Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De pelgrimagie van het kindeken Jesus (1755)

Informatie terzijde

Titelpagina van De pelgrimagie van het kindeken Jesus
Afbeelding van De pelgrimagie van het kindeken JesusToon afbeelding van titelpagina van De pelgrimagie van het kindeken Jesus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.73 MB)

ebook (4.11 MB)

XML (1.04 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
heiligenleven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De pelgrimagie van het kindeken Jesus

(1755)–Franciscus Cauwe–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

LVII. Capittel.
Jesus wort van Simon den melaetschen ter maeltyt genoot; alwaer Magdalena sijn hooft ende voeten salft.

JESUS zynde te Bethania ghecomen den sesden dag voor syne Passie, te weten op den Saterdag voor Palm Sondag, soo heeft hem Simon den melaetschen,Ga naar voetnoot(a) die van Jesus eenigen tyt te vooren genesen was geweest, ter maaltyt genoot met syne Moeder ende Discipele, alwaer oock Lazarus, Martha, ende Marïa Magdalena waeren van de genoode, als wesende Broeders ende Susters in Christo, ende familier met Simon, ofte van syn maegschap. Martha, die diende ende maeckte de maeltyt gereet, ende Lazarus sat met de andere aen tafel. Doen heeft Maria Magdalena genomen een busse vol costelycke salve van pueren Nardus ende het eerst daer van op Jesus hooft gegoten, ende daer naer heeft sy met de selve syne voeten gesalft, ende heeft die afgedroogt met haer haeyr; ende het huys is vervult gheweest van den geur der selver.

[pagina 391]
[p. 391]

Doen heeft Iudas Iscariotes den toecomenden verrader, tegen haer gemurmureert, seggende, waer toe dient de verquistinge van dese salve? Want sy mocht verkocht worden meer als dry hondert: thiende penningen, om aen den armen te geven. Hy en seyde dat niet uyt sorge voor den armen; maer om dat hy eenen dief was, ende voor sy selven hiel, het gene voor Jesus ende sijne Discipels wiert gegeven, hadde geerne de weerde van die salve in syn beurse gekregen.

Maer Jesus heeft geseyt: laet haer gewerden; waerom valt gy haer moeyelyck? Sy heeft een goet werck in my gedaen. Want arme lieden hebt gy-lieden altyts; maer my en sult gy-lieden niet altyts by u hebben. Ende dese myn Lichaem salvende, heeft dat gedaen tegen den dag van myn begraeffenisse.

Soo dan veel volck der Joden, wetende dat Jesus daer was, zyn daer gecomen, niet alleen om Jesus, maer om Lazarus te sien, die van hem verweckt was geweest vande doodt. Hierom peysden de Princen der Priesteren dat sy Lazarum oock souden dooden: om dat veele Joden om synen t' wille geloofden in Jesus. Dit vertelt het H. Evangelie.

Aensiet, ô ziele, wel aendachtelyck het gene nu geseyt is, namentlyck het gene Magdalena doet. Want het gene sy eertyts gedaen heeft in het selve huys, uyt een bitter leetwesen, dat doet sy nu uyt een soete devotie, ende een brandende liefde Och wie sal conne uyt-spreken, met welck een geweldige ende vierige affectie ende minnelycke genegentheyt het herte vervult was van dese aldersoetste Vriendinne van Jesus, die hem soo uyt'er maeten lief hadde, datse niet en wiste wat inventeren om hem teeckens van liefde te bewysen,

[pagina 392]
[p. 392]

sonder haer te connen hier in oyt versaeden. Nu giet sy kostelyke welriekende salve op syn hooft, nu salft sy desgelyckx sijne voeten; nu besproeyt sy die met haere traenen; nu droogt sy die af met haer haeyr; nu kust syse; nu omhelst syse; laetende daer-en-tusschen sonder ophouden vliegen vierige vlammen der liefden uyt het blaekende forneys van haer gewont herte; met ontallycke voncxkens der hemelsche begeerten, ende soete affectien totJesus, ende met ontallycke versuchtingen, soeckende verkoelinge voor haeren inwendigen brant. Och wat doet gy met de herten, die u lief hebben, ô aldersoetsten Jesu! ô liefhebber der zielen! hoe krachtelyck wont gy de herten! hoe soetelyck beweegt gy het gemoet, ende verweckt de traenen! hoe lieffelyck dwingt ende treckt gy de affectien met de bandekens der liefden! O lieffelycke wonde! O soet gewelt! O lustigen brand der Goddelycke liefden!

Aensiet oock, ô Ziele, den soeten Heere, hoe hy ophoudende van eten, ende met een vriendelyck gelaet, Magdalena laet gewerden ende haer naer syne gewoonte beschermt tegen de opspraecke, Magdalena swygt al om, ende Jesus spreeckt voor haer. Den Pharisée versmaet haer als een sondaresse, en Jesus segt dat alle haer sonden vergeven syn. Martha klaegt van haer als een ledige, en Jesus segt dat sy het beste deel heeft verkosen. Judas murmureert tegen haer als een verquistersse, ende Jesus spryst haer van een goet werck. Sy swygt al om, ende laet haeren soeten Meester voor haer spreken.

Wildy, ô ziele, desgelyck van Jesus, als van eenen liefsten Vader teghen alle uwe vyanden beschermt worden? Wilt gy alle in vervolgingen en tentatien van de werelt, het vleesch ende den duy-

[pagina 393]
[p. 393]

vel (die door den Pharisée, de Suster, ende Judas beteeckent worden) van Jesus getroost syn, ende onverwinnelyck blyven? Hout u aen de voeten van Jesus, als geanckert in het midden van de furieuse baren: ende sluytende uwe ooren ende gedachten voor al dat Jesus niet en is, bekommert u alleenelyck met hem, al of gy met hem alleen waert in de werelt; syne voeten geduerig kussende, omhelsende ende besproeyende met uwe traenen: ofte u vermakende in de soete beschouwinge van syn lieffelyck aensicht: ende soo sullen alle uwe vyanden tegen u onmachtig wesen, ende allengskens gelyck eenen roock verdwynen.

Aensiet ten lesten (segt S. Bonaventura Vit. Chr. c.) hoe den soeten Jesus hier eêt met syn vriendekens, ende hoe hy met hun converseert dese weynige dagen tot sijne Passie: maer meer in het huys van Lazarus, ende syne Susters, welck was synen ordinairen toevlucht hy at daer by dage, ende sliep daer by nachte met syne Discipels. Onse L. Vrouwe met haere Susters ruste daer oock, welcke van allen seer ge-eert wiert; maer aldermeest van Magdalena, die haer altyts geselschap hiel, ende niet en konde van haer gescheyden worden. Aensiet dan onse L. Vrouwe wel, hoe sy staet geduerig beanxct ende bevreest voor haeren alderliefsten Sone, altyts by hem blyvende. Meynt gy niet als Jesus Magdalenam tegen Judas beschermende, seyde: Sy heeft myn Lichaem gesalft tegen den dag mynder begravenisse, dat dit woort de Moeders Ziele door gaen heeft als een sweert! want hy en konde van syne doodt niet klaerder spreken. Desgelyckx alle de andere stonden verstelt, vol van vreese ende benaude gepeysen, ende veselden onder malcander, gelyck sy doen, die van swaere saecken handelen. Aldus S. Bonaventura.

voetnoot(a)
Joan. 12. Matth. 26. Marc. 14.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken