Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Pinokkio in Afrika (ca. 1930-1940 )

Informatie terzijde

Titelpagina van Pinokkio in Afrika
Afbeelding van Pinokkio in Afrika Toon afbeelding van titelpagina van Pinokkio in Afrika

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.41 MB)

Scans (60.91 MB)

XML (0.24 MB)

tekstbestand






Illustrator

Rie Cramer

Vertaler

Louise J. van Everdingen



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

roman
vertaling: Italiaans / Nederlands


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Pinokkio in Afrika

(ca. 1930-1940 )–E. Cherubini–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 45]
[p. 45]

XIII
Pinokkio gaat de gaarkeuken binnen en eet er wat, maar daar hij geen geld heeft om de rekening te betalen, wordt hij eerst door zwarte veldwachters opgepakt, maar later weer losgelaten.

* * *

 

Een kleine dikke man van een jaar of vijftig, met een tegelijkertijd barsche en toch goedaardige uitdrukking op zijn gezicht, kwam naar Pinokkio toe en vroeg waarmee hij Mijnheer kon dienen.

Nu hij ‘Mijnheer’ genoemd werd, voelde Pinokkio zich erg gevleid en heel deftig vroeg hij om eten.

Dadelijk bracht men hem een portie van iets, dat in de verste verte niet geleek op macaroni, maar op dat oogenblik kwam het onzen marionet niet gelegen aanmerkingen te maken en in een oogwenk had hij zijn bord leeg.

Ondertusschen nam de patroon zijn nieuwen klant scherp op en draaide telkens om hem heen om hem allerlei beleefde vragen te doen, waarop Pinokkio met een enkel woord antwoordde, zooals meer hooggeplaatste personen tegenover hun ondergeschikten doen.

Toen hij klaar was met eten, wilde hij iets te drinken hebben en de patroon bracht hem een drank, dien de pop zelfs niet van aanzien kende, maar die hem uitstekend smaakte.

‘Hoe heet deze drank?’ vroeg hij, als verstrooid zijn glas neerzettend; daarop stak hij zijn duim in zijn vestzakje en strekte zijn beenen ver uit als een echte heer.

‘Het is bier, Excellentie,’ antwoordde de patroon.

[pagina 46]
[p. 46]

Toen hij zich ‘Excellentie’ hoorde noemen, was Pinokkio buiten zichzelf van vreugde en kreeg zoo'n onrustig gevoel in zijn voeten, dat hij moeite had zijn zin om eens even te dansen, te bedwingen.

‘Zei ik het niet, dat ik in Afrika fortuin zou maken!’ dacht hij verrukt. Hij bestelde een pakje sigaretten, dat de patroon hem gedienstig kwam brengen en ook een doosje waslucifers.

Nadat hij rustig een sigaret had gerookt en een paar onbeduidende opmerkingen gemaakt had, maakte onze held zich gereed tot vertrekken, toen de patroon hem zeer beleefd een strookje papier toestak, waarop een paar woorden en cijfers stonden.

‘Wat moet dat?’ vroeg de marionet, met een neerbuigend gebaar op het papiertje wijzend.

‘Dat is de rekening, geachte Heer; de rekening van wat U verschuldigd is voor het middagmaal en de sigaretten.’

Pinokkio vergat bij het hooren van deze woorden, dat ‘Geachte Heeren’ en ‘Excellenties’ nooit tegen de goede manieren mogen zondigen, maar krabde zich eens flink achter het oor en keek verbluft den patroon aan, die heel onaardig glimlachte.

‘Maar Excellentie, dat verbaast U toch niet?...... is het bij U soms geen gewoonte de rekening te betalen, als men gegeten heeft?’

Bij die woorden kreeg de marionet een schok van schrik en voelde, dat hij een kleur kreeg. Maar hij wilde toch den bluffer uithangen en antwoordde:

‘Ik moet mij verbazen en begrijp niet, wat U bedoelt. Wat zijn dat voor barbaarsche gewoonten? Ach, het verbaast me eigenlijk niet, dat men in deze streken......’

‘In deze streken, Excellentie,’ viel de patroon hem kalm in de rede, ‘is het gewoonte, dat iemand als hij gegeten heeft, betaalt, en daarmee uit! Mocht Uw Edelheid bij geval geen stuiver op zak hebben, en gedacht hebben op kosten van zijn naaste te leven, dan is daar een heel goed middeltje tegen. Wacht U maar even, dan zult U het zien.’

Onder het uiten van deze woorden ging de man naar de deur

[pagina 47]
[p. 47]

en maakte een heel eigenaardig geluid met zijn lippen; daarop keerde hij doodbedaard en glimlachend naar Pinokkio terug, die al zijn moed reeds kwijt was en wanhopig in zijn zakken zocht, om er iets in te zoeken, dat hij nooit zou vinden.

Eindelijk barstte hij in tranen uit, wierp zich aan de voeten van den patroon en smeekte hem geduld te hebben, daar hij zoodra hij het eerste stukje goud of den eersten edelsteen, waarnaar hij in Afrika kwam zoeken, gevonden had, zijn schuld tot den laatsten cent zou afdoen.

De patroon had moeite om niet in lachen uit te barsten, maar bedwong zich met geweld en goedhartig zei hij:

‘Het spijt me voor u, maar gedane zaken nemen geen keer.’

‘Maar wat hebt U dan gedaan?’ vroeg de marionet ongerust.

‘Wat ik gedaan heb? Nu, ik heb om een paar veldwachters gestuurd!’

‘Veldwachters!’ schreeuwde de marionet, van zijn hoofd tot zijn voeten bevend. ‘Veldwachters? Zijn er in Afrika ook al veldwachters?!! Ach nee, lieve mijnheertje, stuur die veldwachters toch terug, want ik wil niet in de gevangenis.’

Vergeefsche moeite. - Twee veldwachters kwamen al naar binnen, liepen regelrecht op den marionet af en vroegen hem beleefd naar zijn naam.

‘Pinokkio!’ fluisterde de jongen bevend als een rietje.

De patroon keek verbaasd op bij het hooren van dien naam.

‘Wat voor beroep oefent ge uit?’

‘Marionet.’

Weer maakte de patroon een beweging van verbazing en deden de veldwachters hun best hun lachen te bedwingen.

‘Wat zijt ge in Afrika komen doen?’

‘Kijk, dat zal ik U zeggen,’ antwoordde Pinokkio moed vattend, ‘ik ben gekomen, moet U weten, heeren, omdat ik, daar mijn beste vadertje om voor mij een a-b-c-boek te kunnen koopen zijn jas verkocht had, me genoodzaakt voelde, want er is in Afrika zooveel goud en zilver......’

‘Wat zijn dat voor praatjes,’ viel de oudste veldwachter hem in de rede; ‘houd uw praatjes voor u en laat ons dadelijk uw papieren zien.’

[pagina 48]
[p. 48]

‘Wat voor papieren?’ zei de marionet; ‘die heb ik toch allemaal op school gelaten......’

De veldwachters moesten zich op de lippen bijten om niet hardop te lachen; ondertusschen hadden ze, om verder heen- en weergepraat te vermijden, een paar handboeien te voorschijn

illustratie

gehaald en maakten aanstalten ze den marionet, die nu meer dood dan levend was, aan te doen.

Maar onverwachts kwam de patroon tusschenbeiden en verzocht met grooten aandrang den marionet op zijn verantwoor-

[pagina 49]
[p. 49]

ding vrij te laten, en verklaarde de rekening voor voldaan te beschouwen, en hij voegde er nog allerlei mooie beweringen aan toe, zoodat de twee mannen van de wet er aangedaan van werden.

‘Ja...... als U er genoegen mee neemt......doen wij het ook,’ zei eindelijk één hunner; ‘als U hem een aalmoes wilt geven, des te beter......’

Zij lieten den marionet los en gingen heen zonder verder een woord te zeggen.

 


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken