Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Punt- en kleine mengeldichten (1837)

Informatie terzijde

Titelpagina van Punt- en kleine mengeldichten
Afbeelding van Punt- en kleine mengeldichtenToon afbeelding van titelpagina van Punt- en kleine mengeldichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.84 MB)

Scans (130.88 MB)

ebook (3.23 MB)

XML (0.36 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
sec - taalkunde

Subgenre

gedichten / dichtbundel
taalkunde/fonologie-fonetiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Punt- en kleine mengeldichten

(1837)–S.M. Coninckx–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

CCVII.
Nog eenige trekken van den verstrooiden.

 
Pandolf, wiens béeldtenis hiervoren
 
Gy, zoo 't u lust, kont vinden staen,
 
Was op een morgen uit-gegaen
 
Om naer gewoonte een mis te hooren.
 
In plaets van kerkboek haelt hy een pantoffel uit,
 
En gaf er méde aen zéker guit
 
Die hem belachte, een slag aen de ooren.
 
Daerna begaf hy zich naer 't huis van een prélaet:
 
‘Uw vrouw is gisteren in 't kinderbed gekomen,
 
Zoo 'k dézen morgen heb vernomen;
 
Ik hóop dat alles wel en naer verlangen gaet.’
 
Méd' ging hy weg en liet zyn hoed op tafel leggen.
 
Een knegt liep na, en zei: ‘daer is uw hoed, mynheer,
 
‘Géef my nu ook de muil van onzen bisschop wé'er.’
 
Pondolf zei: goeden vriend, 'k heb de eer van u te zeggen
 
‘Dat ik maer eene muil vandaeg heb mé-gebrogt.’
 
Doch als hy wéderom zyn tesschen wel dóorzogt,
 
Vond hy er nog een binnen stéken.
 
Toen is hy in een huis dat vóor hem stond gegaen.
[pagina 65]
[p. 65]
 
‘Hola! is niemand daer? roep me eens den gardiaen,
 
Ik moet op staende voet hem spréken.’
 
Twee nimfen liepen straks al lagchend op hem aen,
 
('t Was een bordeel) hy zei: ik ben u zeer verbonden;
 
‘Myn compliment aen de gravin;
 
Ik dank haer vóor den haes dien zy my héeft gezonden.’
 
Nu ging hy, en trad nog wel zéven huizen in,
 
Eer hy het zyne had gevonden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken