Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Zedighe sinne-belden ghetrocken uyt den on-gheschreven boeck van den aerdt der schepselen (1694)

Informatie terzijde

Titelpagina van Zedighe sinne-belden ghetrocken uyt den on-gheschreven boeck van den aerdt der schepselen
Afbeelding van Zedighe sinne-belden ghetrocken uyt den on-gheschreven boeck van den aerdt der schepselenToon afbeelding van titelpagina van Zedighe sinne-belden ghetrocken uyt den on-gheschreven boeck van den aerdt der schepselen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (16.04 MB)

ebook (20.48 MB)

XML (0.57 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Zedighe sinne-belden ghetrocken uyt den on-gheschreven boeck van den aerdt der schepselen

(1694)–Joannes à Castro–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 251]
[p. 251]

82. Sinne-beldt.



illustratie

 
Die sich wilt wasschen in het slijck
 
VVordt meer besmeurt en 'tslijck gelijck.
 
EEn vuyl-saus seer besmeurt door 't blaesen vande assen
 
Van haeren lolle-pot, die wilde sich eens wassen,
 
Maer liet het water staen, en koos het modder-slijck.
 
Denckt eens hoe schoon zy wiert? Alsoo oock van gelijck:
 
(Soo ons dit Sinne-beldt hier zedigh wilt bethoonen)
 
Doen zy, die met het vuyl van ander sich verschoonen,
 
Al zijn zy 't meest besmeurt, noch achten zy hun net,
 
En zijn gelijck een spie, die op een-jeder let.
 
Oft als een modder kerr' om 't vuyl al om te raepen,
 
En wat zy laeden op, soo konnen sy niet slaepen,
 
Oft 't vuyl moet uyt-gestort, en dat met vollen mondt,
 
Aen al de clappers en clappeyen in het rondt.
[pagina 252]
[p. 252]
 
Is zy dan niet wel net, die niet en wilt vervuylen,
 
Noch met den vuylen hoop in vuyligheydt verschuylen?
 
Waer van zy af-keer thoont, als zy het quaedt beclaeght,
 
Daer zy self 't vuylste is, van 't gén' zy over-draeght,
 
En waent soo reyn te zijn: waer door zy met behaegen
 
Sich als den Pharizé, in trotsheydt wel sou draegen,
 
En seggen in 't gebedt: ô Heer ick weet u danck,
 
Dat ic, als d'andere, niet vuyl ben, boos en kranck.
 
Ick, die in vuyligheydt noyt willens ben getreden;
 
Mach van een anders quaedt wel claegen met goe' réden:
 
Maer siet, hoe de'es clappij van binnen is verblindt;
 
Die in haer self niet vuyls, maer wel in ander, vindt.

Verclaeringh op het selve.

TEn is niet alleen, dat het vuyl van een ander den achter-clapper niet en sal schoon maecken, maer eerder soo verleelijcken als eenen duyvel oft in eenen duyvel veranderen, midts hy den aerdt vanden duyvel in-volght, die als eenen brisschende leeuw in het ronde loopt soecken die hy verslinden moght: alsoo loopen oeck de achter-clappers en clappijen inde rondde van huys tot huys, soeckende in alle huysen en winckels, by alle soort van menschen, om al het vuyl van andere op te haelen, niet om jemandt te beteren, maer op sijnen tijdt sich daer mede te dienen tot achter-deel van hunnen even-naesten: niet ongelijck daer in aen de vliegen, die naer de zeeren en wonden vliegen om hun voedtsel daer uyt te suygen, en niet als een bieken, die de blomkens soeckt om daer uyt haeren honingh te trecken: al hun sorghen en woelen is om jemandt sijn eer oft wel-vaert te beschaedighen als hun selven; hinderen zy een ander in 't lichaem zy dooden sich

[pagina 253]
[p. 253]

selven inde ziel: dan ick wil dit sluyten met een korte onder-rechtinghe de welcke soo den achter-clapper wilt behertigen, sal licht van sijnen duyvelschen aerdt af-getrocken zijn. Ick vraegh u eens in 't besonder, wie is het, wiens eer, naem en faem gy wilt becladden met achter-clap? Is 't niet uwen broeder, mede-deelich aen uw' natuer, daer hy en gy den selven vaeder hebt inden hemel? Is hy niet den anderen ghy, gheschaepen naer de gelijckenisse ende het béldt van Godt, die niet alleen met u, maer oock met hem is, en gy hem niet minder verplicht zijt als u selven soo u jet over-schiet dat hem on-breckt? en ont-nemt hem niet dat hy besit, helpt hem in sijnen noodt van het ghene ghy vermoght, het is even konstigh voor sijnen even-naesten en met hem te leven met liefde: hy leeft het beste met sijnen even naesten, die hem voor-staet en wel-doet daer hy vermagh, en aen sijn selven, die sich versterft in sijn quaede ghenegentheydt om dien te beschaedigen: Wilt gy alleen voor u seleven leven? Is' 't dat gy hem doodt? soo en leeft gy voor hem niet, noch oock voor u selven: niet voor hem, als gy hem van goedt, eer en faen berooft hebbende hem steedts oft civiel gedoodt hebt: oock niet voor u selven, als ghy door de sonde van on-recht-veerdigen achter-clap u ziel selver sult dooden: Wacht u dan voor den achter-clap; een anders vuyl en sal uwen smeur niet af-wasschen: Kont gy uwen naesten met hôpe van hem te beteren: soo voldoet gy aen u plicht voor hem te bidden, en op u selven te sien: soo blijft ghy een duyf en geenen uyl, ick segh, eenen mensch en geenen duyvel.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken