Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het groote liede-boeck (1625)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het groote liede-boeck
Afbeelding van Het groote liede-boeckToon afbeelding van titelpagina van Het groote liede-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.42 MB)

Scans (22.53 MB)

ebook (3.88 MB)

XML (1.99 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het groote liede-boeck

(1625)–Leenaert Clock–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[Folio Iii3r]
[fol. Iii3r]

Het tweede Register, om bequaemelijck dit Liedeboeck te ghebruycken, elcken nae sijnder gheleghentheyt ende conditien die Liedekens te vinden.

TEn eersten om alle tijdt recht voor Gode te leeren singen. Ghebruyckt het 1. ende 321. Liedeken.

Om Godt te loven ende aen te roepen in ghemeene t'samen comsten, het 4, 153, 154, 160, 236, 298, 308, 318, 321.

Voor die Predicatie 196, 198, 375

Nae die Predicatie 197, 251, 296, 349.

Begeert ghy hier toe noch eenighe corte lofsanghen, soo soeckt dese navolghende Liedekens, en begint op die gheteyckende versen: als van het 3 Liedeken, het 11. vers, ende soo veel versen alsser volgen tot den eydnd' des Liedekens, ende alsoo voortaen, 4 vers 9 26,vers 14 55,vers 10 73,vers 11. 76,vers 11. 89,vers 16. 90,vers 8 109,vers 13 122,vers 11 123,vers 13 188,vers 9 209,vers 7 211,vers 10. 212,vers 9. 220,vers 12. 321,vers 9 333,vers 7.

Het morghens Ghebedt, 194.

Het avonts Ghebedt. 133.

Voor ende naer het Avontmael. 173. 376.

Lofsanghen nae den Eten. 130. 334.

Volghen nu Christlijcke Ghebeden.

Voor die jeuchde om die geschicktheyt totten Christelijken leven 33, 110, 141, 164, 180, 204, 2[.]8, 179, 281. 207, 322.

Om een goet betrouwen op God ende Christum te vercrygen. 65, 263, 265, 279, 362, 368.

Op die Gheestelijcke Pelgervaert. 123, 195, 311, 361.

Om die bereydinghe Godt in der waerheyt te dienen. 243, 293, 30, 317, 360.

Voor benaude becommerde herten om troost. 2, 37, 69, 109, 187, 213, 206, 272.

Om't Bruylofts cleydt. 6, 210, 299.

Int swacke ouderdom. 7, 24, 184, 276, 370.

Om een barmhertich herte 30, 67, 165, 347.

Om een vry ghemoet in Godt te vercryghen. [.]09.

Om Goddelijcke hulp in menigherley aenlegginghe. 10, 27, 28, 45, 71, 72, 73, 79, 96, 98, 110, 116, 117, 122, 163, 168, 197, 183, 202, 219, 225, 229, 231, 237, 259, 261, 263, 264, 265, 267, 269, 271, 273, 275, 280, 282, 285,

[Folio Iii3v]
[fol. Iii3v]

286, 287, 288, 290, 291, 294, 298, 300, 303, 308, 309, 311, 313, 314, 315, 319, 334, 337, 338, 340, 345, 346, 347, 353, 358, 361, 202, 364, 367, 368, 369, 373, 374.

Om verlichtinghe. 254, 270.

Om die gave des heyligen Geests ende een bereyt herte daer toe. 40, 86, 185, 214, 215, 266, 336, 339,

Om een afghestorven leven. 347.

Om die acht salicheyden. 211, 350, 357.

Hoe men tot Christo biddende ghenaken moet. 244, 291, 298.

Om ware ghehoorsaemheyt. 285.

In lyden en becommernis. 274.

Hier volghen nu menigerhande vermaninghen.

Ende ten eersten voor die jeucht. 5, 20, 24, 49, 61, 68, 70, 83, 91, 368, 175, 189, 206, 221, 223, 224, 234, 259, 284, 301, 326, 340.

Tot alderley Christlijck beroep. 9, 11, 12, 14, 15, 16, 17, 18, 21, 20, 44, 53, 54, 60, 63, 74, 76, 77, 78, 80, 81, 82, 85, 90, 106, 117, 125, 129, 132, 133, 134, 135, 137, 148, 150, 151, 161, 170, 174, 177, 178, 190, 205, 207, 220, 222, 228, 235, 246, 294.

Totter rekenschap hem te bereyden. 232, 248, 384.

Tot barmherticheyt ende medelyden. 180, 310.

Totter vreesen Gods. 34, 35.

Totter liefden Gods ende Christi. 48, 57, 255, 277, 339, 343.

Totter liefde des naestens. 114.

Hoe men bidden sal oock in den name Iesu. 41, 154, 212.

Om den Christen naem te vercieren. 141, 258.

Om groot in d'ooghen Gods te worden. 315.

Totten opwassen int wesen Christi. 301, 313.

Tot boete ende beteringhe. 162, 206, 347, 325, 342.

Om 'tRijcke Gods te soecken. 97, 116, 271, 305, 365.

Om ruste in Godt te vercryghen. 255.

Totter ootmoedicheyt. 118, 131, 208, 218, 250, 315.

Om 'thuys des herten te bereyden. 157, 230, 289, 338, 359.

Om hem den wille Gods t onderwerpen. 392.

Van Gods wonderwercken. 318.

Hoe men Christum recht salven sal. 367.

Van den standt des ydelen levens, ende het sterven te leeren. 48, 159, 185, 253, 288.

Totten hemelschen graden. 66, 144, 156, 280.

[Folio Iii4r]
[fol. Iii4r]

Hoe Godt barmhertich is, ende over wien 143

Om die werelt te verlaten, ende waerom. 93, 104.

Om wijslijck te wandelen. 250, 269.

Om hem op die comste Christi te bereyden. 181, 351, 363.

Voor die ghehoude. 22, 42, 200.

Ghebedt onder 'thuwelijck. 378.

Voor die Weduwen. 9, 29, 30, 167, 37, 213.

Voor die maechden een Ghebedt. 322.

Voor die Herders. 51, 56, 108, 128, 139, 3[.]9.

Hoe men 'twoordt Gods hooren moet, ende wat vruchten dat het brenght. 192, 93, 382.

Voor ende na 'tghebruyck des doopsels. 126, 170, 191, 227, 239.

Tot troost in vervolch en lyden. 366, 372, 375.

Van den Euangelie. 5, 59.

Van Gods ghenade. 31, [.]2, 342.

Van der gheestlijcker schipvaert met synen toebehoren. 268, 281, 283, 295, 320.

Om hem onder Gods handt te buyghen. 158, 334.

Om den wegh te vinden daer door Christus tot synen Vader ginck. 257, 352, 362.

'T verhalen van Gods helpende ghenade, en dancksegginge met ghebeden, tot vermeerderinge der ghehoorsaemheyt en volherdinghe. 36, 39, 64, 75, 89, 103, 105, 115, 119, 120, 121, 145, 106, 151, 152, 188, 199, 209, 242, 264, 279, 285, 290, 303, 302.

Vermaen ende danckliedekens van vrede. 8, 43, 55, 58, 62, 79, 84, 88, 139, 172, 201.

Belydinge der zonden met begeeren der genaden. 111, 136.

Van der Hemelscher vreucht en d'eeuwich leven. 38, 74, 92, 113, 324.

Straffe der hellen. 118, 352.

Met wat manieren dat Christus tot synen Bruyt onder zielen comt, en wat hy vordert. 100, 103, 149, 324.

Van der Gheestlijcker Bruyloft. 101, 210.

Gespreken tusschen Christo ende sijnder Bruyt. 124, 314.

Het nieuwe Iaer. 252.

Willecom ende 'tbedancken. 147, 228, 377, 344.

Diversche scheyd-liedekens. 52, 112, 149, 166, 193, 327, 356.

In alderley noot hem Godt te bevelen. 286, 329.

 

FINIS.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken