Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Liederen. Deel 4 (1920)

Informatie terzijde

Titelpagina van Liederen. Deel 4
Afbeelding van Liederen. Deel 4Toon afbeelding van titelpagina van Liederen. Deel 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.29 MB)

Scans (4.41 MB)

ebook (2.89 MB)

XML (0.07 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Liederen. Deel 4

(1920)–A. van Collem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Nieuwe liederen der gemeenschap


Vorige Volgende
[pagina 36]
[p. 36]

XVI.

 
Wanneer uw stem in mij rondgaat, verheft
 
Mijn bloed zich stralende, zooals de zee,
 
Wanneer zij in haar hart wordt aangeraakt,
 
Dan moet zij zingen luide in den nacht
 
Of in den morgen, maar den nacht het meest,
 
Wijl ginds de atmosfeer zeer stil is, en
 
Geen luiding waart, want alles slaapt, en is
 
In d'oorsprong, zijn gemeenschap, teruggezonken; -
 
Wanneer gij dan, in dit gelukkig uur,
 
O Poezie. u uit mijn ziel opheft -
 
Mijn ziel ligt neder als een donkre zee,
 
En haar met uwe rimpeling aanraakt,
 
Met rimpelingen van uw rythmisch kleed,
 
En u verheft ver boven mij, zooals
 
De wind zich heft, op golven in den nacht,
 
Dat zij uitschreeuwen, naar het eeuwig licht
 
Der wentelende sterren in de ruimte; -
 
Dan schreeuwt mijn ziel en is verheugd,
 
En ik stroom machtig uit, het nietig woord
 
Dat in mij was, wordt golvende en slaat,
 
Verheft zich en verbindt zich met het Al
 
Der golven, waaruit ik ben saamgesteld,
 
Mijn ziel slaat in mij op en wil omhoog
 
De stem na die haar diepten heeft geraakt,
 
Dees wind, dees hooge geest, de Poezie
 
Van het heelal ijlt gij dan na, mijn ziel,
[pagina 37]
[p. 37]
 
Gij springt hoog in mij op, maar gij zijt niets,
 
Dan een nà-zingende, de kleine stem
 
Van een geraakte door den grooten klank
 
Des hoogen winds, die oproert door het Al.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken