Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Alle de werken. Deel 2 (1862)

Informatie terzijde

Titelpagina van Alle de werken. Deel 2
Afbeelding van Alle de werken. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Alle de werken. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (16.13 MB)

Scans (47.16 MB)

XML (5.07 MB)

tekstbestand






Editeur

J. van Vloten

Illustrator

Johan Wilhelm Kaiser



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Alle de werken. Deel 2

(1862)–Jacob Cats–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Wat den mensch het beste is, uyt Metrodorus.

 
Wat staet kan eenigh mensch op aerden overkomen,
 
Daer niet een soet vermaeck kan worden uyt genomen?
 
Noyt soo verbosten tijt, of soo bedroefden jaer,
 
Of een die leven kan die wort'er vreught gewaer.
 
Heeft yemant kloeck verstant, soo wort hy staegh gepresen,
 
En voor een landt-juweel met vingers aengewesen:
 
En is hy sonder breyn, soo is hy sonder last;
 
Men siet oock prinssen selfs met gecken wel gepast.
 
Is hy geduerigh wel, en sonder krancke dagen,
 
Soo is hy recht bequaem sijn lusten na te jagen;
 
En is hy swack van aert, en dickmael niet te wel,
 
Schoon hem de doodt genaeck, 't en is hem geen gequel.
 
Indien hy in het hof met vorsten wil verkeeren,
 
Hy kan sijn lagen naem en duyster huys vereeren:
 
Indien hy stilheyt soeckt, en maer het sijne doet,
 
Sijn eygen vooght te zijn, dat is geweldigh soet.
 
Staen hem de velden aen, en gaet hy landen telen,
 
Dat is een soet bedrijf, wie kan het oyt vervelen?
 
Wil hy een koopman zijn, en zeylen van de ree,
 
O wat een machtigh goet ontstaet er uyt de zee!
 
Indien hy winste doet, soo mach hy vrolijck leven,
 
Hy krijght dan menigh vrient, en meer als hondert neven;
 
En lijdt hy staegh verlies, hy wordt een deftigh man,
 
Die al wat werelt hiet, met voeten treden kan.
 
Wil hy een krijghsman zijn, soo kan hy dikwils maeyen
 
Daer hy noyt ploegh en sondt, en noyt en dede zaeyen;
 
En soo hy d'oorlogh haet en lieft een stillen geest,
 
Soo is hy wel getroost, oock als een ander vreest.
 
Verreyst hy buyten 's landts, en kan hy wel betalen,
 
Waer dat hy komen mach, men sal hem wel onthalen;
 
Of is fijn beurse licht, hy draeght te minder last,
 
Soo dat hy lustigh is, en op geen roover past;
 
Indien sijn jeughdigh hert genegen is te trouwen,
 
Waer vint men soeter vreught als by de jonge vrouwen?
 
Of is hy meer geneyght om niet te zijn gepaert,
[pagina 514]
[p. 514]
 
Soo is hy sonder sorgh waer dat hy henen vaert.
 
Indien het echte bed hem kinders heeft gegeven,
 
Hy siet, in hare jeught, gelijck een ander leven;
 
Indien hem uyt het bed geen echte vrucht en wast,
 
Soo heeft hy vrouwen-lust, en efter geenen last.
 
Trout hy een schoone vrou, wat kan'er soeter wesen?
 
Sy kan sijn gulle jeught en heeten brandt genesen:
 
Of isse niet te moy, en keurt haer niet te naeu!
 
By nachte, lieve vriendt, zijn alle katten graeu.
 
Krijght hy een geldigh wijf, wat kan hy meer begeeren;
 
Op vrouwen machtigh goet daer kan men lustigh teeren.
 
Heeft sy in tegendeel maer weynigh bygebracht,
 
't Is seker dat het wijf hem des te meerder acht.
 
Indien sy geestigh is, of heeftse veel gelesen,
 
Sy kan, voor al het huys, gelijck een raets-heer wesen.
 
Of heeft se geen verstant als van haer doecken-huyf,
 
De man leeft sonder twist by soo een soete duyf.
 
Wat meer? is yemant jongh, dat sijn de beste tijden,
 
De jeught is enckel vreught en lust aen alle zijden;
 
Indien den ouden dagh tot sijnen haert genaeckt,
 
Siet daer de rechte tijt, die hem eerwaerdigh maeckt!
 
Het is dan sonder gront, dat veel onsoete menschen,
 
Of noyt te zijn geweest of korte dagen wenschen;
 
Treet ghy in uw beroep met onbedachten sin,
 
In wan-genoegen selfs, daer is genoegen in!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken