Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Kroeglopen 2 (1968)

Informatie terzijde

Titelpagina van Kroeglopen 2
Afbeelding van Kroeglopen 2Toon afbeelding van titelpagina van Kroeglopen 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.57 MB)

Scans (4.92 MB)

ebook (2.93 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Kroeglopen 2

(1968)–S. Carmiggelt–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 22]
[p. 22]

Vruchtbaarheid

Naast mij aan de tapkast stond een aan de slapen grijzende man die geen habituele zwijger was en met vrolijk twinkelende ogen vertelde: ‘Ik ben gisteren met mijn kleinzoontje in 't Rijksmuseum geweest. En geláchen dat ik heb! We komen in die zaal waar dat kleine zelfportret van Rembrandt staat, u weet wel, hij staat er op met zo'n enorme blonde kuif. Toen zegt me kleinzoontje: “Kijk eens, opa, een Rolling Stone.”’

We lachten.

Toen ik net op het punt stond er een troef van mijn éigen kleinzoon bovenop te dreunen - want breek opa's op dit punt de bek niet open - vroeg een grote, indrukwekkende grijsaard die, aan mijn andere zijde achter zijn glas stond als een gevallen en daarna vergeten apostel, met schorre stem en zonder zelfs maar 'n glimlach aan de vrolijke prater: ‘'t Is zeker uw eerste?’

‘Hoe bedoelt u?’

‘Uw eerste kleinkind,’ zei de oude.

De heer knikte blij. En de zeer oude man knikte

[pagina 23]
[p. 23]

óók, maar meer op de manier van iemand, die een veronderstelling ten overvloede hoort bevestigen.

‘Ik heb elf kinderen, zesentwintig kleinkinderen en zeven achterkleinkinderen,’ sprak hij. Hij serveerde de volzin rustig uit. De kroeg scheen opeens te klein voor zoveel vruchtbaarheid.

‘Pappeldepap,’ zei de beginnende opa timide.

Ik hield me maar sjakes met mijn twéé, als een kladschilder, die zwijgt wanneer de meester spreekt.

‘'t Is aardig goedje - kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen,’ vervolgde de oude man. ‘Maar toch, als je er zó veel hebt, ga je vaak door het behang. Want je kan ze niet meer uit mekaar houden. Tenminste - ik niet. Ik ben nou negenenzeventig en dan begint 't daar vanboven toch een beetje te slijten.’

Hij tikte even op zijn grijze hoofd.

‘Bij vrouwen ligt dat weer anders,’ zei hij. ‘Dat doet de natuur, geloof ik. Ze zijn er in elk geval veel behendiger in. Maar mijn vrouw is twee jaar terug helaas ontslapen. Toen ze er nog wás hield ze het mooi voor me bij. Dan zei ze: “We gaan vanmiddag even naar Henk en Marie, want Jopie is jarig.” Jopie is één van die zesentwintig. Ik zou hem op zo'n moment wel niet kunnen uittekenen, maar ik wist tenminste: we gaan naar Jopie.’

Hij zuchtte en nam een slok.

‘Ze is er niet meer,’ zei hij. ‘En nou heb ik wel zo'n verjaarskalender op de plee hangen en me dochters en me schoondochters bellen me ook nog

[pagina 24]
[p. 24]

een dag van tevoren op. En me achterschoondochters - noem je dat zo? - doen dat ook. Dan hoor ik: “Je spreekt met Monique.” Dan denk ik wel eens: Wie is nou ook weer Monique. Maar goed, ze waarschuwen me. En ze kopen ook het cadeautje van opa. Of over-opa. Want van al die rotzooi die ze tegenwoordig in die speelgoedwinkels hebben, kan ik geen chocola meer maken. Vroeger was het eenvoudig. Dan gaf je een jongen een timmerdoos en een meisje een pop. Maar nou gaat 't allemaal met elektriciteit en 't maakt herrie en 't geeft licht, affijn, mij gaat het te hoog. Maar dat lossen die moeders dan wel op. Mijn cadeautje. Ze stoppen het me bij de deur in me hand, 't pakkie. Ik hoef het alleen maar te geven. Ik weet niet eens wat er in zit. En als ze 't uitgepakt hebben, weet ik nog niet wat 't is. Maar...’

Hij sloot even zijn vermoeide ogen.

‘Daar mis ik ook m'n vrouw zo in,’ zei hij. ‘Die wist het precies. Die geleidde me. Maar ik kom zo'n kamer binnen en dan is daar een hele smak kinderen aanwezig, want 't is een verjaarspartijtje. Maar wie is nou Jopie of Keesje of Jan Jaap? Al sla je me dood, ik weet het niet. Die kinderen veranderen telkens. Dus nou heb ik 't systeem, dat ik bij de deur wacht tot er een op me af komt. Dat is de jarige. Die neem ik dan maar op me arm en die zoen ik en die geef ik het pakkie.’

Hij schudde somber zijn hoofd.

‘Maar vorige week doe ik dat weer,’ zei hij.

[pagina 25]
[p. 25]

‘En ik nam een heel verkeerd kereltje te pakken. Die was helemaal niet van mij. Maar hij kwam nou eenmaal het eerst op me af, dus ik dacht, dat is-ie. En ik zoen hem en ik geef hem het pakkie en hij wou 't niet meer teruggeven ook en de echte jarige aan 't huilen, natuurlijk. En me schoondochter nog aardig kwaad ook.’

Hij zweeg.

De heer en ik zwegen ook. En staarden in de toekomst.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken