Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Is dat goed Nederlands? (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Is dat goed Nederlands?
Afbeelding van Is dat goed Nederlands?Toon afbeelding van titelpagina van Is dat goed Nederlands?

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.75 MB)

XML (0.32 MB)

tekstbestand






Editeur

Wim Daniëls



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

column(s) / cursiefjes
taalkunde/algemeen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Is dat goed Nederlands?

(1998)– Charivarius–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

XXI. Leestekens

De leestekens zijn van groot gewicht: zij kunnen de indruk aanmerkelijk versterken en de betekenis verduidelijken of verduisteren, zelfs geheel veranderen.

Klassiek is het voorbeeld:

Tien vingers heb ik aan elke hand vijf en twintig aan handen en voeten wat zou dit beduiden moeten

De algemene regel is: wees spaarzaam met uw leestekens; gebruik ze slechts in geval van onvermijdelijkheid - hoe minder hoe beter. Want overvloed maakt de bladzijde onrustig voor de blik en bemoeilijkt het lezen. Hier geldt wat de Ier zei: een beetje te weinig is net genoeg.

Ziehier een middel ter voorkoming van overmaat:

Schrijf een bladzijde zonder tekens behalve die waarover geen twijfel bestaat zoals waarschijnlijk de punt en het vraagteken. Lees dan de tekst langzaam hardop en plaats een teken slechts daar waar gij een onduidelijkheid aantreft die door dat teken verhelderd kan worden.

Deze zinnen bevatten geen tekens. Zijn zij daardoor onduidelijk?

1. De punt

Plaats een punt:

1.Na een volledige zin
2.Na een rubriekcijfer of -letter, bv. 1. de punt
3.Na een afkorting of samentrekking, bv. C. of Ct. (Courant), Prof., mr.
[pagina 89]
[p. 89]

Uitgezonderd zijn de symbolen vastgesteld door de Hoofdcommissie voor de normalisatie in Nederland, 1927: km, kg, hl, pk, kW, enz.

Plaats geen punt:

1.Na een opschrift, bv. Tweede Hoofdstuk
2.Op het titelblad
3.Midden in een zin

Het verschijnsel van de punt midden in de zin komt meestal voor aan het slot van een vertoog (Dd.):

Dit geven wij ter overweging. Ook aan den eenvoudigen burger die geen tijd heeft het staatsrecht te bestuderen. Of geen lust. Wat niet hetzelfde is. En die dit moge bedenken. Dat kennis van het staatsrecht hem tot praktisch voordeel zou strekken. En tot verdieping van zijn leven.

Dit is de zgn. hijgstijl.

2. De komma

Gebruik dit teken geheel naar eigen smaak en inzicht, vrij van regels en voorschriften behoudens het hieronder behandelde (het oude ‘geen komma voor en’ bijvoorbeeld heeft geen kracht van wet) en met inachtneming der matigheid.

Plaats geen komma voor een beperkende bijzin; sluit een uitbreidende tussen komma's in.

Beperkend Uitbreidend
De agent die daar loopt heeft de misdaad ontdekt. De agent, die het gezag vertegenwoordigt, moet onvoorwaardelijk gehoorzaamd worden.
De jongen die het beste opstel maakt krijgt een prijs. De arme jongen, die vast op een prijs gerekend had, ging teleurgesteld heen.
De leeuw die Artis van den vorst ten geschenke heeft gekregen zit in het laatste hok. De leeuw, die terecht de koning der dieren heet, kwijnt in zijn hok smadelijk gekerkerd als een misdadiger.

[pagina 90]
[p. 90]

Vast verband Los verband
De bijzin is als een adjectief: de daar lopende agent; hier past dus geen scheidingsteken. De bijzin vermeldt een verklarende bijzonderheid; haakjes zouden de komma's kunnen vervangen.
Als men de bijzin schrapt blijft er geen logische zin over: De agent heeft de misdaad ontdekt. Welke? Als men de bijzin schrapt blijft er een logische zin over: De agent moet onvoorwaardelijk gehoorzaamd worden. Iedere agent.

De komma kan de betekenis geheel veranderen:

De leden van Polyhymnia die te laat gekomen waren, moesten tot het tweede nummer buiten staan. (Enige leden) De leden van Polyhymnia, die te laat gekomen waren, moesten tot het tweede nummer buiten staan. (Alle leden)
Bij de tweede voorstelling die ik bijwoonde, had Musch de hoofdrol. Bij de tweede voorstelling, die ik bijwoonde, had Musch de hoofdrol.
(Ik zag beide voorstellingen.) (Ik zag de eerste niet.)

N.B. 1. Ten onrechte plaatst men veelal de komma in zinnen als: ‘Afwezig was het raadslid, de heer Smit,’ alsof er maar één raadslid bestond.
2. Na het opschrift van een brief plaatse men geen! maar een,: Geachte Heer, Mevrouw, Amice, enz.

3. De kommapunt

De kommapunt scheidt korte hoofdzinnen. Een gewone fout is de vervanging door een komma:

Ik dank u zeer voor uw belangstelling, ik had u al eerder willen schrijven, gij zult mij wel willen vergeven, dit uitstel is niet aan onverschilligheid te wijten, mijn nieuwe werk eist veel van mijn tijd, spoedig schrijf ik u uitvoeriger.

Al deze komma's moeten vervangen worden door kommapunten of punten. In geval van overmaat van kommapunten gebruike men voegwoorden en, maar, enz.

4. De dubbele punt

Dit teken levert geen moeilijkheden op. Het verdient aanbeveling het behalve in de gewone gevallen ook te

[pagina 91]
[p. 91]

gebruiken voor bijvoegingen die een reden of een oorzaak aanduiden:

Dit is een voortreffelijk werkje, maar ik acht het ongeschikt voor de school: het is veel te wetenschappelijk.
Mijn vrouw zal tot haar spijt niet kunnen komen: zij is nog steeds bedlegerig.

4. De splitsingsstreep

Gebruik dit teken, in samentrekkingen, slechts ter vervanging van een volledig woord, bv. taal, arbeid.

Juist is: spreek- en schrijftaal, school- en huisarbeid.

Gebruik het dus niet in plaats van een uitgang, bv. -heid, -lijk.

Onjuist is: lui- en domheid, eigen- of figuurlijk.

N.B. Onjuist is ook: heen- en weder lopen, het vooren tegen; dit zijn geen samentrekkingen.

5. Het deelteken

Dit teken plaatst men op een klinker ter aanduiding dat daarmede een lettergreep begint, bv. ruïne, (verg. bruine). Gebruik het niet waar die aanduiding onnodig is. Dus:

Prozaïsch - verfraaiing, financiën - financieel, heroïek - glooiing, intuïtie - eventueel.
N.B. 1. Zet het dus nooit op de i van de uitgangen ing en ig; schrijf: verdraaiing, bemoeiing, voltooiing, zijig, heiig (onhelder, onstuimig).
2. Men plaatst het soms, overbodig, alleen voor het aanzicht, bv. in geetst, ingeent, knieen, zeeengte.

6. Het weglatingsteken

Dit wordt tegenwoordig dikwijls gebruikt ter vervanging van ij, e en ee: z'n, 't en 'n. Deze spelling is overbodig en heeft twee bezwaren: zij ontsiert de bladzijde en is inconsequent. De lezer weet ook zonder die lelijke waarschuwingen wel wanneer hij letters als ij, ee en i bijna toonloos moet uitspreken; hij weet dat een (lidwoord), mijn en zijn, zonder nadruk gezegd, dezelfde doffe klank

[pagina 92]
[p. 92]

hebben. Wie het nodig vindt hem de juiste uitspraak aan te geven moet ook schrijven aard'g, lel'k, pog'ng, vonn's, om te voorkomen dat hij de klanken van big, dijk, ring en mis zou laten horen.

In enkele gevallen is het gebruik van dit teken door de gewoonte geijkt, zo'n, 's winters, 's morgens, komma's. Maar deze komen zo weinig voor dat de bladzijden er niet door ontsierd worden.

7. Het accent

Het accent (´, niet: `) gebruike men met grote spaarzaamheid. Onder de invloed van de luidruchtige omgeving waarin wij thans leven is de mode ontstaan accenten te plaatsen ook op woorden die vanzelf de klemtoon hebben zoals veel, zeer, in 't geheel niet, de meeste. Enige woorden kunnen een accent nodig hebben, bv. een, het telwoord. Maar als er geen gevaar bestaat dat de lezer het met het lidwoord zal verwarren en uitspreken als 'n, schrijve men ook dit woord zonder accent, bv. als het gevolgd wordt door van of der: een van beiden, een der schoonste steden.

De éénheden. We moeten er doorhéén. Vóórbestemd. Véraf. De handen inéénslaan. (Al deze accenten zijn overbodig.)

Sommige bladzijden van hedendaagse romans wekken visioenen van een herrieachtige straat vol flikkerende lichtreclames:

‘Maar - néén! Als Kitty zich ééns iets vòòrgenomen had .... dan dééd ze het, wàt de wéreld er ook van dénken, of, érger, zèggen mocht!! Zó was zij, en zó zou zij blijven - haar gànse léven làng!’

De hoofdletter

Lidwoord en voorzetsel in persoonsnamen krijgen alleen de hoofdletter als zij het begin vormen: Van Dijk, De Groot, Van der Waals, maar J. van Dijk, H. de Groot, G. van der Waals.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken