Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Mensen met sterren. Deel 2: Nacht (1946)

Informatie terzijde

Titelpagina van Mensen met sterren. Deel 2: Nacht
Afbeelding van Mensen met sterren. Deel 2: NachtToon afbeelding van titelpagina van Mensen met sterren. Deel 2: Nacht

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.84 MB)

Scans (10.10 MB)

XML (0.31 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mensen met sterren. Deel 2: Nacht

(1946)–Josef Cohen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 27]
[p. 27]

Derde hoofdstuk.

Eva, de opperrabbijn, Salomon Barsch, zaten tesamen in de secretaris-kamer der Israëlietische Gemeente, om de benoeming van Salomon als parnes van de gemeente te bespreken. Ze spraken Jiddisj. Op de tafels lagen een grote menigte stalen leg-kasten.

‘Dat is het werk van onze secretaris’, zei de opperrabbijn trots. Hij lachte.

‘Het is zijn uitvinding. U vindt hierin alle namen van de Joden, ook van afvallige Joden, en de kleuren, die u bij de kaarten vindt, hebben allemaal betekenis. Marcus heeft geëist, dat we dit kaartsysteem vernietigen, maar wij doen het niet, ik zal uitleggen waarom niet. Het is een werk van jaren en op de dwaze veronderstelling van Marcus, dat wij het de Duitsers op de duur gemakkelijk zullen maken onze mensen op te sporen, ga ik niet in.’

‘Wit is orthodox, blauw is Zionist, wit en blauw is Mizrachist.’

‘Ja’, zei Salomon Barsch, ‘orthodox Zionist, dat is Mizrachist.’

‘Wit en blauw.’

‘Groen is liberaal, geel is voorstander van de tempeldienst met orgel, paars is assimilant, rood is gedoopte Christen, Rafaël is groen en blauw.’

‘Maak hem paars’, riep Salomon Barsch.

‘Nee’, zei Eva treurig, ‘hij heeft het meisje opgegeven en ik hoop hem ook nog eens naar de godsdienst terug te brengen.’

‘En als iemand van de godsdienst is afgevallen, zonder nog Christen te zijn?’

‘Dan geven wij hem zwart.’

[pagina 28]
[p. 28]

‘Geef Marcus zwart’, zei Eva, ‘later kunt u hem rood geven.’

‘Wanneer zal hij zich laten dopen?’

‘Nu nog niet.’

‘Waarom niet?’ vroeg Salomon Barsch.

‘Omdat hij de parnes is.’

‘Kunnen wij het op onze verantwoording nemen, dat hij Christen wordt, zodra hij als parnes is afgezet?’

‘We kunnen dit op onze verantwoording nemen’, zei Eva, ‘omdat hij zich in deze tijd niet zal laten dopen; later wel, als hij dan nog leeft.’

Salomon Barsch stond van al deze gedachten ver af, hij begreep niets van deze overtuiging; godsdienst bestond voor hem uit vasten en het uitspreken van lofzeggingen tot God; kon er een andere godsdienst voor een Jood levend zijn? Bij hem was alles ritus en over God dacht hij nooit na; als hij in de synagoge stond, kende hij alleen de gebruiken, en de woorden, die hij zei en zong, waren niets dan woorden; als hij in extase geraakte, was het nooit om God, doch om de lofzeggingen, die hij in dienst van een onbekende God uitspak. Hij bekeek het kaartsysteem - hoe schaars was de kleur ‘wit’. De opperrabbijn sprak:

‘Marcus heeft plannen en denkbeelden voor een Jodendom, Joden, die Christenen zullen worden, een langzaamafglijden van het Jodendom naar het Christendom en hij zou ongetwijfeld deze plannen hebben uitgevoerd, wanneer de tijd niet ongunstig was geweest.’

‘Hij heeft dit verklaard.’

‘Wanneer hij openlijk een vijand was, konden we hem openlijk bestrijden; nu moeten we dit in het verborgen doen. Als parnes van een oude, grote gemeente als de onze is hij machtig en nog machtiger, omdat er iets in hem is, waardoor iedereen naar hem moet luisteren, en dan heeft hij zijn stralende goedheid. Mijn hart doet me pijn, als ik hem in zijn verdriet zie en begrijp, wat hij voor andere mensen wil wezen. Wie moet ik op mijn oude dag treffen? De edelste man in Israël.’

Salomon Barsch wuifde met zijn handen.

[pagina 29]
[p. 29]

‘Ik ben hier als arm man gekomen en zal een arm man blijven; ik heb in Polen in een krot geleefd en leef hier weer in een krot; buiten Israël ben ik niets dan een arme Jood, maar in Israël een vrome en geleerde Jood.’

‘Zo is het’, zei Eva ‘en het komt er niet op aan, wat Marcus buiten Israël is; in Israël is hij een afvallige.’ Ze wendde zich tot de opperrabbijn. ‘U heeft vaak zelf gezegd: ‘afsnijden.’

‘Afsnijden?’ vroeg de opperrabbijn aarzelend.

‘Marcus is mijn man en ik ben zijn vrouw, maar ik heb de geheimste wegen van zijn hart nagegaan en weet, dat hij afgesneden moet worden, als een rotte tak van een levende boom.’

‘Men moet hem aan banden leggen als een bos, dat in de vruchtbare vlakte door wil dringen’, zei Salomon Barsch.

‘Mijn broeder Marcus lijdt’, zei de opperrabbijn.

‘Laat hem lijden’, zei Eva bitter, ‘als hij lijdt zonder Kodasj Boragoe te kennen.’

‘Heeft u gehoord, dat burgemeester Sevenhoven deze stad verlaat?’

Eva's ogen bleven even donker en somber. Haar stem klonk echter niet wraakzuchtig, ze sprak, of ze een feit vaststelde, dat geen geluk of ongeluk inhield.

‘Kodasj Boragoe weet altijd de weg te vinden, om de vijanden van Israël te treffen. Niemand kan tegen de wil van Kodasj Boragoe strijden; als Israël moet sterven, dan sterven zijn vijanden met hem.’

‘Ik zeg alleen’, zei Salomon Barsch, ‘dat ik parnes moet worden.’

‘Afsnijden, wat verrot is’, riep Eva uit en ze wendde zich tot de opperrabbijn, ‘het zijn uw eigen woorden.’

‘Laten ze dan samen vallen, Sevenhoven en Marcus.’ De opperrabbijn ging staan en boog zich over leg-kaarten heen. ‘Nu zullen we de manieren moeten vinden, dat Salomon Barsch parnes van de Joodse gemeente zal worden.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken