Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Alle de werken. Deel 2 (1862)

Informatie terzijde

Titelpagina van Alle de werken. Deel 2
Afbeelding van Alle de werken. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Alle de werken. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (16.13 MB)

Scans (47.16 MB)

XML (5.07 MB)

tekstbestand






Editeur

J. van Vloten

Illustrator

Johan Wilhelm Kaiser



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Alle de werken. Deel 2

(1862)–Jacob Cats–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Derde nieuw-jaers gesangh.

Op de voys. O listigh hof, O winckel vol gebreken, &c.

 
Het voorigh jaer dat is al weder henen;
 
Het is gegaen, het is geheel verdwenen:
 
Hoe snel loopt oock de tijt!
 
Ons leven is gelijck een vluchtigh man,
 
Die nimmermeer in ruste wesen kan,
 
Maer staegh te poste rijt.
 
 
 
De mensch ontdeckt veel dingen op de wegen,
 
Hier is een slot, en daar een rots gelegen,
 
En elders vruchtbaer landt;
 
Hier groent een wout, en daer is 't enckel hey,
 
En ginder volght een wel-begraesde wey,
 
En stracks een dorre strandt.
[pagina 503]
[p. 503]
 
Maer als de mensch, met afgemende leden,
 
Komt tot een dorp des avonts ingereden,
 
Of tot de naeste stadt;
 
Al wat hy sagh, een beeck, een wout, een boom,
 
Het schijnt hem al gelijck als enckel droom,
 
Of ick en weet niet wat.
 
 
 
Maer heeft de man aen boomen ofte steenen,
 
Gequest sijn arm, of hooft, of swacke beenen,
 
Soo doet hy sijn beklagh;
 
Dat blijft hem by, dat voelt hy alderbest,
 
Dat is, eylaes! dat hem alleenlijck rest,
 
Van al het groot beslagh.
 
 
 
In 't jaer dat nu van ons is wegh-genomen,
 
Zijn mijnen geest veel saken voorgekomen,
 
Van alderhande slagh;
 
In eenigh deel bevont mijn ziel vermaeck,
 
Maer ick verloor van stonden aen de smaeck,
 
Oock voor den naesten dagh.
 
 
 
Doch wat'er quam, het was terstont verloren,
 
Het beelt vergingh, oock eer het was geboren,
 
Soo ydel is de mensch!
 
Soo ydel is al wat ons overkoomt,
 
Soo 't geen men soeckt, als dat men bijster schroomt;
 
Wat is ons herten wensch!
 
 
 
Maer is mijn hert met onbedachte schreden,
 
Of uyt'et spoor òf uyt den wegh gereden,
 
Soo dat ick my vergreep;
 
Ach! waer mijn geest niet wel en heeft gegaen,
 
Dat quelt mijn hert, en hanght my dapper aen;
 
Siet daer een droeve neep!
 
 
 
Wel aen, mijn ziel! het jaer dat gaet beginnen,
 
t'Sa, maeckt u op, als met vernieude sinnen,
 
En met gestage vlijt;
 
Al het gewoel en poogen van den mensch,
 
En baert geen vreught of lust of herten wensch,
 
Als wel besteden tijt.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken