Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Van God en van de natuur (1921)

Informatie terzijde

Titelpagina van Van God en van de natuur
Afbeelding van Van God en van de natuurToon afbeelding van titelpagina van Van God en van de natuur

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.31 MB)

Scans (3.83 MB)

ebook (2.97 MB)

XML (0.07 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Van God en van de natuur

(1921)–A. van Collem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 26]
[p. 26]

XIII

 
De dood, dat is, niet meer de zon zien, is
 
Niet meer de sterren zien, aan hooge nachten,
 
De dood, dat is het niet meer mogen wachten,
 
De ochtendschemering, de duisternis.
 
 
 
De dood, dat is, het niet meer mogen zijn,
 
De dood, dat is, het niet meer mogen denken,
 
De dood, dat is, niet meer bewust U schenken
 
Weg, te worden tot een ander zijn.
 
 
 
De dood, dat is, in stilten liggen, waar
 
Het ruischen leeft der levens-overgangen,
 
De dood, dat is, het henenzinken naar
 
Den Chaos, die U eertijds hield omvangen.
 
 
 
De dood, hij is een scheidende, hij giet
 
Alle gestalten om tot nieuwe vormen,
 
Hij is de onaandoenlijke, hij ziet
 
Voorkeureloos de menschen en de wormen.
 
 
 
De dood, met vreemden lach, heeft leven lief,
 
De dood, hij komt het goede leven halen
 
En kust het weg; geruischelooze dief,
 
Sluipt hij de poorten langs en de portalen.
 
 
 
De dood, gij wildet zijn gelaat niet zien,
 
Maar nu gij hem gezien hebt, werd gij stille,
[pagina 27]
[p. 27]
 
En legt U heen, en lacht tot hem misschien,
 
En zijt geworden, tot een zonder wille.
 
 
 
Een lafenis is hij, een goede daad,
 
Maar een, bij wiens nabij komen wij weenen,
 
Wanneer zijn hand iets wat ons lief is slaat,
 
En niet neemt ons, maar wel dit lieve henen.
 
 
 
O dood, neem mij tot U, fluister mij aan
 
Den diepen zin uwer veranderingen,
 
En laat mij niet uw stilte binnengaan
 
Voor ik van uwe fluistering mocht zingen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken