Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Officia Ciceronis, leerende wat yeghelijck in allen staten behoort te doen, bescreuen int Latijn (1561)

Informatie terzijde

Titelpagina van Officia Ciceronis, leerende wat yeghelijck in allen staten behoort te doen, bescreuen int Latijn
Afbeelding van Officia Ciceronis, leerende wat yeghelijck in allen staten behoort te doen, bescreuen int LatijnToon afbeelding van titelpagina van Officia Ciceronis, leerende wat yeghelijck in allen staten behoort te doen, bescreuen int Latijn

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.10 MB)

ebook (3.18 MB)

XML (0.42 MB)

tekstbestand






Vertaler

D.V. Coornhert



Genre

proza

Subgenre

vertaling
non-fictie/politiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Officia Ciceronis, leerende wat yeghelijck in allen staten behoort te doen, bescreuen int Latijn

(1561)–Marcus Tullius Cicero–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[Folio *2r]
[fol. *2r]

Den Burghermeesteren, Schepenen ende Rade der stede van Haerlem, wenscht D. V. Coornhert, als zijne eerwaerdighe ende ghebiedende Heeren, salicheyt aen siele ende aen lijue.

My is menichmael in goeder trouwen gheseydt Eersame, wijse ende voorsichtige Heeren dat de nutte conste van Boecprinten alder eerst alhier binnen Haerlem gheuonden is, hoe wel nochtans in een seer ruyde maniere, soot lichter valt het geuonden te beteren dan nieu te vinden: welcke conste namaels van een onghetrouwe knecht ghevoert zijnde tot Mens alsoo seere aldaer verbetert is, ende daer door ooc die stadt ouermidts het eerste verspreyden, in sulcken name van d'eerste vindinge dier consten ghebracht heeft, dat onse medeburgheren so luttel gheloofs hebben wanneer sy dese eere den rechten vinder toe scrijuen, als dit wel door onwedersprekelijcke kennisse alhier van velen ghelooft ende onder de ghemeene oude burgherije ontwijfelijcken gheweten werdt. Ooc

[Folio 2v]
[fol. 2v]

en is my niet verborghen dat dese fame van Mens door onser voorouderen roeckeloose onachtsaemheyt so diep in elck mans opinie ghewortelt is: dat gheen bewijs, hoe blijckelijck, hoe claer, ende hoe onstrafbaer het oock wesen mochte, macht soude hebben om desen verouden wane wt des volcx herten te doen ruymen. Maer want waerheyt te minder gheen waerheyt en is, al ist soo dat die van weynich volcx geweten werdt, ende ick het voorschreuen oock vastelijck gheloue door tgheloofwaerdighe ghetuyghenisse van seer oude statige ende graeuwe hoofden, die my niet alleenlijck tgheslachte vanden muentoor alhier maer oock diens name ende toename dicwils ghenoemt, d'eerste groue maniere van drucken vertelt, ende des alder eerste printers wooninghe metten vingheren eertijts ghewesen hebben: en hebbe ick niet connen laten sulcx, niet als een benijder van eens anders eere, maer als een beminner der waerheyt, tot voorderinghe van de welverdiende eere deser steden int corte maer te roeren: welcke behoorlijcke ende rechtuaerdighe eerghiericheyt ooc oorsake schijnt gheweest te zijn, dat dese druc-

[Folio 3r]
[fol. 3r]

kerije alhier (als een spruyte wt de wortel van een oude bome) van nieus weder opghecomen ende begonnen is. Vvant het is dicwils ghebuert dat de burgeren hier af by gheualle onderlinghen sprekende hun beclaechden dat anderen dese eere tonrecht genoten: ende dat noch (soo sy seyden) sonder yemants wederseggen, ouermidts dese hanteringhe van niemant in dese stede ghepleecht en werdt. Door dese daghelijcxe clap ist gheuallen dat mijn medeghesellen ende ick (die oyt eerlijcke oeffeninghe bouen ledicheyt beminden) van sinne zijn gheworden een druckerije op te stellen binnen Haerlem: om de stede te eeren, yeghelijck nut te zijn, ende profijt buyten yemants scade te beiaghen. Dit ons voornemen en is van v mijn Heeren (wiens vlijtighe goetwillicheyt d'eere ende den oorbaer deser steden altijt voor oogen heeft) niet alleen niet behindert, maer daer teghen so mildelijck gevoordert, dat sulckdanighe verstandige weldaet allen anderen regenten een onuerganckelijck exempel van bescheyden liefde tot het ghemeene welvaren verstrecken sal. Maer want ic so wel als een burger ende ledeken deser steden,

[Folio 3v]
[fol. 3v]

als oock mede als een gheselle inden druckerije zijnde sulcx int ghemeen ende oock voor my selfs deelachtich ben: heeft mi de natuerlijcke redene ghedronghen eenich teeken van dancbaerheyt te bewijsen: ende dat met d'eerste vruchte (soot wel behoort) soo wel van mijnen eersten arbeyt, als van de Haerlemsche druckerije. Hier toe dan hebbe ick vercoren de drie boecxkens door den hoochwijsen Philosophe ende alder welsprekenste Orator M. T. Ciceronem vanden Officien beschreuen: als die daghelijcx mijnder heeren leuen, wandel ende daet den burgeren het selfde sie voorbeelden, dat dese boecxkens met heylsame ende lieflijcke woorden leerende zijn te weten duecht ende eere. Aengaende de ghemeene maniere vanden vertaelders int prijsen der materien die van hueren Autor ghehandelt werdt, hebbe ick met voordacht ouergeslaghen: alsoo ick wel verstont dat sulcx van my gheensins nae tbehoren ghedaen en mochte werden: ghemerct ooc de welsprekenste geleerde mannen lichtelic met allen vele, maer nemmermeer ghenoech lofs van de lustighe orbaerlijckheyt deser boecxkens segghen en

[Folio 4r]
[fol. 4r]

connen. Mijn Heeren sullen dese mijnen cleynen arbeyt dan ontfanghen (soo ick gantselijc betrouwe) met soo ionstighe gheneghentheyt, als die benaersticht is met vlijtighe goetwillicheyt: die ick noch met grooter ende meerder bediensticheyt verhope te doen blijcken in toecomende tijden, ist dat my de almachtighe God wil sparen: wiens goedertierenheyt ick hertelijcken bidde mijn Heeren in langhe weluarende ghesontheyt te bewaren tot zijnder eeren, ooc tot welvaren vander steden. Amen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken