Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Officia Ciceronis, leerende wat yeghelijck in allen staten behoort te doen, bescreuen int Latijn (1561)

Informatie terzijde

Titelpagina van Officia Ciceronis, leerende wat yeghelijck in allen staten behoort te doen, bescreuen int Latijn
Afbeelding van Officia Ciceronis, leerende wat yeghelijck in allen staten behoort te doen, bescreuen int LatijnToon afbeelding van titelpagina van Officia Ciceronis, leerende wat yeghelijck in allen staten behoort te doen, bescreuen int Latijn

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.10 MB)

ebook (3.18 MB)

XML (0.42 MB)

tekstbestand






Vertaler

D.V. Coornhert



Genre

proza

Subgenre

vertaling
non-fictie/politiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Officia Ciceronis, leerende wat yeghelijck in allen staten behoort te doen, bescreuen int Latijn

(1561)–Marcus Tullius Cicero–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Van tweederley aert van onrechtuaerdicheyt.
Het ix. Capit.

Daer zijn tweederley manieren van ongerechticheyt. D'een is alsmen yemant onrecht doet: d'ander alsmen macht heeft d'onschuldige te verlossen, van t'ghewelt dat hem geschiet ende men dat niet en doet. Vvant die door toren oft ander verstoringhe ontsteken zijnde yemandt onrechtelijcken ouerualt, schijnt ghevveldich de hant te slaen aen sinen gheselle: mae dies macht hebbende den veronghelijcte niet en beschermt, noch het gevvelt en wederstaet, is alsoo schuldich, als oft hy zijn vaderlandt, zijn ouders oft zijn ghesellen ter noot verliet. Maer ongerechticheden oft

[Folio 9v]
[fol. 9v]

boosheden die met voordachten moede yemant om te beschadighen ghedaen werden, spruyten veel maels wt vreesen: so dat die gheen, die een ander wil beschadigen, sorcht, indien hijs niet en dede, dat hem yet quaets opcomen soude. Maer den meesten hoop doen anderen onrecht, op dat si tgene si begheerden verweruen moghen. In welck ghebreck de ghiericheydt haer seer openbaert. De rijckdommen vverden eensdeels tot den noodtruft des leuens, eensdeels om tgheniet der vvellusten begheert: maer de begheerlijcheyt van rijcdommen der gheenre die wat grooter van moede zijn, strect om weldaet te moghen verghelden ende anderen haer miltheyt te betoonen. Alsoo seyde onlancks Marcus Crassus dat hi niet rijck ghenoech was een ouerste der Romeynen te zijn: diens incomsten niet genoech en waren het Roomsche crijchsvolc te voeden. Ga naar margenoot+ Vvant de heerlijcke toerustinghen verlustighen met die chierlijcke oueruloedicheyt in spijse ende cleedinghe: wt welcke dinghen d'oneyntlijcke gheltghiericheydt gheboren is. Die verbeteringhe van zijns selfs goet is niet te lasteren, als die niemandt schadelijck en is: maer t'onrecht moet altijt vermijt zijn. Doch daelt elck meest ter ongherechticheyt als de begeerten van glorie ende eere

[Folio 10r]
[fol. 10r]

in haer rijsen. Ennius seyt de regeringe en heeft gheen oprechte trouwe noch gesellicheyt, twelc wat meerder in heeft. Vvant alle wat soodanich is, datter niet vele tseffens en moghen wtghesondert ende heerlijck in schijnen, baert soo vele twists, dat in sulcke saken niet swaerders om doen en valt, dan vriendelijcke ghesellicheyt te lijden. Het welck de vermetelheyt van C. Cesare onlancx wel te recht bewesen heeft: die om alleen te regeren (soo hem zijn verdoolde wane voor ghebeelt hadde) alle Godlijcke ende menschelijcke rechten schende ende verkeerde. Het is verdrietich in dese dingen, dat gemeenlijc d'alder grootmoedichste herten ende doorluchtichste gheesten vol begheerlicheden steden van glorie, eere, macht ende regeringhe. Dies men hem te meer behoort te wachten om hier inne niet te sondighen.

margenoot+
Oorsake van ghiericheyt.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken