regent het niet zoo hard meer.

‘'t Mindert al aardig’, zegt vrouw Stok.

‘En kijk 's, daar komt Aaltje aan. Ze komt jullie zoeken, denk ik.’

De tweelingen schuiven den mantel op zij.

‘Wat staan jullie daar aardig’, lacht Aaltje. Ze is blij, dat de kinderen terecht zijn.

‘Nou, wat zeg je daarvan’, lacht vrouw Stok terug. ‘Mevrouw was zeker ongerust hé? Maar ze zijn heelemaal niet nat geworden. Door zoo'n dikken, ouwerwetschen mantel dringt de regen niet gemakkelijk heen.’

‘We gaan maar gauw, vrouw Stok’, zegt Aaltje. ‘Vriendelijk bedankt, hoor!’

‘Daag’, groet vrouw Stok terug.

De tweelingen geven haar een hand en zeggen ook: ‘Dank u wel, vrouw Stok.’

Dan gaan ze met Aaltje mee, onder de paraplu. Aaltje vertelt, dat grootmoeder zoo ongerust is.

[pagina 117]
[p. 117]

En de tweelingen vertellen van dien mooien kermiswagen.

‘Foei toch’, bromt Aaltje, ‘ze hadden jullie wel mee kunnen pakken.’

Grootmoeder kijkt al uit. Gelukkig, daar ziet ze het groepje aankomen.

‘Kom maar gauw binnen’, zegt ze. ‘Jullie zijn zeker doornat?’

‘Voel u maar 's’, zegt Wil, we zijn heelemáal niet nat. Dán gaan ze nóg eens aan het vertellen.

Grootvader, die een kopje thee drinkt en de krant leest, luistert mee.

‘Je mág niet achter een woonwagen aanloopen’, zegt grootmoeder. ‘Je had me toch beloofd, naar huis te komen?’

‘'t Was zoo'n mooie’, zegt Wil.

‘En binnenin was 't zoo leuk’, zegt Til.

Grootmoeder vindt haar kleindochtertjes erg ongehoorzaam. En grootvader schudt langzaam het hoofd heen en weer.

O, o, dat doet grootvader altijd, als hij de tweelingen stout vindt.

 

Nu liggen ze weer in het groote bed.

Het maantje schijnt. Het maantje luistert, maar het vertelt niets.

Waar hebben de tweelingen het toch zoo druk over?

[pagina 118]
[p. 118]

‘Als vrouw Stok jarig is’, zegt Wil, zullen we haar dan wat geven?’

‘Ja, da's goed. Dan vragen we aan grootmoeder, wat ze het liefste heeft, hé?’

‘Zij kan het niet helpen van dat bultje’, begint Wil weer. ‘Gelukkig, dat niemand er wat van weet.’

Til zegt niets. Haar hartje klopt. Ze voelt, dat ze erg rood wordt. Zou ze er eens met Wil over praten?

‘Wil hoor 's! De Heere Jezus weet het, van ons allebei.’

Ja’, zegt Wil zacht. ‘Zullen we om vergeving vragen?’

‘Ik héb het al gedaan’, fluistert Til.

Dan wordt het stil in de kamer, want Wil bidt. En Til houdt de oogjes dicht en vouwt de handjes. Ze bidt mee met haar zusje. Het maantje lacht. Het maantje denkt: de meisjes slapen. Kom, ik zal maar gauw weggaan. Dan wordt het donker in de kamer. Het wordt nacht.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken