Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Van God en van de natuur (1921)

Informatie terzijde

Titelpagina van Van God en van de natuur
Afbeelding van Van God en van de natuurToon afbeelding van titelpagina van Van God en van de natuur

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.31 MB)

Scans (3.83 MB)

ebook (2.97 MB)

XML (0.07 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Van God en van de natuur

(1921)–A. van Collem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 28]
[p. 28]

XIV

 
Het groot geraas der wateren houdt aan
 
Onder de hemelen, de wijd gespreide,
 
In eeuwigheid de sterren zijn gegaan
 
En de kometen door de luchten rijden.
 
 
 
Bij nacht en morgen en in schemering
 
Hebben gefluisterd de nabije boomen,
 
Nimmer hield op kleurenuitwisseling
 
Of in den fijnen aether het klankstroomen.
 
 
 
Wij luisterden - waarvoor, voor wien mocht wel
 
Dit eeuwig heengaan zijn en weer verschijnen,
 
Het trager worden - en dan weder snel
 
Aangroeien dezer klankbezochte lijnen.
 
 
 
Wij waren kijkers in bevreemdend spel,
 
Dat de natuur speelt met haar wijd lichame,
 
Zij werpt zich in de zelfgeschapen wel
 
En ziet zich aan en schijnt iets te beramen,
 
 
 
En kijkt zich af en zoekt wellicht de spil,
 
Die haar doet om zichzelve heen spiralen,
 
Een hand, een woord, een uitgesproken wil
 
Die haar doet eeuwiglijk zichzelf herhalen.
 
 
 
En in haar woeste wentelende kracht,
 
Zich zelf te weten, heeft haar zaad geschapen
[pagina 29]
[p. 29]
 
Een opgeheven wezen, in een dracht
 
Van bloed en spieren, met zintuig als wapen.
 
 
 
Dit gaat nu in haar rond en zegt haar uit,
 
En geeft aan hare mompeling zijn woorden,
 
Aan hare sprakeloosheid zijn geluid,
 
Aan hare fluistering zijn klankaccoorden.
 
 
 
En wat zij wil, d'oneindige natuur,
 
Zegt haar die mensch - Hemel wil zij noch helle,
 
De nachtezee zijn, noch het zonnevuur,
 
Zij wil muziek zijn en oneindig snellen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken