Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Weet ik veel (1963)

Informatie terzijde

Titelpagina van Weet ik veel
Afbeelding van Weet ik veelToon afbeelding van titelpagina van Weet ik veel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.81 MB)

Scans (7.39 MB)

ebook (5.72 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Illustrator

Charles Boost



Genre

proza

Subgenre

bloemlezing
verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Weet ik veel

(1963)–S. Carmiggelt–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 93]
[p. 93]

De bouwvakken

Hoewel de zon noodde tot een vrijblijvende slenterpas, stak Koos gejaagd de straat over, als iemand die medische hulp gaat halen voor een vrouw in barensnood. Toen hij mij gewaar werd, riep hij: ‘De stukadoor is niet komen opdagen en ik moet óók even naar de timmerman, dus...’

En hij spoedde zich voort - een onder problemen bezwijkende man.

Wat hij doormaakt ken ik, want ik ben er een paar jaar geleden ook onder gebukt gegaan. ‘Het betere huis’, heeft hem te pakken. Dat valt niet te vermijden in een normaal verlopend mensenleven. In je jeugd trek je met je vrouw in het een of ander kot en brengt daar welgemoed je dagen en je nachten door. Maar als je tegen de veertig begint te lopen, ontstaat onafwendbaar het verlangen naar ‘het betere huis’. 't Oude is te klein. 't Gaat niet langer. 't Vertoont allerlei onoverwinnelijke bezwaren. En je kunt zo toch niet blijven kamperen? Nee, ‘het betere huis’ is het enige antwoord. Je zoekt. Je vindt. 't Is ideaal, maar... er moet iets aan gebeuren. Als het zo ver is, kom je voor het eerst van je leven in aanraking met de ondoorgrondelijke mannen, die werkzaam zijn in de bouwvakken. O, je wist altijd wel dat ze bestonden.

Je zag ze, gekleed in de morsige restanten van sterk uiteenlopende herenkostuums, op karweien bezig, nu eens in een bak met witte brij roerend, dan weer morose voor zich uitstarend op een steiger gezeten, maar wat ze nu precies deden en welk ordenend genie hun gedragingen coördineerde - daar stond je nooit bij stil. Zodra je echter tot ‘het betere huis’ besloten hebt, wordt hun hoogst onoverzichtelijke activiteit, gedurende een lange, smartelijke tijd de centrale zorg van je leven.

Mijn eigen ervaring heeft mij geleerd, dat in de bouwvakken alles meer kost dan was begroot en langer duurt dan was beloofd. Timmerlieden, stukadoors, metselaars en elektriciens werken bovendien in een hoogst geheimzinnig tempo, dat voor de leek niet te doorgronden valt.

[pagina 94]
[p. 94]

Toen ik het allemaal door maakte, woonde ik op nog geen vijftig meter afstand van ‘het betere huis’ dat ik zou betrekken zodra het gereed was. Soms werd ik reeds om zeven uur 's ochtends uit bed gebeld en stonden wel vijf kennelijke bouwvakmannen trappelend van ongeduld op mijn stoep, omdat zij de sleutel begeerden. Dat gaf moed, natuurlijk. Maar als je 's avonds ging kijken wat ze hadden gedaan, was alles nog bij 't oude, zodat je moest aannemen dat zij zich met het, voor het blote oog onwaarneembare interne organisme van het pand hadden beziggehouden.

Die avond sliep je in met de gedachte, dat de bel je weer om zeven uur wekken zou, maar de volgende dag bleven ze allemaal eensgezind weg. Wel verscheen in de namiddag een klein, dromerig ventje, dat bekende behanger te zijn. Hij vroeg de sleutel, maar bezorgde deze reeds een kwartier later terug. Desgevraagd, bleek hij alleen even in het pand op het toilet te zijn gegaan. Des anderen daags bracht een gejaagde timmerman opeens een paar planken aan, maar vierentwintig uur later had hij ze weer verwijderd. Ik kon er geen lijn in vinden.

Aanvankelijk voelde ik de neiging, mij op te winden over de bouwvakken, maar dat hielp hoegenaamd niets. De mannen keken mij alleen bevreemd aan, of ik mij in het plat Servisch uitdrukte. Aangezien ik mij realiseerde dat een tegelzetter ook aan mij niet zou kunnen zien of en hoe ik werk, verstarde ik al gauw tot gelatenheid en ging navelstaren. Dat bleek de juiste houding. Geduld is de enige menselijke eigenschap waar je écht iets aan hebt. Ten slotte komt zo'n huis wel degelijk klaar. En dan verandert, net als bij een bevalling, alle pijn eensklaps in geluk. Maar je hele verdere leven zie je de bouwvakmannen op hun steigers met andere ogen. Die stukadoor - zo weet je nu - kan je vrouw doen schreien, door op het afgesproken uur niet te verschijnen en die timmerman kan je doen knarsetanden door ‘effe de zaak op te bellen’ en loom in het apparatuur te zeggen:

‘Kees? Ja, met mij. Je hebt me een 61 gegeven. Ik moet een 78 hebben. Ja. Ja. Ja. Goed, ik wacht wel.’

En dan gaat hij op de vloer zitten en zijn brood opeten. Want brood hebben ze altijd héél veel bij zich, in de bouwvakken...

[pagina 95]
[p. 95]


illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken