Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Sinne- en minnebeelden. Deel 2. Inleiding en commentaar (1996)

Informatie terzijde

Titelpagina van Sinne- en minnebeelden. Deel 2. Inleiding en commentaar
Afbeelding van Sinne- en minnebeelden. Deel 2. Inleiding en commentaarToon afbeelding van titelpagina van Sinne- en minnebeelden. Deel 2. Inleiding en commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.61 MB)

Scans (45.11 MB)

ebook (4.04 MB)

XML (2.92 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Luijten



Genre

proza
poëzie

Subgenre

emblematiek
proefschrift
studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Sinne- en minnebeelden. Deel 2. Inleiding en commentaar

(1996)–Jacob Cats–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

3 De annotaties

Maar zelden komt een historische tekst volledig tot leven zonder achtergrondinformatie; dikwijls blijkt die zelfs onontbeerlijk. Vandaar dat, zoals gebruikelijk bij een studie-uitgave, de nadruk is komen te liggen op de annotatie en de commentaar. De annotaties zijn als volgt opgebouwd: na een vertaling van het ‘hoofdmotto’ volgt een beschrijving van de embleemprent, waarin nog niet wordt ingegaan op de (mogelijke) betekenis van bepaalde onderdelen. In de beschrijvingen zijn niet alle beeldelementen in extenso opgesomd. Het zou te ver voeren om de voorbijvliegende vogels, het gras tussen de straatstenen en allerlei details in de landschappen op te merken. Vanzelfsprekend zijn wel de onderdelen die een rol (kunnen) spelen in het emblematisch proces (de res significantes) benoemd en toegelicht,Ga naar eind14 evenals de objecten waaronder artefacten, die niet op voorhand bekend verondersteld mogen worden. Voor die beschrijving is gebruik gemaakt van een contemporain ingekleurd exemplaar van Proteus dat zich in de Universiteitsbibliotheek te Leiden bevindt (vgl. de Bibliografie, nr. b.9). Bewaard gebleven voortekeningen worden bij de steunillustraties afgebeeld.

Dan volgt, regel voor regel, de annotatie van het eerste gedicht, met gedetailleerde woordverklaringen, stilistische en grammaticale aantekeningen (voor zover nodig) en toelichtingen bij bijbelse, religieuze, mythologische, natuurhistorische, moraal-filosofische of literaire verwijzingen of toespelingen.Ga naar eind15 Dit alles wordt drie keer herhaald, voor elke afdeling (a - amoureus; b - maatschappelijk en c - godsdienstig) en

[pagina 101]
[p. 101]

voor alle Nederlandstalige gedeelten. Aan subjectiviteit bij betekenistoekenning en bij het aanbieden van historische informatie valt nooit te ontkomen,Ga naar eind16 en natuurlijk zijn de toelichtingen zelden uitputtend (als dat al kan); een teksteditie als deze is in beginsel ook bedoeld om aan te zetten tot verder en diepgaander onderzoek. Niet geannoteerd zijn de volgende, vaak voorkomende, woorden: yet voor iets, en als negatief partikel in een ontkennende zin; niet voor niets; haer of hem voor zich; noch voor nog; selfs voor zelf; doen voor toen; van voor door, en bij met de betekenis door.

Op verschillende plaatsen heb ik voor de woordannotatie dankbaar gebruik gemaakt van de meest recente editie van de Sinne- en minnebeelden, die van J. Bosch uit 1960 (zie de Bibliografie, nr. b.46). Hetzelfde geldt voor de commentaren die werden gegeven bij enkele losse emblemen, opgenomen in de twee bloemlezingen van Cats die G.A. van Es in de jaren zestig en zeventig samenstelde, en voor enkele afzonderlijke publikaties waarin één of meerdere emblemen werden besproken.Ga naar eind17

Afgewisseld met de annotaties van het Nederlands treft men - overeenkomstig de oorspronkelijke volgorde van de tekstonderdelen - vertalingen van en toelichtingen bij het Latijn en het Frans: de gedichten, de citaten en het proza. Bij herkende toespelingen en citaten wordt in corresponderende noten verwezen naar de (eventuele) bron. Van een onjuist geciteerde plaats wordt daar, als dat mogelijk is, de oorspronkelijke versie gegeven. Soms ben ik scheutig met informatie als het proces waarlangs een gedachte in Cats' bundel terecht is gekomen, aannemelijk gemaakt kan worden. Het zou namelijk wel eens kenmerkend kunnen zijn voor de manier waarop destijds ook andere schrijvers te werk gingen.Ga naar eind18 Want dat Cats en zijn tijdgenoten hun bronnen vaak niet uit de eerste hand citeerden of gebruikten, staat wel vast.

Beknopte gegevens over door Cats genoemde personen of aangehaalde schrijvers staan vermeld in het register van namen en titels.

eind14
De wenselijkheid om bij de beschrijving die elementen van de pictura op te nemen die in het embleem ‘gesemantiseerd’ worden en dienen als dragers van een ‘possibly intended sensus spiritualis’, bracht B.F. Scholz ter sprake in: ‘The res picta and the res significans of an emblem, and the indexer's eye: notes on the basis of an index of emblem art.’ In: The index of emblem art symposium. Ed. P.M. Daly. New York 1990, 63-88, i.h.b. 74 (ams Studies in the emblem, 6).
eind15
Vgl. C. van de Ketterij, ‘Over het annoteren van teksten.’ In: Studies voor Damsteegt. Aangeboden door bevriende vakgenoten ter gelegenheid van zijn afscheid als hoogleraar aan de Rijksuniversiteit te Leiden op 16 januari 1981. Leiden 1981, 115-128. Ik heb in deze Cats-uitgave de tekstkritische annotatie in een apart overzicht opgenomen (zie de vorige paragraaf over de tekstconstitutie, evenals Bijlage 3.1).
eind16
Vgl. de overwegingen van Jacobs 1991, ii, p. xxiii-xxiv.
eind17
Zie Van Es 1962-2 en Van Es 1977.
eind18
Vgl. bijv. embleem v.b.5, waar sprake is van de weersvoorspellende rol van dieren en dingen. Voor zover mogelijk of bekend wordt altijd, ook wanneer overname uit een tussenbron aannemelijk is, eveneens naar de oorspronkelijke bron verwezen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken