Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De pelgrimagie van het kindeken Jesus (1755)

Informatie terzijde

Titelpagina van De pelgrimagie van het kindeken Jesus
Afbeelding van De pelgrimagie van het kindeken JesusToon afbeelding van titelpagina van De pelgrimagie van het kindeken Jesus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.73 MB)

ebook (4.11 MB)

XML (1.04 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
heiligenleven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De pelgrimagie van het kindeken Jesus

(1755)–Franciscus Cauwe–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

LX. Capittel.
Jesus keerende naer Jerusalem vermaledydt eenen Vygen boom, ende komende in den Tempel predickt, &c.

DEs anderdaegs is Jesus wederom gekeert naer Jerusalem; ende zynde op den weg, hadde hy honger. Hy is dan gegaen naer eenen Vygen-boom, die ontrent den weg stont, maer hy en heeft op den selven anders niet gevonden als bladeren; want 't en was noch den tyt van de Vygen niet. Ende hy heeft hem vermaledyt, seggende: dat uyt u inder eeuwigheyt geen vruchten voorts en komen. Ende den Vyge-boom is terstont verdroogt: soo dat de Discipels dit siende seer verwondert waeren. Aldus het H. Evangelie.

Aensiet, ô ziele, uwen soeten Jesus, in het gene hier geseyt is, ende hebt medelyden met hem, dat hy honger hebbende, niet en vint om te eten. Aenmerckt hier ook, dat aengesien hy wel wiste,

[pagina 400]
[p. 400]

dat het noch den tyt der Vygen niet en was, hy hier door heeft willen te kennen geven eenigh Mysterie. Ende al is 't dat dit gemeynelyck verstaen wort, van de onvruchtbaere Synagoge der Joden; het kan nochtans ook seer wel passen op eenen ziele, tot welke Jesus comt door goede inspraecken, honger hebbende tot haere saligheyt, haer willende trecken tot af-stant, van sonden, oft tot het geestelyck leven: maer in de zelve anders niet vindende als bladeren van goede propoosten, sonder die te werck te stellen: gheeft haer syne maledictie.

Jesus dan gecomen zynde binnen Jerusalem is wederom recht naer den Tempel gegaen: ende terwylen hy naer sijne gewoonte het volck leerde, soo zyn de Princen der Priesteren met de Schriben ende Ouderlingen des volcks by hem gecomen, seggende: met wat authoriteyt doet gy dese dingen: Waer op hun Jesus geene klaere antwoorde en gaf; om datse hem sochten te vatten in syn woorden: maer hiel hun vooren verscheyde Parabels ofte gelyckenissen,Ga naar voetnoot(a) door welke hy genoegh te kennen gaf, dat de Kercke Godts van de ongeloovige Joden vervoert soude worden tot de Heydenen. Welck sy verstaende, sochten hem te vangen ; maer sy vreesden het volck, dat hem hiel als eenen Propheet. Sy dan uyt den Tempel gaende, hebben onder malcander raet geslagen, hoe sy hem best souden bedriegen. Sy hebben dan tot hem gesonden eenige loose vossen, die hun geveynsden als rechtveerdigh ende godtvruchtigh, die hem souden sien te vatten in syne woorden, om hem te mogen leveren aen den President des Keysers als eenen oproerder ende vyant van den Keyser. Sy seyden dan tot hem met groote uytwendige

[pagina 401]
[p. 401]

beleeftheyt ende vriendelyckheyt, maer van binnen vol doodelycken haet: Meester, wy weten dat gy rechtsinnigh zyt, ende inder waerheyt den weg Godts leert, sonder eenig menschelyck opsicht: segt ons dan wat u hier van dunckt: Is het geoorloft tribuyt te geven aen den Keyser? Maer als Jesus hun antwoorde: Geeft den Keyser dat den Keyser toecomt, ende Godt dat Godt toecomt: sy stonden wel verwondert over syne wyse antwoorde. Daer naer heeft Jesus keerende hem tot het volck, geseyt: Op den stoel van Moyses sitten de Schriben en Phariséen: daerom doet al dat sy seggen, maer en volgt hunne werken niet nae: want sy en doen niet het gene sy leeren. Daer naer hem keerende met een straf gesicht tot de Schriben en Phariséen heeft veele vreesselycke dreygementen en maledictien tegen hun uyt gedondert: welck waeren de leste woorden, die hy tegen die verblinden en versteende menschen geseyt heeft voor syne Passie. Ende is alsoo gegaen uyt den Tempel. Doen heeft hem een van sijne Discipels geseyt, wysende op den Tempel: Meester siet-eens welke steenen en welck gestichte is dat? Waer op Jesus antwoorde: Voorwaer ik segg' u, daer en sal niet eenen steen op den anderen gelaeten zyn, die niet gedestrueert en sal worden. Alsdan is hy vertrocken uyt de Stadt, ende gecomen zynde op den Berg van Oliveten, heeft hy daer nedergeseten, met het aensicht naer de Stadt ende den Tempel, alwaer hy tot syne Discipels vele dingen voorseyt heeft, raeckende de toecomende destructie van Ierusalem, ende het eynde des werelts.

 

TOT MEERDER EERE GODTS.

voetnoot(a)
Matth. 21. Marc. 11.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken