Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Alle de werken. Deel 2 (1862)

Informatie terzijde

Titelpagina van Alle de werken. Deel 2
Afbeelding van Alle de werken. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Alle de werken. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (16.13 MB)

Scans (47.16 MB)

XML (5.07 MB)

tekstbestand






Editeur

J. van Vloten

Illustrator

Johan Wilhelm Kaiser



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Alle de werken. Deel 2

(1862)–Jacob Cats–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Waerom de menschen in de eerste tijden veel langer leefden als nu.

 
De menschen, die wel eer hier op der aerden waren,
 
Beleefden menighmael de negenhondert jaren,
 
Vol kracht en groene jeught; men vont geen droeve pijn,
 
Geen pest, geen heete koorts, geen wreede flerecijn;
 
Maer nu de grijse tijt is hooger op-gekomen,
 
Soo heeft de snelle doodt de werelt in-genomen:
 
Gicht, scheurbuyck, kugh, graveel, en ander ongeval,
 
Die vielen uyt de lucht, en vlogen over-al.
 
Geeft reden, sangh-godin! De werelt eerst geschapen
 
Liet uyt haer gulle schoot een machtigh voetsel rapen,
 
Het was òf edel zaet òf wonder schoon gewas,
 
Al wat met men uyt het veldt of van de boomen las.
 
Geen mensch en wiert geswackt door lust of gulsigheden,
 
Maer yeder spit het landt, en oeffent soo de leden:
 
Men at geen leckerny, maer slechts gemeene kost,
 
En water uyt de beeck dat was hun soete most.
 
De sterren, niet vergift met ongesonde qualen,
 
Die gaven enckel heyl, en niet als soete stralen:
 
Maer, dat ick hooger acht, de mensche nu geplant,
 
Quam eerst als uyt de vorm van Godes eygen hant.
 
Dat van den Schepper komt, hoe kan het licht bederven?
 
Dat uyt het leven rijft, hoe kan het haestigh sterven?
 
O groote Levens-vorst! o 's menschen hoogste goet!
 
Koom, woont doch binnen ons, doch meest in ons gemoet!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken