Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onzin (1979)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onzin
Afbeelding van OnzinToon afbeelding van titelpagina van Onzin

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.93 MB)

Scans (18.01 MB)

ebook (12.29 MB)

XML (0.32 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onzin

(1979)–S. Carmiggelt–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 187]
[p. 187]

Doe dat nooit

[pagina 188]
[p. 188]

Word nooit stukjesschrijver

Het schrijven van stukjes zoals dit heeft, als alle bezigheden op deze aarde, een aantal voordelen en een aantal nadelen, en een journalist wordt het er bij zijn leven meestal niet over eens welke nu eigenlijk het zwaarst wegen. Ik heb er een gekend die de merkwaardige taak had in het dagblad, waaraan hij was verbonden, iedere dag een halve kolom lang opgewekt te doen, ook als hij kiespijn had of maagbezwaren.

Nu is een halve kolom niet veel, al vindt een vlieg die over een courant loopt het een heel eind, maar de moeilijkheid ligt niet in de lengte van het stukje, doch in het vinden van het onderwerp. Het jongmens in kwestie slaagde er jarenlang iedere morgen in iets te vinden waarover hij in het avondblad kon schertsen, maar al doende werd hij krom van de zorg. Zijn geest begon te gelijken op een slecht beklant winkeltje, welks eigenaar met ieder kwartje dat hij ontvangt dadelijk naar buiten snelt om weer wat noodzakelijke levensmiddelen te kopen. Als die journalist ook maar een glimpje van een vrolijke inval had, sprong hij ermee naar zijn schrijfbureau, teneinde die snakerij vast te leggen, voor hij 'm vergeten was.

Een potsierlijk bestaan, voorwaar, maar ondanks deze roofbouw bleef hij een mens met volkomen normale verlangens en behoeften. Hij kreeg zelfs een meisje lief en het droevig verhaal van die liefde wil ik deze keer voor u opschrijven.

Die jongen was niet schoon. Hij had een gekke neus met 'n knobbel. Daarom was het zo moeilijk voor hem dat meisje te naderen, want in haar dromen kwamen alleen jongelui met rechte ruikers voor. De stukjesschrijver hield echter

illustratie

[pagina 189]
[p. 189]


illustratie

[pagina 190]
[p. 190]

grimmig vol, want geduld had hij veel meer dan sex appeal. De dag kwam, waarop hij dat meisje een afspraak ontwrong en het moment brak aan, dat de spiegel hem bezig zag met het aantrekken van zijn beste pak en het uitrukken van zijn laatste baardstoppel. Het hielp allemaal niet veel, want de neus blééf, maar de journalist had indertijd veel ‘Cyrano de Bergerac’ gelezen, die ook geen net voorkomen vertoonde, doch fraaie verzen schreef. Kijk, dacht die jongen, met mijn ogen hoef ik niet te rollen, maar met 'n goede, vlotte conversatie kan ik haar sympathie misschien wel winnen.

Wilt u wel geloven, dat hij vooraf een heleboel vrolijke grapjes verzamelde, die hij straks in het gesprek wilde uitzaaien? U had hem moeten zien gaan naar de hoek van de straat, waar dat meisje wachten zou. Ze kwam maar een half uur te laat en was een beetje verlegen met het geval, want de neus hád hij nog altijd, maar de kogel was nu eenmaal door de kerk, dus: óp naar het koffiehuis met het strelende strijkje.

Ze gingen in een hoekje zitten en de kelner kwam, gemoedelijk lachend, want die snapte het wel, zo'n stelletje... Zij wilde sorbet en hij nam een borrel. En toen begon het gesprek, voorzichtig eerst, zoals iemand die wil pootjebaden aanvankelijk alleen zijn teen in het water steekt.

‘Zeg,’ zei de journalist, ‘laatst heb ik toch zo iets raars meegemaakt. Ik zat in de trein die nog stilstond op het perron en ik bedacht opeens: verdorie, ik moet Jansen opbellen, anders komen er grote moeilijkheden. Op het perron was gelukkig een telefooncel, dus ik eruit en...’

‘O ja,’ zei het meisje. ‘En toen kreeg je 't zoontje van Jansen aan 't toestel en die wilde zijn vader niet roepen, omdat hij je eerst zo nodig moest vertellen dat Kareltje zijn bal had afgepakt. Dat verhaaltje ken ik. Dat heb ik in de krant gelezen.’

De stukjesschrijver vervloekte zijn ambacht en liet een nieuwe borrel komen. Ze dronken en luisterden naar 't strijkje.

[pagina 191]
[p. 191]

‘Moet je horen,’ zei de journalist. ‘Ik moest laatst naar de huisbaas toe, om te klagen over een lek dat niet gemaakt werd en ik kwam woedend bij die kerel aan en...’

‘O ja,’ zei het meisje. ‘En toen bleek dat hij juist zijn jubileum vierde en toen dacht hij, dat jij kwam om te feliciteren. Heb ik gelezen! Aardig, hoor.’

Zelfs de czardas van het orkest kon de diepe zucht van die stukjesschrijver niet overstemmen. Hij bleef bekommerd zitten zwijgen en probeerde nog één verhaaltje, maar toen ze dat óók gelezen had, rekende hij af en bracht haar thuis.

‘En wil je wel geloven,’ zei hij zwaarmoedig tegen mij, ‘dat ik zelfs déze ervaring zal moeten gebruiken voor 'n stukje? Anders heb ik niks voor vanavond...’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken