Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De pelgrimagie van het kindeken Jesus (1755)

Informatie terzijde

Titelpagina van De pelgrimagie van het kindeken Jesus
Afbeelding van De pelgrimagie van het kindeken JesusToon afbeelding van titelpagina van De pelgrimagie van het kindeken Jesus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.73 MB)

ebook (4.11 MB)

XML (1.04 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
heiligenleven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De pelgrimagie van het kindeken Jesus

(1755)–Franciscus Cauwe–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XXXVI. Capittel.
Jesus spyst meer als vier duysent menschen met seven brooden ende luttel visschen.

ALs den soeten Jesus gecomen was ontrent de Zee van Galilëen, soo is hy op eenen berg gegaen; alwaer hy neder sittende, is by hem gecomen veel volckx met stomme, blinde, kreupele, krancke, ende met andere, welcke sy leyden voor sijne voeten ende hy heeftse al genesen; soo dat al het volck seer verwondert wirt, siende de stomme spreken, de kreupele gaen, de blinde sien, ende loofden den Godt van Israël.Ga naar voetnoot(a) Alsdan by hem roepende sijne Discipels, heeft tot hun geseyt; Ga naar voetnoot(b)Ick hebbe medelyden met dit volck: want sy hebben my nu dry dagen gevolgt: ende sy hebben niet om te eten: ende is't dat ickse sonder eten laete gaen sy sullen beswyken op den weg: want sommige komen van verre. Waer op de Discipels seyden; van waer zullen wy hier in de Wildernisse soo veel brooden krygen, om een soo groote menigte te versaeden; Jesus seyde; hoe veel brooden hebt gy-lieden, Sy seyden, seven ende luttel viskens. Doen heeft Jesus het volck

[pagina 300]
[p. 300]

doen nedersitten; ende nemende de seven brooden ende de visschen, heeftse (Godt danckende) gezegent, ende gebroken, ende gegeven aen syne Discipels; ende de Discipels hebbense aen het volck uytgedeylt. Ende sy hebben altemael ge-eten, ende zyn versaet geweest. Ende sy hebben van de brockelingen, die overgeschoten zyn, seven korven gevult. Ende de gene, die daer ge-eten hadden waeren 4000. sonder de vrouwen ende kinders.

‘Considereert hier (segt S. Bonaventura c. 36. vit. Chri.) het gene Jesus gedaen ende geseyt heeft Ten eersten blyckt hier dat hy seer bermhertig was, als hy seyde, ick hebbe medelyden met dit volck. Ten tweeden, dat hy seer beleeft ende danckbaer was, om reden die hy seyde, want sy hebben my nu dry dagen gevolgt. Siet eens de groote beleeftheyt ende danckbaerheyt van den Heere. Want hy spreeckt al of hy van hun een groot weldaet ontfangen hadde; daer het nochtans inder waerheyt hun profijt was dat sy hem volgden, ende niet het syne. Maer gelyck hy elders segt; sijne wellusten te sijn, te wesen met de kinderen der menschen, niet dat hy van ons iet goets ontfangt; maer dat hy hem verblyt, als wy hem soo wel naervolgen, ende syne geboden onderhouden, ende dat hy ons veel goets magh doen. Want om dat hy de goetheyt zelve is, soo is hy uyt'er naturen genegen om ons goet te doen, ende hy verheugt hem daer in. O mensch hoe zyt gy schuldig sulck eenen Godt, die soo goet is lief te hebben. Ten derden, laet den goeden Jesus hier blycken syne groote discretie; want hy considereerde hunnen noot ende krankheyt; door welcke sy konden beswycken op den weg, ende dat sommige gecomen waeren van [verr]e.’

[pagina 301]
[p. 301]

‘Siet gy wel hoe smaeckelyck ende soet dese woorden zyn! Alsoo gheschiet ons daghelycks geestelyck, want wy en hebben niet te eten, 't en sy dat hy 't ons geeft; ende wy moeten beswycken op den weg, is 't dat hy ons sonder eten laet gaen; ende sonder hem en connen wy ons in geen geestelycke saecken helpen. Wy en hebben dan geene reden om ons te verheffen, als wy van de hant des Heeren eenigen geestelycken troost ontfangen, ofte eenigen voortganck in onse geestelycke oeffeningen gewaer worden; want dit en komt van ons selven niet, maer van syne liberaele Hant. Daerom, is 't dat wy wel willen letten, wy sullen sien dat de oprechte dienaren Godts hoe dat sy volmaeckter ende Godt naerder zyn, ende uytnemender in gaven, hoe sy ootmoediger zyn; want sy en schryven hun selven niet anders toe, als sonden en gebreken. Want hoe naerder iemant by Godt is, hoe meer hy verlicht wort; waer door hy de grootheyt ende bermhertigheyt Godts, ende sijne eygen verworpentheyt ende ellenden klaerlyck siet. Ende soo en kan in hem de hooveerdigheyt ofte ydel glorie (die uyt een verblintheyt voortkomen) geen plaetse hebben. Want den genen die Godt, ende sy selven wel kent ende ondersoeckt, en kan hem niet verhooveerdigen.’

‘Voorts naer de voorseyde woorden heeft Jesus wercken gedaen. Aensiet hem dan wel, hoe hy de brooden neemt, ende sijnen Vader danckende die zegent, ende hoe hy die geeft aen de Discipels om uyt te deylen aen het volck, ende hoe sy tusschen de handen van de Discipels soo vermenigvuldigen, dat soo veele menschen eten soo veel als hun lust, ende noch veele brockelingen overblyven. Aensiet oock den soeten Man, hoe

[pagina 302]
[p. 302]

hy met een blyd' gelaet het volck siet eten, ende hem verheugt in hunne consolatie. Siet ook hoe het volck hun verwondert over dit Mirakel, ende daer van met blydschap onder malcanderen spreekt, ende eten met danksegginge niet allen lichaemelyck, maer oock (ten minsten sommige) geestelyk.’

‘Maer was onse L. Vrouwe daer oock niet, om van dit broodt aen de Vrouwen te deelen, ende haer te verheugen in hunne recreatie? De H. Schriftuere en spreeckt hier van niet: Mediteert gy hier van soo den Heere u sal ingeven. Tot hier S. Bonaventura.’

voetnoot(a)
Matth. 5.
voetnoot(b)
Marc. 8.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken