Een Indiaan in aasgierenland
Op zekere dag nam een Indiaan pijl en boog om te gaan jagen. De jager liep oplettend door het bos. Steeds keek hij scherp in alle richtingen. Maar niets zag hij om te schieten. Hij stond plotseling stil en luisterde scherp toe. Ja, hoor, een meter of tien verder hoorde hij een sissend geluid. Wat kon dat zijn, dacht onze Indiaanse jager. De Indiaan sloop in de richting van waar het geluid kwam. Hij spiedde en gluurde tussen takken en achter bomen. Zijn pijl en boog hield hij klaar om te schieten.
Ke-je......!! O......!! met verbazing stond de Indiaan te kijken naar wat hij zag. Een groep aasgieren, die druk bezig waren met het oppeuzelen van een kadaver.
Wat een pracht exemplaar zag hij tussen de andere vogels in. Die gier was wit aan de borst omgeven met zwarte veren. Zijn kop was rood, versierd meteen naar achterstaand kuifje.
De Indiaan kon maar niet uitgekeken raken! De stinkvogels waren zo gulzig bezig met hun ‘maaltijd’ dat zij niet opmerkten dat iemand ze heel dichtbij genaderd was. In hun nabijheid zag de jager enkele kleren die op jassen leken.
Eindelijk waren de aasgieren klaar met hun werk. De vogels trokken een voor een hun jassen aan. De ene echter, met de witte borst bleef het laatst. Al de anderen waren reeds weggevlogen.
Onverwachts, zonder dat hij het precies wist, schoot de Indiaan naar voren en pakte de jas van de kroemoe, aasgier, beet. Het beest kon toen niet meer wegvliegen!. Hij verzocht de jager hem zijn jas terug te geven, met de belofte dat hij de jager naar zijn land zou meenemen. De Indiaan was echter daarvoor niet te vinden. Hij wilde meer weten over de vreemde gieren en hun land. Hij vroeg: Waar is je land? Indien ik daar mocht gaan, wat zal ik dan eten? Heb je ook vrouw en kinderen? Hebben jullie daar in je land ook vissen en wild? Soms ook kostgronden? En zo vroeg de jager nog meer.
De kroemoe begon de Indiaan toen te vertellen, dat zijn land heel ver (hij wees in de lucht) ligt. ‘Het is groot en heeft van alles zoals hier op aarde’, zei hij.
Toen de Indiaan dit hoorde, voelde hij er veel voor om toch mee te gaan. Na veel heen en weer gepraat, besloot onze jager eindelijk om naar het aasgierenland te gaan.
En daar vloog de aasgier met de Indiaan op zijn rug de lucht in. De kroemoe vloog met een grote snelheid door de lucht. Met een suisend en zwiepend geluid gingen man en vogel er van door.
Heel in de verte zag onze Indiaanse vriend een rode stip. Die werd steeds groter en groter... en daar landde de Aasgierkoning vlak voor....... ja...... wat was het eigenlijk? een rond huisje.