Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het groote liede-boeck (1625)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het groote liede-boeck
Afbeelding van Het groote liede-boeckToon afbeelding van titelpagina van Het groote liede-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.42 MB)

Scans (22.53 MB)

ebook (3.88 MB)

XML (1.99 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het groote liede-boeck

(1625)–Leenaert Clock–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[Folio Hhh6r]
[fol. Hhh6r]

Register van beyde deelen, volghende den A,B,C, ende 'tghetal der Liedekens.

A. 1.

AEnmerckt mijn alderliefste, etc.9.
Aen u ghy mijn beminde, etc.11
Aenhoort ghy alderliefsten mijn.13
Aen u vriendinne goet.19
Aendachtich wijs en wel ghemoet.26
Aenneemt mijn saeck, o lieve Heer.28
Aen ons, o lieve Heere33
Aenhoort u beroep ghy allegaer.25
Aedelijck wilt u doch bewysen23
Al woont ghy in een duyster landt.2
Almachtich Godt, o lieve Vaer, wy roepen.4
Al staen wy nu als bloemen.5
Almachtich Godt mijn lieve Vaer7
Almachtich Godt my sterckheyt gheeft.24
Almachtich Godt o lieve Vaer, Wy cancken u met namen.8
Almachtich Godt seer hooch verheven.27
Almachtich Godt comt my te baten.30
Als wy tot sanck gheneghen zijn.1
Als wy nu zijn versaemt.3
Als desen Hemel hoogh hier boven10
Als ick tot u ben comen.12
Als ick lach in mijn ghedachten.14
Als ick in mijn ghepeynsen lach.15
Als twee ghespelen wel bekent.16
Als lieve kinder opghevoet,17
Als een lidtmaet des Heeren.21
Als een spruyt uyt Godt ghesproten.22
Als lieve kinder pleghen31
Als boomen die nu staen aen Syons, etc.32
Als kinder naer 'tbehaghen.35
Alderliefste mijn, zijnde jonck van,20
Alle lieve Vrienden mijn.18
Anghst ende noot comt my te vooren.6
Anna die lieve weduwvrou.29
Anders en weest doch niet bedacht.34
[Folio Hhh6v]
[fol. Hhh6v]

A. 2.

ACh Heer wanneer salt herte mijn.255
Ach Heer in desen mynen staet.256
Aendachtich naer 'tvermoghen fijn.257
Aendachtich int voortbringhen.258
Aendachtich nae 'tbegeeren.259
Aendachtich wilt op waken260
Aendachticheyt my Heere gheeft.261
Aendachtelijck moet men nemen waer.262
Aensiet my Heer Christe Gods Soon, etc.263
Als ick denck op dit leven.264
Almachtich Godt, wat ist betrouwen.265
Alle saken bevelen wy Heer.266
Almachtich Godt, mijn lieve Hee.267
Almachtich Godt mocht ick by u, etc.268
Alsoo wy nu begheven zijn.269
Als bloemkens doort vermeeren.270
Alleen u rijck laet Heere tot ons comen.271
Als ick benout ben lieve Heere.272
Altijt leert my met moede coen.273
Alsoo ick Heer ben vol ellenden.274
Anders in geen dinghen en wilt belusten.275

B. 1.

BEminde uytvercooren.37
Bereyt u hert (vrienden) om te, etc.40
Blijschap en vreucht die langh sal, etc.38
Blijft niet langh Heer, comt my te baren.39
Brenght Liedekens en Psalmen by36

B. 2.

BArmhertich Godt die onse Vader zijt.276
Barmhertich Godt wanneer sal.276
Boven al dinck moet zijn bemint.277
By u in uwen Throone.278

C. 1.

CLaer als die Son sullen daer blincken.47
Comt vrienden laet ons beden.41
Comt allegaer die lust hebt tot den, etc.43
Comt doch en u beroep aenhoort.44
Comt, o Godt, my te baren.45
Comt heyl'ghe Gheest met uwer cracht.46
Christlijck wil uwen tijdt deurbringhen.42

C. 2.

CHriste Gods Soon wilt my verlichten.279
Claerlichtende leyt my den, etc.280
Cloecklijck wil nu ten Hemel varen.281
[Folio Hhh7r]
[fol. Hhh7r]
Cortlijck besonnen wel ghemoet.282
Cortlijck nu wy gaen varen weer.283
Cort valt ons tijdt wilt hooren fijn.284
Cortlijck besonnen wel bedacht.285
Chrachtighe Godt, o lieve Vader mijn.286

D. 1.

DAnckt nu den Heer, laet ons, etc.55
Dancklijck eenmoedich prijst, etc.56
Dancken laet ons den grooten Godt.58
De vreed' Gods die te boven gaet.53
De Heere Christus heeft ons wel, etc.57
Den tijdt is hier, nae Schrifts vermaen.54
Den Bruydegom die Christus heet.50
Den Mey den soeten tijdt is hier.51
Dewijl den tijdt voorhanden is.52
Denckt dat wy moeten sterven al.48
Draecht u doch vroom, o bloeyende jeucht.49

D. 2.

DAt ick mach cryghen goet ghesicht.287
Dat wy al moeten sterven.288
Dat ick 'thuys mocht bereyden289
Den prijs die opghehanghen is.290
Door u goetheyt Iesu Christe gherade.291

E. 1.

EEn blyde maer is comen voort.59
Een goet nieuw Liedt.61
Een dinck becommert my.62
Emanuael Gods lieve kindt.60

E. 2.

ENgel en borch ghy vast Casteel des Heeren.292
Een dienstmaecht t'uwer eeren.293

F. 1.

FAlieert u wijsheyt, wil God, etc.65
Floreren als goe boomen.64
Fondeert u vast, den wint sal comen.63
Fonteyne soet, vol van ghenaden.67
Formeren sal ick u en raden.66

F. 2

FYn (lieve Heer) wilt mijn herte bereyden.294

G. 1

GAntsch noodelijck ons te bedencken.99
Gheeft pays en vree in onsen, etc.79
Gheeft doch Heer uwe teere maecht.86
Gheeft my o lieve Heere95
Gheeft my Heer om te verhooghen.96
[Folio Hhh7v]
[fol. Hhh7v]
Gheen meerder vreucht en can men, etc.92
Gheen blijtschap, vreuchde noch jolijt.93
Geen noodiger vintmen ghewis.94
Ghenade ende vrede soet.70
Ghenaed' en vreed' van Godt den Heer, Om te bewaren Christi leer.77
Ghenaed' en vreed' van Godt den Heer, Om vast te houden Christi leer.78
Ghenaed' en vreed' van Godt almachtich.80
Ghenadich Heer, 'tis mijn begeer.83
Ghenaed' en vreed' van onsen Heer.84
Ghelooft zijt ghy, o Heer Zebaoth.87
Ghelooft zijt ghy, o Godt mijn Heer.102
Ghy jonghe jeucht bedenckt doch wel.68
Ghy goede Godt verheven.69
Ghy zijt voorwaer een goedich Godt.71
Ghy mijn Godt en mijn Schepper, etc.72
Ghy uytvercooren kinderen.81
Ghy vrye Christen knechten.82
Ghy al die lust hebt te leven.88
Ghy Gode ghetrou, Coninck hooghe, etc.89
Ghy jonghe jeuchde over al.97
Ghy deed' een Liedt verwachten 100
Ghy vrienden die hier zijt versaemt.101
Gods ghenade voor een vriendtlijcke, etc.91
Goedighe Godt, ghy lieve Vader.75
Godt wilt my u ghenade altijt gheven.73
Godt die daer boven in den Hemel, etc.74
Godt die wil u sijn milde handt,85
Godt biede u sijn milde handt.90
Godt comt tot ons met grooter cracht.103
Grijpt eenen moedt nae 'tHemels landt.98
Groot is die heer in syner cracht.76

G. 2.

GAntsch vervaerlijck zijn Heer, etc.295
Ghebenedijdt ons lieve Heer.296
Ghenade gheeft my lieve Heer.297
Ghenade wilt ons gheven.298
Gheneghen com ick nu ter tijdt.299
Gheeft my lief Heer het Bruylofts cleyt.300
Ghy jonghe jeucht int Tesselandt.301
Ghy Munckendamsche jeuchde soet.302
Ghy goede Godt groot ist ghetal.303
[Folio Hhh8r]
[fol. Hhh8r]
Ghy vriendekens ghepresen.304
Ghy vrienden die alhier vergadert zijt.305
Grootmachtighe Godt en Heere mijn.306

H. 1.

HAnna die heeft tot Godt ghebeden.113
Heenrijck der werelt, etc.104
Hebt lief malcanderen alle tijdt.114
Heer Godt, doch zijt ghenadich nae, etc.111
Heer Zebatorh, ghenadich Godt.110
Heylighe Vader, goet zijt ghy.109
Hellen-rijck ghy moet onder gaen.107
Hem zy alleen lof, prijs en eer.117
Heerde Hemels staet ons by.106
Heere mijn Godt ghebenedijdt.116
Heere op u betrou ick vast.115
Het zy u jent, seer wel bekent.105
Het scheyden valt ons suyrlijck.112
Het is voorwaer een deuchde.118
Hoort Broeders al te samen een vermaen.108

H. 2.

HEmelsche lieve Vader.307
Heere mijn Godt en oock mijn, etc.308
Heere maeckt my doch volcomen, etc.309
Het zijn die reden Christi hooch ghepresen.310
Het is voorwaer een langhe tijdt.311
Hoort vrienden doch dit cleyn vermaen.312
Hout my lief Heer met uwer handt.313

I. 1.

ICk roep tot u mijn God en Schepper.120
Ick roep u, o Heer // siet doch eens neer.121
Ick wensche dy, 'sLams Bruyt, etc.125
Ick sach twee spruyten schieten.126
Ick wensche u Gods vrede133
Ick bid u straft my niet in uwen tooren:136
Ich wensche u veel vredens soet.138
Ick bid u lieve Heere.141
Iemingers al te saem.132
In mynen Godt wil ick verblyden.122
In mynen name met verlanghen.124
In Godes name hef ick aen. Een nieuwe Liedt te singhen.128
In den name des Heeren129
In blyschap boven maten, etc.127
[Folio Hhh8v]
[fol. Hhh8v]
In ons ghemoet verheucht voor, etc.130
In Godt zijnde verheucht.131
In Godes name hef ick aen. Een nieu Liedt te beginnen.135
Int herte moet elck Christen knecht.137
Int herte wilt verblyden.139
In mijn jeuchdelijck leven.140
Int Hemelrijck, daer Christus die, etc.142
In onse roepen ende kermen.143
Ioannes sach een nieuwe aerde.123
Iuycht vrienden met manieren.119
Iuychen wilt doch en zijn verblijt.134

I. 2.

ICk heb mijn stem ootmoedich.314
Ick weet dat my troosten en mach.315
Ick bid u dat ghy Gods navolgers zijt.316
Ick verwondere boven maten seee.317
Ick wil den Heer voor al sijn wrcken fijn.318
Iesu Christe ghy verder goet.319
Int schipken gheeft u allegaer.320
Indachtich der weldaden.321
In mynen maechdelijcken staet.322
In uwen Naem vergadert hier.313
Iohannes riep verheven.324
Iohannes sprack betert u leven.325
Ieuchde is samen, hoort mijn vermaen.326

L. 1.

LAet ons in 'sHeeren Tempel gaen.144
Laet ons met vreuchden in den, etc.145
Laet ons met vreuchden een nieuw Liedt.151
Laet ons den Heere singhen een nieu, etc.153
Laet ons loven met woorden schoon.154
Laet ons betrachten, vrienden mijn.159
Laet ons knielen voor Gods aenschijn.160
Leeft vreedsaem sprack Christus, etc.149
Liefste die wy beminnen.148
Lieve vrienden, weest willecomen.147
Liefste in Godt vercooren.151
Liefste bemint.156
Lief kindt, wilt u herte bereyden.157
Lieve doch nae my hoort.158
Lijdtsamich wilt doch wesen.155
Loven wilt doch, o ziele mijn.146
[Folio Iii1r]
[fol. Iii1r]
Looft Godt ende verblijt zijt.150

L. 2.

LAet vast houden de vredens bant.327
Lieve Vrienden wy ons seere, etc.328
Lief Heer laet u bevolen zijn mijn saken.329
Lief Heere uytvercooren.330
Lijdtsamich en deuchtsamelijck.331
Loven laet ons den grooten Godt, etc.332
Luystert nae my hoort mijn Ghebedt.333

M. 1.

MAria wilt u dochootmoedich, etc.161
Maria neemt doch in ghedachten.162
Mattheus schrijft int seste claer.180
Maeckt u bereyt te samen.178
Maeckt my bequaem, o lieve Heer.186
Met droefheyt is mijn hert bevanghen.172
Met danckbaerheyt laet ons den, etc.173
Met een toegheneghen ghemoet174
Met lust en vreuchde in Gods Wet.176
Met ernste laet ons mercken aen.181
Met Godes hulp laet ons beginnen182
Mijn hert en mijn ghemoet.184
My dunckt wy moeten scheyden.166
My is ghegheven alle macht.171
My doch bystaet, o lieve Heer.187
Mijn ooghen hef ick tot u Heer.163
Mijn God, mijn Heere, my bestaet.164
Mijn Godt, tot u moet ick claghen.165
Mijn ziele wilt u in den Heere, etc.167
Mijn lieve kindt my wel verstaet.168
Mijn stemme wilt verhooren.169
Mijn jonste u te tooghen.170
Mijn lieve kindt wilt hooren.175
Mijn liefste uytvercooren.177
Mijn Godt en Heer gheeft my van, etc.179
Mijn Heer, mijn God, my doch een etc.183
Mijn alderliefste vrienden, wilt ter herten vaten.185

M. 2.

MAeckt my bequaem om te, etc.334
Maeckt u op wilt die specerye bereyden.335
Maeckt ons bequaem lief Heere etc.336
Maeckt my bequaem o Heer deur u ghenae.337
Maeckt my bequaem lief Heere, etc.338
[Folio Iii1v]
[fol. Iii1v]
Maeckt ons kenlijck lief Heer bequaem.339
Mariken, Susanna, Ianneken alle dry.340
Met wat danck sal ick u o Heer.341
Met Maria laet ons ghespet.342
Men moet neerstich bedencken gaen.343
Mijn vrienden goet hoe behoorlijck, etc.344

N. 1.

1. NAcht ende dach is mijn suchten, etc.188
Naer dat ghy nu te samen zijt, etc.190
Naer dat Christus Iesus was, etc.191
Neemt mijn saeck aen, sorgh voor, etc.195
Noorders uyt Godt ghesproten.192
Nu laet ons int vergaren.189
Nu wy hier moeten scheyden.193
Nu dancken wy u seere.194

N. 2.

NEemt my aen Heere uyt ghenaden.345
Neemt mijn saeck aen en draecht sorge voor my met vlijt.346
Niet meer en wensch ick in mijn daghen.347
Nu wy o Heere goedich348
Nu wy t'samen in u aenschouwen.349

O. 1.

O Godt almachtich Vader fijn.196
O Godt Vader in eeuwicheyt.197
O Godt Vader, wy loven u.198

O. 2.

O Godt onser ghenadich weest.350
O lieve Heer ghebenedijdt.351

P. 1.

PEriculeus is desen tijdt.200
Proeft Heer mijn hert, ghy kent, etc.199

P. 2.

PLant Heer u wijsheyt doch in my.352

R. 1.

REecht biedt my uwe ooren allegaer.203
Recht doch, lief Heer, nu mijn, etc.204
Rotterdamsche beminde Bruyt.201
Rust soeck ick Heer by u.202

R. 2.

RAetsaem ist te verzinnen.353
Reyde u maeckt, door d'enghe, etc.314
Reynicht mijn herte te bedincken.355
[Folio Iii2r]
[fol. Iii2r]
Reyckt my doch lief Heere de bandt.356
Rechts onseker ben ick voorwaer.317

S. 1.

SEer beminde ghepresen.205
Singht doch met my, laet ons, etc.210
Singht doch met my desen Lofsanck.208
Siet en aenhoort, en wilt te recht, etc.215
Sijt my bystandich in den noot.214
Sijt mijn helper, o Godt mijn, etc.213
Slecht ende recht bewaert my Heer.211
Soo Christus ons troulijck vermaent, etc.212
Soet en lieflijck is Gods Rijck.216
Spruyten in Syons dal.217
Spruyten van teere leden.206
Staet op en wort blinckende, etc.209
Susanna was vol cuyscher zeden.207

S. 2.

SAlt moeten zijn ghescheyden.358
Siende Iesus die scharen clam.359
Soo ghy Christe om mynent wil.360
Staet my Heer met ghenaden by.361
Staet doch met ghenaden by.362
Staet by lief Heere uwen knecht.363
Sterckt doch lief Heere mijn betrouwen364

T. 1.

TEr eeren van Gods name goet.218
Te verstercken nu uwen Gheest.223
Teere spruyt zijnde nieuw verplant.227
Tis tijdt datmen te rusten gaet.233
Tot Godes prijs in synen name goet.224
Tot u roep ick, o Heer bekent.225
Tot my neycht uwe ooren.228
Tot u heb ick op ghebeden.229
Tot lof en prijs van Godes naem.230
Tot u roep ick, o Schepper mijn.231
Tot rekenschap worden wy allegaer.232
Treed voort comt uyt ghy, etc.210
Trintgen Stintghen, Saerken, etc.221
Troost gheeft my doch, o Heer, in mijn, etc.219
Troost die moet u doch wesen, etc,222
Troost Heer, en comt my doch te, etc.226
[Folio Iii2v]
[fol. Iii2v]

T. 2.

Tis tijt dat wy nu neerstelijck, etc.365
T'onsen voorbeelt beradich.366
T'onsen profijt.367
Toont ons lief Heer deur u ghenae.368
Tot u roep ick uyt dieper noot.369
Tot u Heere is mijn beden.370
Troulijck wilt doch o lieve Heere goet.371

V. 1.

VLiet doch die lusten der jonckheyt.234
Voor u o Godt, verschynen wy.237
Voorwaer men moet Gods Woordt.239
Voor een leere wilt doch ontfanghen.242
Voor my wilt nu, o Heere, sorghe, etc.243
Voor u comen wy, lieve Heer.244
Voor u ziele doch sorghe draecht.240
Voorwaer 'tdient niet versweghen.245
Vrienden wil doch bedencken wat, etc.238
Volijck weest doch in u ghemoet.235
V wilen wy, o Godt bereyt.236
Vwe namen Christlijck wel over deckt.241

V. 2.

VOorsichtich laet ons wel bedcht.372
Voor al laet ons bedencken dat.373
Vrienden nu Godt ter eeren.374
Voor tyranny en vreest doch niet.375

W. 1.

VVEl die haer nu seer neerstelijck, etc.249
Wie wijslijck wil wandelen, etc.250
Wilt in den Heer verblyden.246
Wilt doch nu hooren singhen.247
Wy wenschen u met namen.248
Wy dancken u, o Godt en Heer.251
Wy vinden dat Paulus alsoo, etc.252

W. 2.

VVanneer com ick int Hemels Landt.376
Weest willecom in desen tijdt.377
Wilt doch die ooghen lieve Heer.378
Wy bidden u o Godt Vader almachtich.379

Z. 1.

ZEelanden, Dorpen ende Steden.253
Zeer ootmoedich int hert bereyt.254

 

FINIS.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken