Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Met de neus in de boeken (1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van Met de neus in de boeken
Afbeelding van Met de neus in de boekenToon afbeelding van titelpagina van Met de neus in de boeken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.39 MB)

Scans (11.52 MB)

ebook (8.20 MB)

XML (0.42 MB)

tekstbestand






Illustrator

Peter van Straaten



Genre

proza

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Met de neus in de boeken

(1983)–S. Carmiggelt–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 131]
[p. 131]

Gesprek met Erich Kästner

In de overvloed die de nadering der feestdagen teweeg had gebracht op de uitstaltafels der boekhandels vond ik Das grosze Erich Kästner Buch. Terwijl ik, erin bladerend, de foto's bekeek, dacht ik aan die middag in München, meer dan twintig jaar geleden, toen ik Kästner ontmoette in café Freilinger aan de Leopoldstrasze. Een Nederlandse vertaling van zijn Dr. Fabian was opnieuw verschenen en de uitgever, Reinold Kuipers, ging hem de eerste exemplaren brengen. Ik mocht mee en ik herinner me nog precies wat ik over die merkwaardige ontmoeting noteerde.

Een oude, enigszins Weens aandoende kelner bewaakte het gereserveerde tafeltje, waaraan Kastner elke namiddag zat en hij deelde ons mee dat Herr Doktor er nog niet was, maar spoedig komen zou. Herr Doktor, zei hij, was nooit zo precies met de tijd, maar ‘Herr Doktor kommt immer’.

Zijn voorspelling werd meteen bewaarheid: Kästner stapte binnen, een leeftijdloos, gesoigneerd heertje met een klassieke sneehoed op het hoofd. Hij bleek veel kleiner van gestalte dan ik had vermoed, maar dat is, om onnaspeurlijke redenen, het geval met alle schrijvers die ik bewonder. Onder zijn arm droeg hij een pakje, dat hij de kelner overhandigde met de woorden: ‘Dit is ham. Wilt u het aan de overkant brengen en laten roken?’

‘Jawohl, Herr Doktor,’ antwoordde de man met hoofdletters, ‘ham. Ik breng het dus naar de overkant. Ik geef het daar af. Om te laten roken. En dan keer ik weer terug.’

Kästner knikte hem geruststellend toe.

Toen de kelner op moeilijke platvoeten was weggestapt, zei hij: ‘Hij is goed. Maar hij praat te veel.’

Reinold Kuipers stelde mij voor. Er was net een vertaling van een mijner bundels verschenen bij een uitgever in München. De Frankfurter Allgemeine had er vriendelijk over geschreven.

[pagina 132]
[p. 132]


illustratie

 

Kästner zei: ‘Ach ja, ik heb iets gelezen over uw boek. Humor van bijzondere kwaliteit, stond er, of zo iets... Ja, ja.’

Zijn glimlach hield een oordeel in over de betrekkelijkheid van recensies. Gelijk had hij, want nog geen week later werd mijn boek met de grond gelijk gemaakt in Litterazzia, een toen elk jaar verschijnende pocket, waarin Hans Reimann een rondedans uitvoerde op zowat alles wat hij had gelezen. Maar gelukkig was Reimann een verrader, die gedurende de Hitler-tijd in het blad van de ss geschreven had,

[pagina 133]
[p. 133]

zodat ik het me niet hoefde aan te trekken, al deed ik het toch, want in zijn goeie tijd had hij leuke dingen gemaakt, daar kon ik niet omheen.

In café Freilinger kwam het gesprek op een naar een beroemd boek van Kästner, Emil en zijn detectives gemaakte film, die juist in Amsterdam draaide.

‘O, die heb ik niet gezien,’ zei hij kortaf. ‘Aan het begin van de Hitler-tijd heb ik veel filmrechten aan tussenpersonen verkocht. Mijn boeken waren verbrand. Ik mocht niet publiceren. En ik moest toch leven? Op de verfilming heb ik geen enkele greep gehad. Ze deden het buiten me om. Ze hebben van alles veranderd, hoorde ik. Waarom? Daar houden kinderen, die het boek gelezen hebben, niet van. Er is, geloof ik, een hele optocht van politieagenten aan het slot...’ Hij zuchtte gekweld.

Daar een mijner kinderen zijn boeken verslond en bovendien handtekeningen van beroemdheden verzamelde, haalde ik het albumpje te voorschijn en vroeg: ‘Zou het mogelijk zijn hierin een handtekening van u te krijgen?’

Op zijn gezicht kwam een uitdrukking van diepe verachting. ‘Een handtekening wil hij, de zak,’ zag ik hem denken, zij het dan in het Duits. Haastig voegde ik eraan toe: ‘Het is voor mijn kinderen. Ze lezen uw boeken.’ De verachting veranderde nu in welwillendheid en hij schreef sierlijk enige vriendelijke woorden en zijn naam in het album. Ik zei: ‘De Nederlandse jeugd leest uw boeken. En uw dichtbundels zijn antiquarisch erg gezocht.’

Kästner antwoordde: ‘Zo. Dan moeten ze er maar wat nadrukken en laten beduimelen voor de antiquariaten. Ik schrijf niet veel meer. Ik leef van herdrukken en vertalingen. In Japan schijnen ze elke letter van mij geschikt te vinden om te vertalen. En hier... Ik zou wel een eigen blad willen. Maar het is niet mogelijk daarvoor geld bijeen te krijgen. Ik bedoel - vrij geld, zonder politieke verplichtingen. En dat is toch nodig voor een echt satirisch blad. Laatst had ik het bij-

[pagina 134]
[p. 134]

na voor elkaar. Een rijke zakenman, die een mooie actrice, met wie hij een verhouding had, een pleziertje wilde doen. Ik had het redactielokaal al zowat gehuurd en wist de plaats waar de kast met drankflessen moest staan. Maar de actrice liep bij hem weg. Nou ja. Wie zouden het blad moeten volschrijven? De goeie feuilletonisten zijn allemaal dood. En de goeie tekenaars eigenlijk ook. Trier is dood en onvervangbaar. Plauen heeft, hier in München, tijdens Hitler zelfmoord gepleegd...’

Hij keek treurig voor zich uit. Een humorist... We hebben de kelner maar geroepen voor een rondje.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken