Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Silenus Alcibiadis, sive Proteus (1618)

Informatie terzijde

Titelpagina van Silenus Alcibiadis, sive Proteus
Afbeelding van Silenus Alcibiadis, sive ProteusToon afbeelding van titelpagina van Silenus Alcibiadis, sive Proteus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.34 MB)

ebook (8.69 MB)

XML (0.79 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Silenus Alcibiadis, sive Proteus

(1618)–Jacob Cats–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 74]
[p. 74]

Die niet ontsiet, vvort haeft te niet.

 
WIe sou de cleyne spin doch eenich leet aenbringhen?
 
Wat soud' de groote slang' door haer vergif niet dwinghen?
 
De spincop velt nochtans de slang wel doot daer heen;
 
Ghy vraecht, hoe dat gheschiet: aen-hoort doch eens de reen
 
De slang leyt inde son en luyert, op den acker,
 
Niet passend' op de spin: de spinne clouck en wacker
 
Treft met haer strael het breyn van 't sorgheloose beest,
 
Vreest, Vrienden, voor een mensch, die niet een mensch en vreest.

Periculum venit, cum contemnitur.

 
IMbelli noceat cui mollis araneus ictu?
 
Et quis non rigido tactus ab angue cadat?
 
Huic tamen incumbens victrix dominatur arachne,
 
Et vastum tenui perforat ense caput.
 
Vnde fit, vt coluber parvo cadat ictus ab hoste?
 
Languebat serpens, & vigil hostis erat.
 
Quam facilè est struere insidias nil tale timenti!
 
Est, quod ei metuas, cui metus omnis abest.

Crains ton ennemy, bien que petit.

 
L'Araigne, bien que soit foible & petite beste,
 
Rompt neantmoins par fois au grand serpent la teste,
 
Qui ne redoute rien, est aisement attaint,
 
Crains pour vn tel, Amy, qui rien iamais ne craint.
[pagina 75]
[p. 75]

Ex secvritate cvra.
XXXVI.

MAjores interdum copiae sternuntur a minoribus, potentiores a debilioribus, ait Halicar. nihil est tam firmum, cui periculum non sit, etiam ab invalido: & leo ipse aliquandò minimarum avium fit pabulum, inquit Curtius. Vis rationem? securitas, tam in publicis quam privatis, certissimum calamitatis initium est: Solutè viventes vndique patent, & oportuni injuriae multas occasiones praebent insidiantibus, ait Philosophus. Saepe etenim & contemptus hostis cruentum certamen edidit, & inclyti populi regesque, perlevi momento, victi sunt, ait Livius. Inimicum sanè quamvis humilem, docti est metuere, ex consilio Senecae. Metus quippe prudentiam docet; quique insidias timet, haud facilè in eas impingit Timor securitatis dux, periculorum praesumptio: metuendo quippe sapiens vitat malum. In ipsâ igitur securitate animus ad difficilia sese praeparet, vt contra injuriam fortunae inter beneficia firmetur. Timidi matrem non flere, vetus adagium est.

MEnichmael werdẽ groote heyrcrachten van cleyne, machtige, van swacke geslagẽ; seyt Halicarnas. Niet en isser so vast, dat geen gevaer en lijt, ooc van het swacke. De Leeu wert oock selfs wel tot aes van het cleynste gevogelte. Wildy hier van de reden weten? Sorgeloosheyt, soo in gemeene, als eyghen saken, is een seker beginsel van on-heyl. Die sonder achter-dencken leven, staen als open, en zijn onder-hevich om gehoint te werden. Verachte vianden hebben menichmael een bloedigen slach veroorsaect, en machtige vorsten en volckeren haestelijck t'onder ghebracht, seyt Livi. En hierom is een vyandt (hoe geringe hy oock zy) altijt te duchtẽ. Vreese leert wijsheyt, en die voor lagen beducht is, wert selden betrapt. Achterdencken leyt tot gerusticheyt, onvoorsichtigen hooch-moet tot ghevaer: al sorgende ontgaet den wijsen het quaet. Latet ons daerom houden met ons oudt spreeck-woordt, Die niet en sorcht, en heeft gheen eere.

Iuvenal. Sat. 6.

 
NVnc patimur longae pacis mala, saevior armis
 
Luxuria incubuit, victumque vlciscitur orbem.

Seneca Agam.

 
Victor timere quid potest? quod non timet.

Baud. Dissert. de Induc.

 
NVlli facilius opprimuntur, quam qui nihil timent,
 
Et imparati sunt ad resistendum.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken