Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het groote liede-boeck (1625)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het groote liede-boeck
Afbeelding van Het groote liede-boeckToon afbeelding van titelpagina van Het groote liede-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.42 MB)

Scans (22.53 MB)

ebook (3.88 MB)

XML (1.99 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het groote liede-boeck

(1625)–Leenaert Clock–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Forme des Ghebets, voor ende by die Crancken.

O Heere almogende God, ghy die den mensche, u schepsel na uwen beelde ghemaeckt, beminnende, ende door uwen eeuwighe wijsheyt en goetheyt, hem versorght in al het ghene hem totten eeuwighen leven van nooden is.

Daer om als ghy wetet dattet den Mensche dienstlijck zy, gecastijdt te worden, tot sijnder beteringhe, ghy hem pleeght met menigerley crancheyden ende sieck-daghen te temmen, op dat syne moedicheyt ende ydel betrouwen soude uytgheblust worden, ende hy daer door niet gheheel en vervalle. Vermaent hem daer door tzondighe leven te verlaten, sijns eynds te bedencken. Oock des doodts, door pyne ende smerte als send-boden des selven, daer toe uwes strengen rechtveerdigen oordeels des jonghsten dachs ende des eeuwighen levens, hem aendachtich te maken, niet uyt toornicheyt, maer door Vaderlijcke castydinghe.

Also ghy dan, barmhertighe lieve Vader, desen teghenwoordighen mensche onder uwe almogende hant aldus tot beteringe met cranckheyt ende ellende besocht ende neder gheleyt hebt, ende die gebreclijckheydt des onvolcomenen levens hem mochte

[Folio Lll3v]
[fol. Lll3v]

beschuldighen, ende die doodt menichmael voor ooghen staet.

Soo bidden wy ootmoedelijck, met ende neffens hem, o barmhertige lieve Vader, door het vergoten bloet uwes gheliefden Soons onses Heeren Iesu Christi, dat ghy doch met hem niet en wilt handelen nae die scherpheydt uwes rechtveerdighen oordeels ende sijnder verdiensten, maer naer uwe barmherticheyt en goetheyt, ende verleenen hem inwendigen troost ende sterckheyt, daer mede hy dese uwe Vaderlijcke besoeckinge, ghewillichlijck aenneme, ende verduldelijck verdraghe, ende hy hem teghens u, o Godt, hier in ghehoorsaem houde ende lyde.

Staet hem lieve Vader by in allen strijdt ende aenvechtinghe, weest sijn behoeder en beschermer in alle synen aenstaende anghsten ende periculen.

Ende voornamelijck, wanneer haer die wetenschap des hertens tegen u, o God, openbaren, ende by hem zondich ende schuldich voor u maken ende bekennen sal, soo schenckt, ende wilt doch mildelijck uyt ghenaden dat sware bittere lyden uws geliefden Soons Christi over hem uyt storten.

Die in der waerheyt onse cranckheyt ghedragen, ende onse straffen op hem ghenomen heeft, doen hy voor ons tot zonden geworden, oock voor onse zonden ghestorven, ende tot afwasschinghe der selver, sijn dierbaer bloet vergoten heeft, ende is daer om van den doodt verresen, op dat hy onse gherechticheyt ende volcomen salichmaker soude worden.

Laet, o Godt, desen crancken, ellendigen alsulcker uwer boven maten, groote genadige gave, daer toe so menigerley weldaden uwes geliefden Soons ghenadelijck ghenieten.

O Heere laet hem int oprecht geloove bevesticht worden, tot eenen sekeren troost tegen het woeden der zonden, tot eenen schilde teghens alle listighen

[Folio Lll4r]
[fol. Lll4r]

aenloop des duyvels. Dat hy daer door mach , door den doodt totten leven dringhen, ende alsoo nae dit corte verganckelijcke, het eeuwighe onverganckelijcke grypen, ende tot eeuwiger ghenesinge behouden mach.

Wy bevelen hem, o hemelsche Vader, gantschelijcks in uwe handen. O ghy rechte heylant, maect doch desen crancken gesont. O ghy rechte noothelper, helpt desen swacken, recht hem op die int herte neder gheslaghen is, wascht hem die syne onreynicheyt bekent. Verbint desen die jammerlijck verwont is. Sterckt o Godt desen swacken, die met vresen beladen is, ende nae dien ghy alle dinghen vermeucht, ende overvloedelijck doen kunt, soo verzadicht desen hongherigen ende dorstighen, met Hemelscher nootdrufte, ende alsoo hy hem tot u keert, so neemt hem ghenadelijck aen, maeckt hem bestandich int goede voornemen naer uwen wille. Vergheeft hem int ghemeen, alle 'tgene daer mede hy uwen yver ende toornicheyt verdient heeft, ende gheeft hem voor den doodt het eeuwighe leven.

Maer dit altemael uyt ghenaden, door Iesum Christum uwen Soon, onsen Heere, die oock tot troost ende voorbeelde, aller wederkerende zondaren, den misdader aen 'tCruys met hem int paradijs heeft inghevoert, die oock met u leeft, ende regneert in eenicheyt des heylighen Gheests, een waerachtich Godt in eeuwicheyt, Amen.

 

FINIS


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken