Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De pelgrimagie van het kindeken Jesus (1755)

Informatie terzijde

Titelpagina van De pelgrimagie van het kindeken Jesus
Afbeelding van De pelgrimagie van het kindeken JesusToon afbeelding van titelpagina van De pelgrimagie van het kindeken Jesus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.73 MB)

ebook (4.11 MB)

XML (1.04 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
heiligenleven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De pelgrimagie van het kindeken Jesus

(1755)–Franciscus Cauwe–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XXVII. Capittel.
Jesus verkiest twaelf Apostels, ende twee en seventigh Discipels, welck hy seynt predicken.

JESUS gecomen zynde in Galilëen, ende predickende in alle de Steden ende Dorpen, mitsgaders alle hun krancke en de gebreckige genesende, wirt gevolgt van een ontallycke menighte van menschen: ende aensiende al het volck met een lieffelyck gelaet, hadde groote deirnisse met hun om datse verdruckt wirden, ende waeren gelyck schaepen sonder Herder. Ende keerende hem tot sijne Discipels, seyde: Den oost is groot, maer daer zyn luttel werk lieden. Ende kiesende twaelf uyt den hoop, welcke hy Apostels noemde, gaf hun macht om de duvyelen uyt te werpen, ende te genesen alle kranckheden ende sieckten, ende de dooden te verwecken. Ende heeft hun gesonden tot alle de Steden van het Joodsche Lant, hun belastende te predicken, ende te seggen: Dat het Ryck der Hemelen was genaeckende. Hy gaf hun oock verscheyde geboden, welke toestaen eenen predikant van het Evangelie. Desgelycks dede hy korts daer naer voorseyndende 72. Discipels twee en twee naer alle de Steden daer hy heenen ginck.

Aensiet nu, ô ziele, uwen soeten Jesus, hoe krachtelyck ende ernstelyck hy vermaent de gene, die hy seynt om te predicken, ende te soecken de verloren schaepen van Israël. Siet hoe minnelyck hy hun daer naer omhelst d'een voor en d'ander naer, als sy van hem vertrecken, om syne gehoorsaemheyt te volbrengen hebbende meest al de traenen

[pagina 271]
[p. 271]

in de oogen, om dat sy de seer aengenaeme tegenwoordigheyt van hunnen Meester eenigen tydt moesten derven. Ach soeten Jesus! hoe lieffelyck was u geselschap, welcke uwe Discipels soo noode wilden derven, niet tegenstaende de uyterste armoede, ongemacken, ende vervolgingen, welke sy met u moesten lyden.

Och hoe geluckig waeren sy, die altyts wesen mochten aen de zyde van dien soeten Engel wat een vreugt was't voor hun, dat Hemelsch Aensicht geduerig te aenschouwen, dat met 't gesicht alleen de herten door straelde, ende dede smilten van liefde, welck een vermaeck was't voor hun geduerig te hooren, die Goddelycke honing vloeyende tonge, ende de lieffelycke stemme, die de herten soo grondelyck roerde, dat syse trock alwaer sy wilde, ende dwong de affectien met eenen lieffelyken drift tot alle goet. Welk een onuytsprekelyck contentement moest het wesen voor hun, geduerig te genieten de soete familiere handelingen ende vriendelycke manieren van doen, van dien gratieusen Hemelschen Mensch, in welcken buyten twyffel de eenvoudige suyvere zielen eenige straelen gewaer wirden van de Godtheydt, die in hem verborgen was. Dit gaf hy selve genoeg te kennen, als hy tot syne Discipels seyde: Ga naar voetnoot(a)Salig zyn de oogen, die sien het gene gy-lieden siet: want ick segge u lieden dat veele Propheten ende Koningen hebben gewenscht te sien het gene gy lieden siet, ende te hooren het gene gy lieden hoort, en 't een heeft hun niet mogen gebeuren.

voetnoot(a)
Luc. 10.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken