Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Liederen. Deel 4 (1920)

Informatie terzijde

Titelpagina van Liederen. Deel 4
Afbeelding van Liederen. Deel 4Toon afbeelding van titelpagina van Liederen. Deel 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.29 MB)

Scans (4.41 MB)

ebook (2.89 MB)

XML (0.07 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Liederen. Deel 4

(1920)–A. van Collem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Nieuwe liederen der gemeenschap


Vorige Volgende
[pagina 26]
[p. 26]

XI.

 
De groote zanger Wind, hij is de stem
 
Die opstijgt uit de zalen van het Al,
 
Hij zegt de dingen uit, hij brengt ze weg
 
En geeft ze aan elkander ten geschenke,
 
Hij opent het in zich geslotene,
 
En het geopende vouwt hij ineen,
 
Hij brengt den hemel neder naar den afgrond
 
En sleept de grijze zeeën naar het licht,
 
Hij draagt de vogels naar het Oosterland
 
En blaast hun kleine hoofden in, zijn wil,
 
De wind is alles, is de groote klank
 
Van alle zeeën en de ommelanden,
 
Van alle werelden is hij de stem,
 
Hij is de fluisterzee der groote ruimte
 
En alle dingen varen op zijn rug,
 
En niets behoudt hij, alles schenkt hij uit,
 
Het Oosten naar het Westen brengt hij over,
 
Het Noorden naar het Zuiden, en een dans
 
Van alle dingen in het wentlend ruim
 
Geschiedt, waar hij zich zingende verheft,
 
Een vedelaar is hij, die langs de stammen
 
Strijkt, fluitist, die uit het zwarte riet
 
De grijze pluim blaast in de blauwe luchten,
 
Roeper van klank is hij, de sterke wind,
 
Opwekker van een tintelend zangspel,
 
Gestegen uit gestalten van de aarde,
[pagina 27]
[p. 27]
 
Hij is een droomer die in daden dwaalt,
 
Een dader die diep in de dingen droomt,
 
Een dader en een droomer is de wind,
 
Hij schrijft zich op en wischt zich zelven uit,
 
Hij maakt zich open en hij dekt zich weg,
 
Hij zegt zich vluchtig en hij achterhaalt zich,
 
Hij steekt zich lichtend aan en blaast zich uit,
 
Maakt zich tot geur, verandert zich in klank,
 
En giet zijn klanken tot een fijne streep.
 
Het landschap zet hij aan den hemel uit,
 
En van het manezilver smeedt hij kleed,
 
Gespreid op paarse zeeën in den nacht.
 
Hij is de groote Drijver van het Al,
 
De donkre Al-klank, het fluweel geheim
 
Der donzen stilte en de scherpe kreet
 
Wanneer hij, een orkaan, doorheen het traag
 
Geworden Al, de revolutie schreeuwt;
 
Stilstand en vaart is hij, de eeuwige,
 
Groote fantast, die maakt het zijnde tot
 
Een fantasie en fantasieën tot
 
Het zijnde. Bouwheer van alles is de wind,
 
Hij is de poezie van het heelal,
 
En met zijn adem beeldend de natuur
 
Verandert hij haar beelden eeuwiglijk.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken