Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Silenus Alcibiadis, sive Proteus (1618)

Informatie terzijde

Titelpagina van Silenus Alcibiadis, sive Proteus
Afbeelding van Silenus Alcibiadis, sive ProteusToon afbeelding van titelpagina van Silenus Alcibiadis, sive Proteus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.34 MB)

ebook (8.69 MB)

XML (0.79 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Silenus Alcibiadis, sive Proteus

(1618)–Jacob Cats–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 6]
[p. 6]

Lvc. 11.9.
Bidt en u sal ghegeven vverden, soeckt en ghy sult vinden, clopt en u sal op-ghedaen vvorden.

 
WIlt ghy des Bosch-Goddins vrou Echoós stem verwecken[?]
 
En van haer zijn gehoort, en Antwoort van haer trecken[:]
 
En veeselt niet daer heen, maer maect een hel geclanck,
 
Soo suldy, door het Wout, vernemen haren sanck.
 
Die wenst te zijn verhoort, moet hart en stem verheffen:
 
Gheen flau Ghebedt en can tot aen den Hemel treffen,
 
Niet climter op tot God, dat maer wast inden mont:
 
Soo wie dan bidden wil, die bidd' uyt s'hartsen gront.

Psalm. 33.
Clamaverunt justi & Dominus exaudivit eos.

 
INtensis opus est clamoribus, vt sonet Echo;
 
Dum strepis exiguo murmure, Nympha silet:
 
Nympha tacet tacitis, sed surgat ad aethera clamor,
 
Mox responsa tibi, vel geminata, dabit.
 
Vota quid effundis summis innata labellis?
 
Ad tepidas cęli non patet Aula preces:
 
Tende latus clamore, Deus responsa remittet;
 
Hîc pia mens, Hîc vox feruida, pondus habent.

Iaqv. 5.16.
La priere du iuste faicte avec vehemence, est de grande efficace.

 
QVI d'vne basse vois Echó la Nymphe appelle,
 
(Qu' attend il dans les bois?) n'aura response d'elle;
 
Celuy aupres de qui le zele n'a nul lieu,
 
Et prie froidement, n'est exaucé de Dieu.
[pagina 7]
[p. 7]

Ora et dabitvr.

VOcem (quam alij aliter describunt) ego, vt admirandum diuniae potentiae opus, Deo Opt. Max. imprimis dandam, dedicandam, censeo. Tametsi enim, solo mentis ad Deum assensu, pios non rarò Deum alloqui satis compertum sit, majori tamen energiâ animus fervens, ope vocis, sese exserit, ac in caelum, vt ita loquar, impetum facit; quam si tacitâ solũ cogitatione Deo preces offerat. Quidni enim orationem & rationem (quâ vtrâque immensa Dei bonitas caeteris animantibus praestantiores nos neddidit) gratum Deo sacrificium offeramus? Praesertim verò cum nostra ipsius vox, auribus hausta, animum magis moveat, & (si languor fortè aut diversio) ad Deum veluti reducat. Tria igitur, ad preces rite offerendas, merito requirimus, Animum praeparatum, nec aliud agentem; Corpus submissum, & ad humilitatem compositum; & Fructum labiorum, id est, Vocem imo cordis penetrali emissam. Quae si conjungamus, exaudiet procul dubio nos munificus ille Parens, si non ad voluntatem, saltem ad salutem.

DE stemme (die den eenẽ aldus, en den anderen also beschrijft) oordeelẽ wy, als een by sonder werck Godes, sonderlinge aenden selven toe-gheeyghent te moeten werden. Want al ist soo dat veel god-salighe alleenlijck door het opheven des ghemoets, ghewoon zyn tot God te bidden: evenwel nochtans salmen een vierich gemoet, door hulpe vande stemme, met meerder cracht voelen uyt-bersten, en met grooter ghewelt tegens den hemel als een uytval doen, dan off yemandt alleenlijck door den ghedachte sijn gebeden Gode op-droughe. En waerom doch en souden wy niet met alle de wercktuygen so des lichaems, als des gemoets, den Schepper van beyde, ten besten wy connen, vereeren? waerom en souden wy niet beyde die dinghen, waer door wy van God sijn verheven boven andere ghedierten, hem eerbiedelijcken opdraghen, te weten woorden en ghedachten? waerom en sullen wy niet den gheheelen mensche Gode op-offeren? sonderlinge na dien ons eyghen stemme, ter wylen wy bidden, van ons ghehoort zynde, daer toe dienstich is, om ons sinnen meer op te wecken, en t'elcken als die schijnen te willen gaen dwalen, wederom als tot God te brenghen Wy houden daeromme datter dry dingen noodich zijn, om wel te bidden, te weten eerst, een wel bereyt Gemoet, ledich vã alle andere becommeringe: tẽ tweedẽ, een Lichaem gansch en al ghestelt tot nedericheyt: eñ ten derden de vrucht onser lippen, dat is, een Stemme uyt het binnenste onser herten crachtelijck uyt-gedreven. Welcke drie dingen indien wy in ons gebet te samen vougen, soo en isser gheen twyffel aen te slaen, of God wil ons gewisselijck verhoorẽ, indien niet na onsen wille, immers t'onsen besten.

PSALM 144.

 
PRope est Dominus omnibus invocanti-
 
bus eum in Veritate.

BERNARD.

 

QVando fidelis, & humilis, & fervens oratio fuerit, caelum, haud dubio, penetrabit, vnde certum est quod vacua redire non possit.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken